ECLI:NL:RBAMS:2023:7445

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
10 oktober 2023
Publicatiedatum
23 november 2023
Zaaknummer
13.684156.17
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een man met schizofrenie en middelenstoornissen

Op 10 oktober 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling van een 30-jarige man, die sinds 31 januari 2020 is opgenomen in de FPK [kliniek]. De man is gediagnosticeerd met schizofrenie, een specifieke leerstoornis (dyslexie) en een stoornis in het gebruik van cannabis, amfetamine en alcohol, allen in langdurige remissie. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie, ingediend op 20 september 2023, om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, toegewezen. De rechtbank heeft de terbeschikkinggestelde, zijn raadsman mr. M.S. Rozenbeek, en deskundigen A.E. Haan en I. Maksimović gehoord tijdens een openbare zitting. De deskundigen hebben geadviseerd om de terbeschikkingstelling te verlengen, gezien de aanhoudende psychotische klachten en het risico op gewelddadig gedrag zonder de structuur van de tbs-maatregel. De rechtbank oordeelde dat de veiligheid van anderen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar wordt verlengd, gezien de ernst van de feiten waarvoor de man eerder is veroordeeld, waaronder bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht. De beslissing is genomen door de rechters M.A.E. Somsen, R.A. Overbosch en D.P. Hein, en is op 10 oktober 2023 openbaar uitgesproken.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 13.684156.17, 23.002571.17
Uitspraakdatum: 10 oktober 2023
Beslissing op de vordering van de officier van justitie in het arrondissement Amsterdam van 20 september 2023 in de zaak tegen:

[terbeschikkinggestelde] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1993,
thans verpleegd in FPK [kliniek] ,
die bij arrest van het gerechtshof te Amsterdam van 8 oktober 2019 ter beschikking gesteld werd, teneinde van overheidswege te worden verpleegd, welke terbeschikkingstelling laatstelijk bij beslissing van deze rechtbank van 23 november 2021 voor de tijd van twee jaar werd verlengd.

De inhoud van de vordering

De vordering van de officier van justitie strekt tot het verlengen van de termijn van genoemde terbeschikkingstelling met twee jaar.

De procesgang

De rechtbank heeft kennis genomen van de stukken in de zaak met bovenvermeld parketnummer, waaronder:
  • het op 3 augustus 2023 op grond van artikel 6:6:12, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering uitgebrachte advies, strekkende tot verlenging van deze terbeschikkingstelling met twee jaar, alsmede de daarbij overgelegde aantekeningen;
  • de op 29 september 2023 en 23 juli 2023 op grond van artikel 6:6:12, derde lid van het Wetboek van Strafvordering opgemaakte adviesrapporten van de psycholoog A.E. Haan en de psychiater I. Maksimović, beiden niet verbonden aan de instelling waarin de terbeschikkinggestelde wordt verpleegd, strekkende tot verlenging van deze terbeschikkingstelling met twee jaar.
De rechtbank heeft op 10 oktober 2023 de officier van justitie mr. M.L.A. ter Veer, de terbeschikkinggestelde en diens raadsman mr. M.S. Rozenbeek, advocaat te Haarlem, alsmede de deskundige [naam] , verbonden aan FPK [kliniek] , op de openbare terechtzitting gehoord. Hiervan is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De beoordeling

Aan genoemd advies van
FPK [kliniek] van 3 augustus 2023wordt het volgende ontleend, zakelijk weergegeven:
Kernproblematiek
Betrokkene is een 30-jarige man die sinds 31 januari 2020 bij de FPK van [kliniek] is opgenomen.
Betrokkene is gediagnosticeerd met schizofrenie, een specifieke leerstoornis (dyslexie) en stoornis in cannabis-, amfetamine- en alcoholgebruik, allen in langdurige remissie. Het intelligentieprofiel van betrokkene is disharmonisch opgebouwd, waarbij sprake is van een significant lagere score op Verwerkingssnelheid index dan op de andere drie indexen, namelijk de Perceptueel Redeneren index, de Werkgeheugen index en de Verbaal Begrip index. Als gevolg van het disharmonisch intelligentieprofiel kan geen uitspraak gedaan worden over het totale IQ. Bij benadering (wanneer de verwerkingssnelheid niet in acht wordt genomen) functioneert cliënt op laag-gemiddeld niveau.
Behandelverloop en risicotaxatie
In juli 2021 lijkt het beeld te stabiliseren en de realiteitstoetsing te verbeteren. De waanideeën blijven bestaan, zo zou hij worden bestuurd door de staat en zou hij seksueel misbruikt zijn door zijn vader. Betrokkene geeft over deze wanen aan dat dit nou eenmaal bij hem hoort. De wanen bevinden zich meer op de achtergrond en betrokkene lijkt er beter mee om te kunnen gaan.
Tijdens de CGT-module middelen geeft hij aan al drie jaar geen middelen meer te gebruiken, maar nog wel af en toe trek te hebben in alcohol en cannabis. Alle urinecontroles zijn negatief op middelengebruik. Er lijkt een verschuiving te hebben plaatsgevonden dat betrokkene nu intrinsiek gemotiveerd is om geen middelen meer te gebruiken.
Betrokkene heeft een positieve invulling van zijn tijd. Hij gaat sporten bij de activiteitenbegeleiding, heeft verschillende vormen van dagbesteding, wandelt regelmatig in de binnentuin en gaat op begeleid verlof.
Nadat een aantal antidepressiva en anti psychotische middelen zijn uitgeprobeerd met wisselend en beperkt succes, wordt betrokkene vanaf eind september 2021 ingesteld op Clozapine, dat zowel anti psychotische als stemming stabiliserende effecten kent. Dit slaat duidelijk aan en deze medicatie wordt verhoogd tot de, voor betrokkene, juiste dosis. In verband met bijwerkingen en een positief effect wordt dit niet verder verhoogd.
Voor de negatieve symptomen/bijwerkingen van sufheid en traagheid is er het tweede antipsychoticum Aripiprazol, dat vanwege de activerende eigenschappen ook wordt verhoogd.
Betrokkene is de afgelopen maanden stabiel wat betreft psychotische problematiek. De psychotische klachten zijn niet volledig in remissie onder Clozapine enAripiprazol, de klachten zijn vooral op de achtergrond aanwezig. In het dagelijks leven op de afdeling en tijdens verloven zijn de psychotische klachten nauwelijks merkbaar, echter alleen bij navraag zijn deze wel aanwezig. De psychotische klachten spelen een steeds geringere rol in het dagelijks leven van betrokkene.
Het risico op gewelddadige recidive wordt als laag ingeschat binnen de instelling. Zonder het kader van een tbs-maatregel wordt het risico op gewelddadig gedrag ‘uit zorg’ ingeschat als hoog. De verwachting is dat betrokkene zonder structuur het overzicht kwijtraakt en hierdoor overvraagd wordt. De spanning zal hierdoor toenemen, waardoor er vermoedelijk een terugval in middelengebruik zal zijn en het risico op recidive toe zal nemen.
Koers en advies
Betrokkene behoeft, gezien zijn chronische psychotische stoornis, nog langdurig intensieve hulpverlening, medicamenteuze behandeling en toezicht op het behoud van zijn dagstructuur binnen een gedwongen kader. Vooralsnog is de FPK een passende plek voor hem, hetgeen betrokkene zelf ook beaamt. Met betrokkene wordt gewerkt aan het succesvol volgen en afronden van de huidige therapieën, het verder stabiliseren van het psychiatrisch toestandsbeeld. Daarnaast wordt gewerkt aan het accepteren van een psychotische kwets-baarheid en hoe hiermee om te gaan. Tegelijkertijd wordt er een start gemaakt met resocialisatie dat in kleine, overzichtelijke stappen zal verlopen op geleide van zijn verdere ontwikkelingen. De huidige verlofaanvraag dient als middel om dit verder uit te breiden in een passend tempo. Binnen de onbegeleide verloven zal hij zich gaan oriënteren op werkzaamheden, dagbesteding en een sociaal netwerk in de regio van Amsterdam. Indien de
onbegeleide verloven goed verlopen, hij de positieve lijn van zijn ontwikkelingen vasthoudt en zijn psychisch toestandsbeeld verder stabiliseert, zal gewerkt worden naar uitstroom richting de HAT-woning van de kliniek. Tijdens behandeling aldaar kan gefaseerd worden toegewerkt naar beschermd wonen, hetgeen ook de wens is van betrokkene. Een andere optie zou zijn om uit te stromen naar FPA [plaats kliniek] .
FPK [kliniek] adviseert de tbs-maatregel met 2 jaar te verlengen.
De deskundige heeft dit advies op de openbare terechtzitting bevestigd en daar waar nodig aangevuld.
Aan genoemd advies van
psycholoog A.E. Haan van 29 september 2023wordt het volgende ontleend, zakelijk weergegeven:
Bij betrokkene is sprake van ziekelijke stoornissen in de vorm van schizofrenie en een stoornis in gebruik van middelen (voornamelijk alcohol en cannabis).
De kans op herhaling van soortgelijke strafbare feiten als waarvoor hij de maatregel tbs kreeg opgelegd is nog steeds hoog in geval de maatregel zou worden beëindigd. Zijn waansysteem is nog steeds aanwezig, maar met behulp van medicamenteuze behandeling lijkt de invloed daarvan beheersbaar te zijn geworden. Zodra het huidige kader wegvalt, ontstaat direct risico op terugval in middelengebruik en risico op het staken van medicatiegebruik. Daaruit vloeit onmiddellijk voort dat er risico op psychotische decompensatie ontstaat, met daaraan gekoppeld ook risico op gewelddadig uit-ageren.
Bij betrokkene blijft er ten gevolge van zijn waansysteem, zeker bij nieuwe psychotische decompensatie, risico bestaan op gewelddadig gedrag in bredere zin.
Vooralsnog kan niet anders worden geadviseerd dan voortzetting van het huidige risicomanagement, waarbinnen de kliniek voorzichtig stappen maakt in het opbouwen van verlofvrijheden. Zolang hij medicatietrouw blijft en niet terugvalt in middelengebruik (met name cannabis) zal dit risicomanagement waarschijnlijk voldoende waarborg bieden tegen recidive.
Geadviseerd wordt om de maatregel van de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaar. Aangezien verwacht wordt dat zijn behandeling nog zeker geruime tijd in beslag zal nemen en binnen de komende twee jaar nog niet zodanige stappen in zijn verloftraject gemaakt kunnen worden dat reeds gedacht zou kunnen worden aan voorwaardelijke beëindiging van de maatregel, ligt het voor de hand om de maatregel te verlengen met twee jaar.
Aan genoemd advies van
psychiater I. Maksimović van 23 juli 2023wordt het volgende ontleend, zakelijk weergegeven:
Bij betrokkene is sprake van schizofrenie en een stoornis in het gebruik van cannabis en alcohol, in remissie in een gereguleerde omgeving. Bij hem is ook sprake van dyslexie. Er zijn aanwijzingen voor ontwikkelingsproblematiek in de vorm van ADHD, maar het beeld wordt nu vertroebeld door schizofrenie, waardoor het niet mogelijk is om ADHD met zekerheid te classificeren dan wel uit te sluiten.
Het risico op gewelddadig gedrag vloeit voort uit betrokkenes schizofrenie, i.c. uit de mogelijkheid dat hij handelt naar zijn overtuigingen, die hij zou kunnen ontwikkelen richting anderen.
Ondanks het feit dat betrokkene ingesteld is op anti psychotische medicatie, ontwikkelt hij nog steeds psychotische overtuigingen. Het is niet uitgesloten dat hij psychotische overtuigingen richting derden ontwikkeld, dan wel dat hij angst voor eigen veiligheid ontwikkelt, waardoor hij, zonder medicatie en zonder een adequaat zorgkader, tot gewelddadig gedrag zou kunnen overgaan. Het gebruik van middelen kan betrokkenes toestandsbeeld doen verslechteren en kan ook een drempelverlagend effect hebben voor ontregeling. Decompensaties kunnen optreden wanneer betrokkene niet of niet optimaal in zorg is, wanneer hij niet -zo goed als mogelijk- ingesteld is op anti psychotische medicatie en/of wanneer hij terug zou vallen in stelselmatig middelengebruik.
Binnen de huidige context blijft het risico laag, maar als de TBS zou wegvallen, dan zou het risico op gewelddadig gedrag oplopen tot hoog, omdat het dan te verwachten is dat betrokkene de medicatie zou staken, middelen zou gebruiken en zou worden overvraagd, wat zou leiden tot ontregeling. Dit zou op zijn beurt leiden tot een decompensatie met een hoge kans op vijandigheid.
Een adequaat risicomanagement in deze fase van het traject bestaat uit een aantal factoren:
voortzetting van de ingezette klinische behandeling, voortzetting van de medicamenteuze behandeling van betrokkenes schizofrenie, abstinentie van middelen, adequate ondersteuning van betrokkene, het bieden van holding, het geven van structuur en het hanteren van het signaleringsplan, allemaal binnen het veilige kader van de TBS.
Gelet op het feit dat betrokkene nog volop in behandeling is en gelet op de inschatting dat het risico op recidive valt in de rede om te adviseren om de maatrelgel TBS en het bevel tot verpleging te verlengen. Gelet op de fase van het traject waarin betrokkene zich bevindt -hij moet de klinische behandeling afmaken, er moet worden beoordeeld of een HAT-woning van de kliniek een adequate vervolgstap is, er moet (vervolgens) een geschikte begeleid wonen setting worden gevonden, hij moet daarnaartoe verhuizen en er moet worden gemonitord hoe hij het daar doet- en gelet op het feit dat het risicomanagement voornamelijk extern is, is de inschatting dat betrokkene niet binnen twee jaar in de fase zal belanden waarin een voorwaardelijke beëindiging van het bevel tot verpleging reëel haalbaar en uitvoerbaar is.
Rapporteur meent dat betrokkenes traject door een verlenging met twee jaar geen vertraging zal oplopen, gelet op de houding van de kliniek, die een voortvarend doch reëel traject nastreeft.
De rechtbank is gelet op het advies, het verhandelde ter zitting en de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar wordt verlengd.
De rechtbank stelt vast dat de terbeschikkinggestelde bij arrest van het gerechtshof van 8 oktober 2019 is veroordeeld voor onder andere bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd. Dit is een misdrijf dat is gericht tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. De terbeschikkingstelling is daarom niet in duur beperkt.

Beslissing

De rechtbank wijst de vordering van de officier van justitie toe en verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling van
[terbeschikkinggestelde]met
twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door
mr. M.A.E. Somsen, voorzitter,
mrs. R.A. Overbosch en D.P. Hein, rechters,
in tegenwoordigheid van G. Jenuwein, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 10 oktober 2023.
De jongste rechter is buiten staat om
deze beslissing mede te ondertekenen.