ECLI:NL:RBAMS:2023:7438

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
27 juni 2023
Publicatiedatum
23 november 2023
Zaaknummer
13.684215.16
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde met complexe problematiek

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 27 juni 2023 uitspraak gedaan over de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, geboren in 1987, die momenteel verpleegd wordt in een kliniek. De terbeschikkinggestelde is eerder ter beschikking gesteld onder voorwaarden en heeft sinds 1 augustus 2018 een verplichte verpleging ondergaan. De rechtbank heeft kennisgenomen van een advies van 21 maart 2023, waarin wordt geadviseerd om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, gezien de complexe problematiek van de terbeschikkinggestelde, waaronder schizofrenie en een licht verstandelijke beperking. Tijdens de openbare zitting zijn de officier van justitie, de terbeschikkinggestelde, haar raadsvrouw en een deskundige gehoord. De raadsvrouw verzocht om aanhouding van de zaak om te onderzoeken of een voorwaardelijke beëindiging van de terbeschikkingstelling mogelijk is, maar de rechtbank heeft dit verzoek afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar wordt verlengd. De rechtbank benadrukte dat de terbeschikkinggestelde veel structuur en zorg nodig heeft en dat het risico op zelfdestructief gedrag nog steeds hoog is. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen en de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar verlengd.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 13/684215-16
Beslissing op de vordering van de officier van justitie in het arrondissement Amsterdam van 12 mei 2023 in de zaak tegen:

[terbeschikkingestelde] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1987,
thans verpleegd in [naam kliniek 1] ,
die bij vonnis van deze rechtbank van 15 juni 2017 onder voorwaarden ter beschikking gesteld werd. Bij beslissing van 1 augustus 2018 heeft de rechtbank bevolen dat de terbeschikkinggestelde alsnog van overheidswege zal worden verpleegd. Bij beslissing van 22 juni 2021 heeft de rechtbank de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaren verlengd.

De inhoud van de vordering

De vordering van de officier van justitie strekt tot het verlengen van de termijn van genoemde terbeschikkingstelling met twee jaar.

De procesgang

De rechtbank heeft kennis genomen van de stukken in de zaak met bovenvermeld parketnummer, waaronder:
- het op 21 maart 2023 op grond van artikel 6:6:12, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering uitgebrachte advies, strekkende tot verlenging van deze terbeschikkingstelling met twee jaar, alsmede de daarbij overgelegde aantekeningen.
De rechtbank heeft op 27 juni 2023 de officier van justitie mr. C.R. Zetsma, de terbeschikkinggestelde en diens raadsvrouw mr. S. Koster, advocaat te Amsterdam, alsmede de deskundige A.J.F. Pol, verbonden aan [naam kliniek 1] , op de openbare terechtzitting gehoord. Hiervan is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.
De officier van justitie heeft ter zitting gevorderd om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen. De raadsvrouw heeft verzocht om de behandeling van de zaak aan te houden om te onderzoeken of een voorwaardelijke beëindiging mogelijk is. In het kader van een voorwaardelijke beëindiging zou de terbeschikkinggestelde overgedragen kunnen worden aan de gehandicaptenzorg.

De beoordeling

Aan genoemd advies van [naam kliniek 1] van 21 maart 2023 wordt het volgende ontleend, zakelijk weergegeven:
Kernproblematiek
In classificerende zin is gesteld dat in ieder geval sprake is van schizofrenie. Bij diverse eerdere opnames in de psychiatrie wordt tevens melding gemaakt van persoonlijkheidsproblematiek, (trekken van) een posttraumatische stres stoornis, een reactieve hechtingsstoornis en zwakbegaafdheid. Verder diagnostisch onderzoek is thans geïndiceerd, maar hieraan weigert betrokkene mee te werken.
Er is in de loop der jaren een ernstig verval van cognitieve vermogens zichtbaar geworden bij betrokkene ten gevolge van de schizofrenie: een gemeten IQ van 96 op 21-jarige leeftijd, naar een later gemeten IQ van 56.
Behandelverloop en risicotaxatie
Betrokkene verblijft sinds 1 juli 2022 op de afdeling [naam] , een kleinschalige afdeling met veel ondersteuning en structuur, waar maximaal 4 patiënten verblijven. Deze relatief gestructureerde en rustige omgeving heeft een goede invloed op het functioneren van betrokkene gehad, echter bleef er structureel intensieve zorg en persoonlijke aandacht nodig. Deze zorg is nodig omdat bijvoorbeeld zij zichzelf ernstig verwaarloosde en ook haar kamer vervuilde.
Zonder de hoge mate van externe controle, toezicht, hulp en ondersteuning lukt het betrokkene niet om de wereld om haar heen te snappen en zal ze snel vervallen in gevaar- zettend gedrag. Een externe omgeving die afgestemd is op de zorgbehoefte van betrokkene zal duurzaam nodig zijn om dit gevaar in voldoende mate af te kunnen wenden.
Recidiverisico in geval van beëindiging toezicht of maatregel: hoog.
Recidiverisico in geval van voorwaardelijke beëindiging van het bevel tot verpleging (alleen bij verlengingsadvies): hoog.
Koers en advies
De mate van zorg die nodig is voor de patiënte zou passender zijn binnen een instelling die zich specifiek richt op mensen met een licht verstandelijke beperking (lvb). Er is daarom een overplaatsing aangevraagd naar [naam kliniek 2] . Deze aanvraag is inmiddels goedgekeurd door [naam kliniek 2] . Dit houdt in dat zij op de wachtlijst staat voor een overplaatsing naar [naam kliniek 2] . Betrokkene zelf is tevreden met deze overplaatsing.
Concluderend is er bij patiënte sprake van complexe problematiek, zij is een zeer kwetsbare vrouw die duurzaam afhankelijk is en zal blijven van haar omgeving. De schizofrenie en lvb leiden bij patiënte snel tot communicatieproblemen, teleurstellingen en frustraties, waarbij zij onvoldoende copingvaardigheden heeft hier op een adequate wijze mee om te gaan. Intensieve zorg en ondersteuning, binnen een gestructureerde omgeving, zijn essentieel om de risico’s op agressief gedrag te verminderen.
Geadviseerd wordt om de maatregel met twee jaar te verlengen.
De deskundige heeft dit advies op de openbare terechtzitting bevestigd en daar waar nodig aangevuld. De deskundige heeft toegelicht dat het nog een tijd kan duren voordat er daadwerkelijk plek is bij [naam kliniek 2] , en dat er daarna ook tijd nodig is om te kijken hoe het daar gaat, en wat eventuele vervolgstappen kunnen zijn. Dit hele traject zal zeker langer dan één jaar duren.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is – gelet op het advies, het verhandelde ter zitting en de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht – van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar wordt verlengd.
De rechtbank overweegt dat uit het verlengingsadvies blijkt dat de terbeschikkinggestelde veel structuur en zorg nodig heeft en dat het risico op zelfdestructief gedrag nog hoog is. De rechtbank acht het nog te vroeg om te denken aan een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging waarbij de terbeschikkinggestelde overgedragen kan worden aan de gehandicaptenzorg, zoals door de raadsvrouw bepleit. Op dit moment staat de terbeschikkinggestelde op de wachtlijst voor een verhuizing naar een voorziening van [naam kliniek 2] . De rechtbank vindt het van belang dat eerst gekeken wordt hoe de terbeschikkinggestelde het zal doen bij [naam kliniek 2] en hoe die verhuizing van invloed is op het recidiverisico.
De verwachting is dat het traject bij [naam kliniek 2] een aanzienlijke tijd in beslag zal nemen waardoor een verlenging korter dan de gevorderde twee jaar niet aan de orde is. De rechtbank zal dan ook de terbeschikkingstelling met twee jaar verlengen.
Het verzoek om aanhouding van de raadsvrouw teneinde te onderzoeken of een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging mogelijk is, wordt om diezelfde reden afgewezen.

Beslissing

De rechtbank:
  • wijst afhet verzoek van de raadsvrouw om de beslissing aan te houden teneinde te onderzoeken of een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging mogelijk is;
  • wijst de vordering van de officier van justitie toe en verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling van
Deze beslissing is gegeven door
mr. H.E. Hoogendijk, voorzitter,
mrs. E.G.D. Groenendaal en P.B. Spaargaren, rechters,
in tegenwoordigheid van G. Jenuwein, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 27 juni 2023.
De jongste rechter is buiten staat om deze
beslissing mede te ondertekenen.