ECLI:NL:RBAMS:2023:7436

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
27 juni 2023
Publicatiedatum
23 november 2023
Zaaknummer
13.741083.16
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met twee jaar na beoordeling van de psychologische situatie en behandelverloop

Op 27 juni 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak betreffende de terbeschikkingstelling van een betrokkene, geboren in 1997, die momenteel verpleegd wordt in een kliniek. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen toegewezen. De betrokkene is ter beschikking gesteld bij arrest van het gerechtshof te Amsterdam op 28 november 2017 en de termijn van de terbeschikkingstelling was eerder verlengd op 20 juli 2021. De rechtbank heeft de terbeschikkinggestelde, zijn raadsvrouw en deskundigen gehoord tijdens een openbare zitting. De officier van justitie heeft de verlenging van de terbeschikkingstelling gevorderd, terwijl de raadsvrouw zich refereerde aan het oordeel van de rechtbank. De terbeschikkinggestelde gaf aan dat hij op de goede weg is, maar dat hij nog niet volledig hersteld is.

De rechtbank heeft de inhoud van de vordering en de bijbehorende adviezen en rapporten in overweging genomen. De deskundigen hebben vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een antisociale persoonlijkheidsstoornis en zwakbegaafdheid, en dat hij in het verleden problemen heeft gehad met cannabisgebruik. Ondanks enige vooruitgang in zijn behandeling, is er een risico op terugval in gewelddadig gedrag als de zorg en het toezicht wegvallen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de veiligheid van anderen eist dat de terbeschikkingstelling met twee jaar wordt verlengd, gezien de noodzaak voor verdere behandeling en begeleiding. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen en de termijn van de terbeschikkingstelling verlengd.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummers: 13/741083-16; 23/001108-17
Beslissing op de vordering van de officier van justitie in het arrondissement Amsterdam van 30 mei 2023 in de zaak tegen:

[terbeschikkinggestelde] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1997,
thans verpleegd in [naam kliniek] ,
die bij arrest van het gerechtshof te Amsterdam van 28 november 2017 ter beschikking gesteld werd, teneinde van overheidswege te worden verpleegd, welke terbeschikkingstelling laatstelijk bij beslissing van deze rechtbank van 20 juli 2021 voor de periode van twee jaar werd verlengd.

De inhoud van de vordering

De vordering van de officier van justitie strekt tot het verlengen van de termijn van genoemde terbeschikkingstelling met twee jaar.

De procesgang

De rechtbank heeft kennis genomen van de stukken in de zaak met bovenvermeld parketnummer, waaronder:
  • het op 20 april 2023 op grond van artikel 6:6:12, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering uitgebrachte advies, strekkende tot verlenging van deze terbeschikkingstelling met twee jaar, alsmede de daarbij overgelegde aantekeningen;
  • de op 8 maart 2023 en 24 februari 2023 op grond van artikel 6:6:12, derde lid van het Wetboek van Strafvordering opgemaakte rapporten van de psycholoog E.I.J. Peeters en de psychiater I. Maksimovic, beiden niet verbonden aan de instelling waarin de terbeschikkinggestelde wordt verpleegd, waaruit blijkt dat de terbeschikkinggestelde weigerde om mee te werken aan de onderzoeken en dat daarom geen advies uitgebracht kan worden.
De rechtbank heeft op 27 juni 2023 de officier van justitie mr. C.R. Zetsma, de terbeschikkinggestelde en diens raadsvrouw mr. M.A.C. de Vilder-van Overmeire, advocaat te Amsterdam, alsmede de deskundige T.A.M. Passé, verbonden aan [naam kliniek] , op de openbare terechtzitting gehoord. Hiervan is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.
De officier van justitie heeft gevorderd dat de terbeschikkingstelling met twee jaar wordt verlengd. De raadsvrouw heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. De terbeschikkinggestelde heeft aangegeven dat hij op de goede weg is, maar dat hij er nog niet is en dat hij begrijpt dat de terbeschikkingstelling verlengd zal worden.

De beoordeling

Aan genoemd advies van [naam kliniek] van 20 april 2023 wordt het volgende ontleend, zakelijk weergegeven:
Kernproblematiek
Er is bij betrokkene sprake van een antisociale persoonlijkheidsstoornis, zwakbegaafdheid (een disharmonisch intelligentieprofiel) en een stoornis in cannabisgebruik. Op 5 maart 2020 wordt hij voor het eerst opgenomen in [naam kliniek] .
Behandelverloop en risicotaxatie
Het afgelopen jaar heeft betrokkene aanvankelijk weinig vooruitgang geboekt door, met name, aanhoudend cannabisgebruik. Nadat hij betrokken raakte bij een incident op het sportveld in april 2022, verviel betrokkene in chronisch cannabisgebruik. Het behandelteam heeft toen aan hem voorgelegd dat een overplaatsing werd overwogen als hij geen verbetering zou laten zien. Hierna heeft hij de motivatie weten te vinden om te stoppen met cannabisgebruik. Sindsdien gaat het beter.
Hij is beter in contact met het behandelteam, volgt geïndiceerde therapieën en probeert het geleerde toe te passen in de praktijk. Het behandelteam heeft in februari 2023 besloten dat begeleid verlof aangevraagd zou worden om het resocialisatietraject verder vorm te geven.
Indien zorg en toezicht wegvallen, zal het risico op terugval in gewelddadig gedrag fors toenemen. Gezien de hoge mate van zucht en het gebrek aan inzicht in het risico van middelengebruik, is de kans groot dat hij vrijwel direct zal terugvallen in middelengebruik.
Het risico op terugval in gewelddadig gedrag is laag tot matig bij het huidige niveau van zorg en toezicht binnen het [naam kliniek] . Er is sprake van professionele hulpverlening, intensief toezicht en zijn woonsituatie is geregeld. De heer [terbeschikkinggestelde] heeft echter een gebrek aan probleeminzicht en -besef. Ondersteuning van het behandelteam blijft daarom momenteel noodzakelijk.
Koers en advies
De uitstroomkoers is nog niet definitief vastgesteld, maar het behandelteam denkt aan een FPA als vervolglocatie. Het is van belang dat betrokkene in kleine, gestructureerde stappen toewerkt naar meer vrijheid, zodat de kans op overvraging en het risico op herhaling beperkt is. De eerste stap hierin is de huidige verlofaanvraag. Omdat het risicomanagement in hoofdzaak extern van aard is, is het noodzakelijk dat een vervolginstelling gespecialiseerd is in LVB (licht verstandelijke beperking), (antisociale) persoonlijkheidsproblematiek en een forensische scherpte heeft.
De komende periode zal moet uitwijzen of betrokkene er in slaagt zijn behandeling succesvol te doorlopen. Om zijn vrijheden stapsgewijs uit te breiden, is behandelontwikkeling nodig. Hiervoor is tijd nodig. De verwachting is dat de afwikkeling van het traject nog enkele jaren in beslag zal nemen.
Geadviseerd wordt om de maatregel met twee jaar te verlengen.
De deskundige heeft dit advies op de openbare terechtzitting bevestigd en aangegeven dat het begeleid verlof inmiddels is toegekend en al is gerealiseerd.
De rechtbank is – gelet op het advies, het verhandelde ter zitting en artikel 38d van het Wetboek van Strafrecht – van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar wordt verlengd.
De rechtbank overweegt dat de terbeschikkinggestelde een positieve wending heeft gemaakt, maar dat hij nog stappen te maken heeft en dat de behandeling nog langer dan twee jaar zal duren.

Beslissing

De rechtbank wijst de vordering van de officier van justitie toe en verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling van
[terbeschikkinggestelde]met
twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door
mr. H.E. Hoogendijk, voorzitter,
mrs. E.G.C. Groenendaal en P.B. Spaargaren, rechters,
in tegenwoordigheid van G. Jenuwein, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 27 juni 2023.
De jongste rechter is buiten staat om deze
beslissing mede te ondertekenen.