ECLI:NL:RBAMS:2023:7433

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
8 december 2023
Publicatiedatum
23 november 2023
Zaaknummer
10679524 CV EXPL 23-11918
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verstek
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toetsing van huurovereenkomst op oneerlijke bedingen in consumentenrecht

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam, is een huurovereenkomst centraal gesteld die gesloten is met een consument. De eiseres, Woonstichting De Key, heeft de gedaagde partij, vertegenwoordigd door een bewindvoerder, gedagvaard. De gedaagde is niet verschenen, waardoor verstek is verleend. De kantonrechter heeft ambtshalve de huurovereenkomst en de algemene voorwaarden getoetst aan het Europese en Nederlandse consumentenrecht, met name aan de Richtlijn 93/13 EG, die betrekking heeft op oneerlijke bedingen.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de relevante artikelen van de huurovereenkomst, die zijn getoetst, niet als oneerlijk zijn beoordeeld. De rechter heeft daarbij gekeken naar de omstandigheden rond de sluiting van de overeenkomst en de aard van de goederen of diensten. De vordering van de eiseres is niet onrechtmatig of ongegrond bevonden, met uitzondering van de gevorderde dwangsom voor ontruiming, die is afgewezen. De rechter heeft de datum van beëindiging van de huurovereenkomst vastgesteld op 5 januari 2024 en de ontruiming op dezelfde datum.

De gedaagde is veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 491,10 per maand vanaf 1 juli 2023 tot de daadwerkelijke ontruiming. Daarnaast is de gedaagde partij in de kosten van het geding veroordeeld, inclusief explootkosten, salaris van de gemachtigde en griffierecht. De rechter heeft de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde afgewezen. Dit vonnis is uitgesproken door mr. C.W. Inden op 8 december 2023 in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 10679524 CV EXPL 23-11918
vonnis van: 8 december 2023
fno.: 33623

vonnis van de kantonrechter

I n z a k e

Woonstichting De Key

gevestigd te Amsterdam
eiseres
gemachtigde: mr. P. Brulleman
t e g e n
[bewindvoerder] , h.o.d.n. Stadwijk Bewindvoering in haar hoedanigheid als bewindvoerder van [gedaagde]
kantoorhoudende te [vestigingsplaats]
gedaagde
niet verschenen

Verloop van de procedure

Eiseres heeft gedaagde partij gedagvaard. Gedaagde partij is niet verschenen. Tegen gedaagde partij is verstek verleend. De datum voor vonnis is bepaald op vandaag.

Gronden van de beslissing

Ambtshalve toetsing oneerlijke bedingen

1. De overeenkomst die in deze procedure centraal staat is gesloten met een consument, zodat ambtshalve toetsing aan het Europese en Nederlandse consumentenrecht moet plaatsvinden, in het bijzonder aan de Richtlijn 93/13 EG (Richtlijn oneerlijke bedingen).
2. Eisende partij heeft de tussen partijen gesloten huurovereenkomst en de algemene voorwaarden in het geding gebracht, zodat de kantonrechter ambtshalve kan beoordelen of de bedingen die daarin staan een oneerlijk karakter hebben.
3. Bij de beoordeling van het oneerlijke karakter van een beding gaat het erom of dat beding, in strijd met de goede trouw, het evenwicht tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen van partijen ten nadele van de consument aanzienlijk verstoort (artikel 3 lid 1 van de richtlijn). Hierbij moeten alle omstandigheden rond de sluiting van de overeenkomst worden meegewogen en alle andere bedingen van de overeenkomst, rekening houdend met de aard van de goederen of de diensten waarop de overeenkomst betrekking heeft, in aanmerking worden genomen. Voor het toetsingsmoment moet worden uitgegaan van de datum waarop de overeenkomst is gesloten. Irrelevant voor deze toets is daarom de feitelijke toepassing en uitvoering van de bedingen, of een achteraf gegeven uitleg. Verder moet rekening worden gehouden met de toepasselijke regels van het nationale recht wanneer partijen geen regeling zouden hebben getroffen.
4. De bedingen die voor de beoordeling van de vordering relevant zijn, te weten de artikelen 2.2, 2.3, 2.5 en 2.8 van de huurovereenkomst zijn door de kantonrechter getoetst.
5. De genoemde relevante artikelen worden niet oneerlijk bevonden.
De vordering
6. De vordering komt voorts niet onrechtmatig of ongegrond voor, behoudens voor het geval een deel van het gevorderde niet is toegewezen en/of hieronder anders is overwogen.
7. De gevorderde dwangsom op de ontruiming wordt afgewezen, nu de wet de mogelijkheid biedt van een gedwongen ontruiming door tussenkomst van de deurwaarder.

BESLISSING

De kantonrechter:
stelt het tijdstip waarop de huurovereenkomst tussen partijen voor de woning aan de Handbalstraat 622 te Amsterdam zal eindigen, vast op 5 januari 2024;
stelt het tijdstip van ontruiming van bovengenoemde woning vast op 5 januari 2024;
veroordeelt gedaagde tot betaling van € 491,10 per maand vanaf 1 juli 2023 tot en met het eind van de maand waarin de daadwerkelijke ontruiming heeft plaatsgevonden;
veroordeelt de gedaagde partij in de kosten van het geding, aan de zijde van de eisende partij tot aan deze uitspraak begroot op: € 129,14 aan explootkosten, € 199,00 aan salaris gemachtigde en € 128,00 aan griffierecht, voor zover van toepassing, inclusief BTW;
veroordeelt gedaagde partij in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 66,00 aan salaris gemachtigde, voor zover van toepassing inclusief btw;
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.W. Inden, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 8 december 2023 in tegenwoordigheid van de griffier.