ECLI:NL:RBAMS:2023:7432

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
12 december 2023
Publicatiedatum
23 november 2023
Zaaknummer
10785596 CV EXPL 23-14356
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurzaak met betrekking tot een overeenkomst gesloten in 1991 en de gevolgen van een betaling door gedaagden

In deze huurzaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam, staat de overeenkomst centraal die in 1991 is gesloten met twee consumenten. De zaak betreft een vordering van de Woningstichting Eigen Haard tegen de gedaagden, die niet verschenen zijn op de zitting. De kantonrechter heeft ambtshalve getoetst of de huurovereenkomst onderhevig is aan het Europese en Nederlandse consumentenrecht. Aangezien de huurovereenkomst is ingegaan vóór de implementatie van de Richtlijn 93/13 EG, is deze toetsing niet aan de orde. De eiseres heeft haar vordering verminderd met een betaling van € 1.259,- die op 12 november 2023 door de gedaagden is gedaan. De kantonrechter heeft vastgesteld dat deze betaling gelijk is aan de gevorderde hoofdsom, wat impliceert dat de gedaagden de hoofdsom hebben willen voldoen. De vordering is verder niet onrechtmatig of ongegrond bevonden, met uitzondering van de gevorderde wettelijke rente over de buitengerechtelijke incassokosten, die is afgewezen wegens onvoldoende onderbouwing door de eiseres. In de beslissing is de kantonrechter overgegaan tot veroordeling van de gedaagden tot betaling van de hoofdsom, de buitengerechtelijke incassokosten en de proceskosten, met de verklaring dat de veroordelingen uitvoerbaar zijn bij voorraad. Het vonnis is uitgesproken op 12 december 2023 door mr. C.W. Inden, kantonrechter, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 10785596 CV EXPL 23-14356
vonnis van: 12 december 2023
fno.: 33623

vonnis van de kantonrechter

I n z a k e

Woningstichting Eigen Haard

gevestigd te Amsterdam
eiseres
gemachtigde: KVN Gerechtsdeurwaarders & Juristen
t e g e n

1. [gedaagde 1]

2. [gedaagde 2]

beiden wonende te [woonplaats]
gedaagden
niet verschenen

Verloop van de procedure

Bij exploot van dagvaarding van
2 november 2023heeft eiseres gevorderd zoals in de dagvaarding omschreven. Eiseres heeft haar vordering verminderd met een ontvangen betaling op 12 november 2023 van € 1.259,-.
Gedaagden hebben geen uitstel verzocht en evenmin uiterlijk op de in de dagvaarding vermelde terechtzitting geantwoord.
Tegen gedaagden is verstek verleend.

Gronden van de beslissing

1. De overeenkomst die in deze procedure centraal staat is gesloten met twee consumenten in het jaar 1991. Ambtshalve toetsing aan het Europese en Nederlandse consumentenrecht is niet aan de orde, omdat de huurovereenkomst is ingegaan vóór de implementatie van de Richtlijn 93/13 EG (Richtlijn oneerlijke bedingen) in het Nederlandse recht.
2. De vordering komt niet onrechtmatig of ongegrond voor, behoudens voor het geval een deel van het gevorderde niet is toegewezen en/of hieronder anders is overwogen.
3. Op 12 november 2023 hebben gedaagden een betaling van € 1.259,- gedaan. Gelet op de hoogte van dit bedrag, dat exact gelijk is aan de gevorderde hoofdsom, mag worden aangenomen dat gedaagden met deze betaling bedoeld hebben de hoofdsom te voldoen. In de beslissing zal daarmee rekening worden gehouden.
4. De gevorderde wettelijke rente over de buitengerechtelijke incassokosten wordt afgewezen, nu eiseres hiertoe onvoldoende heeft gesteld.

BESLISSING

De kantonrechter:
veroordeelt gedaagden hoofdelijk om te betalen aan eiseres:
de wettelijke rente over € 1.259,00 vanaf 2 november 2023 tot en met 12 november 2023;
€ 222,02 ter zake van buitengerechtelijke incassokosten;
veroordeelt gedaagden hoofdelijk tot betaling van de proceskosten aan de zijde van eiseres, tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 131,82 aan explootkosten, € 199,00 aan salaris voor de gemachtigde van eiseres en € 322,00 aan griffierecht;
veroordeelt gedaagden hoofdelijk in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op
€ 66,00 aan salaris gemachtigde, voor zover van toepassing inclusief btw;
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.W. Inden, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 12 december 2023 in tegenwoordigheid van de griffier.