Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
2.De feiten
share purchase agreementgedateerd 19 december 2011 en gewijzigd bij
deed of amendmentvan 15 februari 2012 (hierna samen: de SPA). Een deel van de koopsom is direct door Arcona voldaan, het restant is door haar verschuldigd gebleven in de vorm van leningen (hierna: de
Sellers Loans), te voldoen als nabetalingen van (I)
management feesaan de twee bestuurders/aandeelhouders van RCM en (II)
asset realisations.De voorwaarden van de
Sellers Loans zijn vastgelegd in de
Loans Agreement(Annex 3.2 (ii) van de SPA). In artikel 8 lid 2 van de Loans Agreement en in artikel 26 lid 2 van de SPA is deze rechtbank bevoegd verklaard om kennis te nemen van geschillen betreffende deze overeenkomsten.
Sellers Loansaan RCM verschuldigd was (hierna: de
Seller Loans-procedures) en over het bedrag dat RCM op haar beurt aan Arcona verschuldigd was omdat de Belastingdienst in 2013 navorderingsaanslagen had opgelegd aan Arcona (hierna: de
Seller Breach -procedure
).
Seller Breach-procedure is zowel in eerste aanleg, bij vonnis van deze rechtbank van 2 maart 2016 als in hoger beroep, bij arrest van 25 april 2017, geoordeeld dat RCM onder de garanties in de SPA een bedrag van € 302.332,50 aan Arcona verschuldigd was. RC is in beide instanties in de proceskosten veroordeeld.
Sellers Loansprocedure, aangespannen door RCM over de Sellers Loans, staat onder meer het volgende:
4.7.7. Ter comparitie heeft Palmer Capital [Arcona] herhaald dat de vordering van RCM uit hoofde van deze Asset Realisation (ten bedrage van € 243.405,37) teniet is gegaan door verrekening met het bedrag dat Palmer Capital op grond van het vonnis in de Seller Breach procedure van RCM te vorderen heeft. (...)”
- eenbedrag van € 165.404,93 wegens de Asset Realisation 2012, te vermeerderen met de contractuele rente vanaf 1 september 2015 en de boeterente (opgenomen in de Loans Agreement) vanaf 14 juli 2012;
en:
- voor recht verklaarddat Arcona aan RCM een bedrag van € 243.405,37 is verschuldigd wegens een
Asset Realisationin het derde kwartaal van 2013, te vermeerderen met de boeterente vanaf 1 september 2013 en de contractuele rente vanaf 1 september 2015 (conform de Loans Agreement) tot aan het moment dat Arcona mocht verrekenen op basis van het vonnis in de Seller Breach procedure en bepaald dat de rentestop van contractuele en boeterente slechts geldt voor zover en tot aan het bedrag dat RCM op grond van dat vonnis aan Arcona is verschuldigd,
management feeover de jaren 2012, 2013, 2014 en 2015, te vermeerderen met de contractuele- en boeterente als opgenomen in de Loans Agreement,
Working Capitalbinnen 10 dagen na vaststelling daarvan aan RCM te voldoen, te vermeerderen met de contractuele- en boeterente zoals opgenomen in de Loans Agreement, vanaf 27 februari 2012, onder aftrek van hetgeen RCM nog opeisbaar en onherroepelijk aan Arcona zou zijn verschuldigd op grond van het vonnis in de Seller Breach procedure,
Sellers Loanhebben partijen geprocedeerd over de nabetaling
management fee(onder meer over de periode van 2016 tot en met 2018) en de vervallen contractuele en boeterente daarover. In die procedure is onder meer aan de orde gekomen hoe de contractuele rente berekend moest worden.
management feegeoordeeld dat, in het geschil tussen partijen over de contractuele rente, niet de visie van RCM, maar die van Arcona moet worden gevolgd. Dat wil zeggen dat de afspraken tussen partijen zo moeten worden uitgelegd dat de contractuele rente, anders dan de boeterente, niet samengesteld/gestapeld moet worden berekend, dus geen rente over rente.
3.Het geschil
4.De beoordeling
boeterentesamengesteld/gestapeld is, maar de
contractuele renteniet. Hierin zal Arcona niet worden gevolgd. In het Vonnis is immers de contractuele rente als gestapelde/samengestelde rente toegewezen. Het toegewezen bedrag bevat de op die manier berekende rente. Dat blijkt ook uit de door RCM in haar pleitnota geciteerde dagvaarding die aan het Vonnis ten grondslag lag. Dat deze rechtbank in een later vonnis over een ander onderdeel van de vordering (de management fee) het begrip contractuele rente anders heeft uitgelegd, heeft niet tot gevolg dat het eerdere – onherroepelijke – Vonnis waarin de contractuele rente als gestapelde rente is toegewezen, niet meer kan worden geëxecuteerd.
1.079,00