4.1Feiten en omstandigheden
De rechtbank gaat op grond van de wettige bewijsmiddelen van de volgende feiten en omstandigheden uit.
Op 1 augustus 2022 omstreeks 19:14 uur heeft op de voor het openbaar verkeer toegankelijke weg, de van Riebeeckhavenweg te Amsterdam, een aanrijding plaatsgevonden tussen twee personenauto's. Daarbij is verdachte als bestuurder van een Peugeot met het midden van de voorzijde tegen de linkerzijde, ter hoogte van het bestuurdersportier, van een Mercedes aangereden. In de Mercedes zaten [benadeelde partij 1] (hierna: [benadeelde partij 1] ) als bestuurder en [benadeelde partij 2] (hierna: [benadeelde partij 2] ) als bijrijder, die als gevolg van de aanrijding letsel hebben opgelopen.
Redengevende feiten en omstandigheden
Op 1 augustus 2022 omstreeks 19:00 uur bevonden aangeefsters [benadeelde partij 2] en [benadeelde partij 1] zich op de Nieuwe Hemweg te Amsterdam, alwaar [benadeelde partij 2] werd aangesproken door verdachte, haar ex-partner. Op de camerabeelden van deze locatie (beelden Globecenters, [adres] ) is te zien dat om 18:25 uur een zwarte Peugeot komt aanrijden (met naar later blijkt als bestuurder verdachte) en parkeert in een parkeervak. Om 19:13 uur komen twee vrouwen (de latere aangeefsters [benadeelde partij 2] en [benadeelde partij 1] ) aanlopen richting een Mercedes. [benadeelde partij 2] stapt in aan de bestuurderszijde. Verdachte loopt naar de bestuurderszijde en opent de deur, buigt voorover en praat kennelijk met [benadeelde partij 2] . Om 19:15 uur stapt [benadeelde partij 2] uit en loopt samen met verdachte in de richting van zijn auto. [benadeelde partij 1] stapt uit, loopt om de Mercedes heen en gaat op de bestuurdersstoel zitten. [benadeelde partij 2] loopt terug naar de Mercedes en gaat op de passagiersstoel zitten. Verdachte loopt naar de Mercedes en probeert de achterdeur te openen. De Mercedes rijdt achteruit terwijl verdachte er naast staat. Tijdens het achteruit rijden trekt verdachte met beide handen aan het handvat van de deur. De Mercedes maakt vervolgens een bocht om vooruit weg te rijden. Verdachte geeft een vliegende trap met zijn rechter been en raakt het raam/de deur aan de passagierszijde. De Mercedes verdwijnt uit beeld. Verdachte rent terug naar zijn Peugeot, stapt in en rijdt met snelheid achter de Mercedes aan. De rechtbank heeft ter terechtzitting deze beelden getoond en waargenomen dat verdachte dwingend overkomt in de contactlegging en op agressieve wijze met een soort karatetrap met veel kracht tegen het portier van de bijrijder trapt..
Kort na het wegrijden van de Mercedes ontvangt de 112-meldkamer een melding van aangeefster [benadeelde partij 2] . Er zijn twee vrouwenstemmen te horen. De stemmen van de vrouwen klinken overstuur en paniekerig. Er wordt tijdens het gesprek geschreeuwd (weergegeven met hoofdletters). [benadeelde partij 2] doet uitingen als: “REMMEN, Peugeot, achtervolgd, STOP, rechtdoor, rij naar achter…” En: “We worden achtervolgd door een ex en hij wil maar niet weg. Wij zitten nu bij een doodlopende weg (…) Rem, rem. Keer hier de auto. (…) Hij komt nu met volle vaart in ons rijden. (…). Daarna is hard gegil van de vrouwen hoorbaar.
Op dat moment vond de aanrijding op de Riebeeckhavenweg plaats. Kort erna kwam de politie ter plaatse. [benadeelde partij 1] liep op straat en was volledig in paniek. Even daarna werd zij slap en viel op de grond. Ook [benadeelde partij 2] was emotioneel. Op straat stond een Peugeot voorzien van kenteken [kenteken] , met de rechtervoorzijde tegen de linkerzijde van de Mercedes A klasse, voorzien van kenteken [kenteken] . De airbags van allebei de voertuigen waren opengeklapt en beide voertuigen hadden flinke schade. De Mercedes werd door de verzekeringskraan opgehaald en afgevoerd naar het bergingsbedrijf.
In haar aangifte heeft [benadeelde partij 2] , zakelijk weergegeven, verklaard dat zij samen met [benadeelde partij 1] bij een schoonheidssalon aan de Hemweg was. Nadat zij klaar waren bij de salon is [benadeelde partij 2] achter het stuur van de Mercedes gaan zitten. Zij was onaangenaam verrast toen zij verdachte bij de salon zag. Zij stapte uit omdat verdachte zei dat hij met haar wilde praten. Zij vroeg aan [benadeelde partij 1] of zij achter het stuur wilde plaatsnemen. Nadat [benadeelde partij 2] weer was l ingestapt vroeg zij [benadeelde partij 1] de deuren van de auto op slot te doen. Vervolgens reed [benadeelde partij 1] achteruit. Toen verdachte zag dat ze wegreden trapte hij met kracht tegen de deur van de auto aan de bijrijderskant waar zij zat, waardoor de hele auto bewoog. Verdachte reed daarna achter hen aan. Op een gegeven moment reden ze een doodlopende straat in. [benadeelde partij 1] probeerde toen te draaien. [benadeelde partij 2] verklaart “Op het moment dat we wilden draaien klapte [verdachte] met zijn auto keihard in onze auto aan de bestuurderskant”.Zij was heel erg bang.
Uit een letselbeschrijving bij de politie van 21 september 2022 en de verklaring van de huisarts van 10 oktober 2022 blijkt dat [benadeelde partij 2] last heeft van nek- en schouderklachten.Uit een verklaring van de arts van de spoedeisende hulp van het ziekhuis Gelderse vallei blijkt dat [benadeelde partij 2] ook forse hoofdpijn had en drukpijn op de heup.
Uit App-contact tussen [benadeelde partij 2] en verdachte de avond voor het incident blijkt dat zij onder meer tegen verdachte zegt: “Laat mij, “blijf uit mijn leven”, “laat mij met rust”, “het is klaar”.
Aangeefster [benadeelde partij 1] heeft in haar aangifte verklaard dat verdachte heel agressief tegen de deur van de auto trapte, hard schreeuwde en probeerde het portier te openen. Daarop is zij heel hard weggereden in onbekende richting. Ze was in shock en erg in paniek. Verdachte reed achter haar aan. Over de aanrijding verklaart zij: “Ik zette de auto in zijn achteruit om te keren en toen zag ik vanuit mijn linkerbuitenspiegel dat hij vol gas met zijn auto op ons in reed tegen de portierdeur van de bestuurderskant van onze auto. Ik zag dat de airbags open klapten en voelde dat mijn hele lichaam van voor naar achter ging en daarna mijn hoofd tegen die van [benadeelde partij 2] ) klapte”. Even later voelde zij pijn aan haar nek, linker kaak en onderrug.Uit de medische verklaring blijkt dat bij [benadeelde partij 1] sprake was van rug- en nekklachten en kneuzing - mogelijk gedeeltelijke ontwrichting - van de kaken.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij naar Amsterdam is gereden en met [benadeelde partij 2] wilde praten. Hij heeft tegen de Mercedes getrapt omdat hij schrok doordat de Mercedes hem bij het achteruit rijden bijna aanreed en hij zich zorgen maakte over [benadeelde partij 2] , die destijds zwanger van hem zou zijn. Verdachte is achter aangeefsters aangereden omdat hij wilde dat ze zouden stoppen. Vervolgens is hij aan het einde van de doodlopende weg tegen de flank van de kerende Mercedes gebotst.Bij de politie heeft verdachte verklaard: “|Ik kon niet eens remmen of zo. De auto maakte de bocht en boem. Het was een zwaar auto ongeluk. Ik ben zelf ook nog weggevallen. Ik was er een paar seconden niet”.
Onderzoek naar de plaats delict en de Peugeot
Ter plaatse is een verkeersongevallenanalyse (hierna: de VOA) gemaakt. Voor zover relevant blijkt uit het rapport het volgende. Bij het opstellen van de scenario’s zijn de kort na de aanrijding opgedane waarnemingen en het bekijken van de bewakingscamerabeelden van Eurotank Amsterdam, gevestigd [adres] , als uitgangspunt genomen. Er werd een onderzoek aan de rem- en stuurinrichting van de Peugeot verricht. Bij het verdraaien van het stuurwiel en bediening van het remsysteem, voor zover mogelijk waarneembaar en gerelateerd aan dit verkeersongeval, werden geen gebreken c.q. omstandigheden geconstateerd die de aanrijding veroorzaakt of mede veroorzaakt zouden kunnen hebben. Er waren geen objecten op het dasboard of aan de voorruit waardoor het zicht belemmerd werd anders dan door de constructie van het voertuig.
Er is daarnaast onderzoek gedaan naar eventuele zichtveld belemmerende omstandigheden ten tijde van het ongeval. Voor dit onderzoek zijn op vrijdag 5 augustus 2022 foto's gemaakt op een nagenoeg gelijk tijdstip en onder nagenoeg dezelfde omstandigheden als ten tijde van de aanrijding. Het weggedeelte van de Riebeeckhavenweg, vanaf de Butaanweg tot aan het punt van de aanrijding was een rechte overzichtelijke weg zonder zicht belemmerende objecten in de infrastructuur. De afstand vanaf de Butaanweg tot aan de plaats van de aanrijding bedroeg ongeveer 120 meter. Kijkend in de rijrichting van de Peugeot zijn er aan de linkerzijde van de weg bomen geplaatst. De stand van de zon was eveneens aan de linkerzijde van de weg. De schaduw, veroorzaakt door deze bomen, besloeg de gehele breedte van de weg waardoor een bestuurder op het tijdstip van de aanrijding niet door de zon verblind kon worden (afbeelding 4). Verbalisanten hebben de videobeelden van het moment van de aanrijding bestudeerd, verstrekt door het bedrijf Eurotank. Op de beelden is het volgende waarneembaar. Verbalisanten zien dat de Mercedes aan komt rijden over de rijbaan van de Van Riebeeckhavenweg, komende uit de richting van de Butaanweg te Amsterdam. Ter hoogte van het gesloten toegangshek van Eurotank Amsterdam, wijkt de auto naar de rechterzijde uit en draait naar links in, kennelijk om een keerbeweging te maken. Tevens zagen verbalisanten dat tijdens bovengenoemde manoeuvre van de Mercedes, een tweede voertuig, naar later bleek de Peugeot, uit gelijke richting aan kwam rijden. Vervolgens zagen zij dat de Mercedes dwars op de rijbaan stil kwam te staan waarna deze achteruit ging rijden. Ondertussen bleef de Peugeot doorrijden richting de Mercedes. Door het rijpatroon van de Mercedes te vergelijken met het rijpatroon van de Peugeot is waarneembaar dat de snelheid van de Peugeot toeneemt. Vlak voor de aanrijding vermindert de auto snelheid en maakt een stuurbeweging naar rechts richting het linker voorportier van de achteruitrijdende Mercedes. De Peugeot maakt op het allerlaatste moment, vlak voordat deze de Mercedes raakt, een stuurbeweging naar links. De Peugeot rijdt daarop tegen het midden van de voorzijde tegen de linkerzijde, ter hoogte van de A-stijl, van de Mercedes. De rechtbank heeft de beelden op de terechtzitting getoond en de beschrijving daarin bevestigd gezien. Aan de hand van de timer van de VLC-player bleek nog dat de Peugeot om 02:09 in het zicht van de camera kwam en dat de aanrijding om 02:16 plaatsvond.
Gedurende deze 7 seconden reed de Peugeot over een rechte weg waar men niet door de zon verblind kon worden door de schaduwwerking van de naast de rijbaan geplaatste bomen. Dit betekent dat de bestuurder van de Peugeot ongeveer 7 seconden vrij zicht op de dwars op de weg kerende Mercedes heeft gehad. De Airbag Crashmodule (ACM) van de Peugeot is uitgebouwd. Door het uitlezen en analyseren van de ACM kan een gedetailleerde en accurate snelheid bepaald worden.Voorgaand onderzoek is in Frankrijk verricht. De resultaten van dit onderzoek zitten in het dossier. Op het moment dat de ACM een dusdanige vertraging ondergaat waardoor de airbags van het voertuig ontplooien, wordt automatisch door de EDR (Event Data Recorder) de laatste 5 seconden aan data opgeslagen. Het ontvangen uitleesrapport kwam overeen met de gegevens van voornoemde Peugeot.
Het ‘event’ was opgeslagen als ‘frontal event’ wat inhoudt dat de ACM een botsing geconstateerd had waarbij het voertuig met de voorzijde tegen iets was aangereden.
De bestuurdersairbag is na 33 milliseconde geactiveerd. Verder bleek dat het voertuig in de seconden voorafgaande aan de aanrijding met de volgende snelheden had gereden.
• Op 5 seconden voorafgaande aan het ongeval: 106,21 km/h
;
• Op 4,5 seconden: 105,43 km/h;
• Op 4 seconden: 104,18 km/h;
• Op 3 seconden: 101 km/h;
• Op 3,5 seconden: 101,74 km/h;
• Op 2,5 seconden: 96,76 km/h;
• Op 2 seconden: 86,42 km/h;
• Op 1,5 seconden: 79,47 km/h;
• Op 1 seconde: 66,06 km/h;
• Op 0,5 seconde: 57,18 km/h;
De airbag is ontplooid terwijl het voertuig een snelheid had van 38,07 km/h.
Uit voornoemde bijlage blijkt dat dit de snelheid was op het moment van de crash.
Uit controle van de politiesystemen bleek dat het rijbewijs van de verdachte, categorie B ongeldig was verklaard wegens ongeschiktheid. Het CBR heeft op 26 oktober 2021 besloten dat het rijbewijs van [verdachte] vanaf 2 november 2021 ongeldig is verklaard.Ten tijde van de aanrijding was dit nog steeds het geval. Verdachte was daarvan op de hoogte.
Zaak B
Verdachte heeft bekend dat hij op 10 september 2021 te Amsterdam een niet op zijn naam gesteld rijbewijs aan verbalisanten heeft getoond. Verdachte reed als bestuurder in een voertuig en heeft het rijbewijs op naam van [naam] met rijbewijsnummer [nummer] , aan de politie getoond.