ECLI:NL:RBAMS:2023:7387

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
11 oktober 2023
Publicatiedatum
22 november 2023
Zaaknummer
13/178016-23 (oud: 13/751121-17)
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in de vordering tot behandeling van een Europees aanhoudingsbevel

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 11 oktober 2023 uitspraak gedaan in het kader van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door de Poolse autoriteiten. De zaak betreft de vordering van het openbaar ministerie tot het in behandeling nemen van het EAB, dat op 17 januari 2017 was uitgevaardigd. De opgeëiste persoon, geboren in Polen in 1984, was in deze procedure vertegenwoordigd door zijn raadsman, mr. T. Kocabas. Tijdens de zitting op 13 juni 2017 werd het onderzoek geschorst om de opgeëiste persoon de gelegenheid te geven zijn verweer nader te onderbouwen. Op 11 oktober 2023 werd de behandeling van het EAB voortgezet, maar de opgeëiste persoon was niet aanwezig.

De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon vastgesteld en bevestigd dat hij de Poolse nationaliteit heeft. De officier van justitie heeft betoogd dat het openbaar ministerie niet ontvankelijk moet worden verklaard in de vordering, omdat de Poolse autoriteiten het EAB op 7 september 2017 hebben ingetrokken. De rechtbank heeft dit standpunt gevolgd en heeft het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering tot behandeling van het EAB. Tevens is vastgesteld dat de geschorste overleveringsdetentie is beëindigd. Deze uitspraak is gedaan door de voorzitter en twee andere rechters in aanwezigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open, zoals bepaald in artikel 29, tweede lid, van de Overleveringswet.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer 13/178016-23 (oud: 13/751121-17)
Datum uitspraak: 11 oktober 2023
UITSPRAAK
op de vordering op grond van artikel 23 Overleveringswet (OLW), ingediend door de officier van justitie bij deze rechtbank. De vordering van 16 maart 2017 betreft onder meer het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). Dit EAB is uitgevaardigd op 17 januari 2017 door de
Circuit Court in Olsztyn(Polen) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon]
geboren te [geboorteplaats] (Polen) op [geboortedag] 1984,
ingeschreven in de Basisregistratie personen en verblijvend op het adres
[adres opgeëiste persoon]
hierna te noemen de opgeëiste persoon.

1.Procesgang

Zitting 13 juni 2017
De behandeling van het EAB heeft plaatsgevonden in aanwezigheid van
mr. A. Oswald, officier van justitie. De opgeëiste persoon is verschenen en bijgestaan door zijn raadsman, mr. T. Kocabas, advocaat in Zoetermeer en door een tolk in de Poolse taal. Het onderzoek ter zitting is geschorst om de opgeëiste persoon in de gelegenheid te stellen een te voeren verweer tot gelijkstelling met een Nederlander nader te kunnen onderbouwen.
Zitting 11 oktober 2023
De behandeling van het EAB is met toestemming van partijen in gewijzigde samenstelling voortgezet op de zitting van 11 oktober 2023 en heeft plaatsgevonden in aanwezigheid van
mr. S.J. Wirken, officier van justitie en de raadsman, mr. T. Kocabas, advocaat in Utrecht.
De opgeëiste persoon is niet verschenen.

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon onderzocht en vastgesteld dat de
bovenvermelde personalia juist zijn en dat de opgeëiste persoon de Poolse nationaliteit heeft.

3.Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie

De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat de rechtbank het openbaar ministerie niet ontvankelijk dient te verklaren in de vordering tot het in behandeling nemen van het EAB nu de Poolse autoriteiten het EAB op 7 september 2017 hebben ingetrokken.
De rechtbank volgt de officier van justitie in bovengenoemd standpunt.

4.Beslissing

VERKLAARThet openbaar ministerie niet-ontvankelijk in zijn vordering tot het in behandeling nemen van het EAB
.
STELT VASTdat de geschorste overleveringsdetentie is beëindigd.
Deze uitspraak is gedaan door
mr. P. van Kesteren, voorzitter,
mrs. R.A. Sipkens en H.P. Kijlstra, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. H.L. van Loon, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op de zitting van 11 oktober 2023.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.