Uitspraak
ARECHTBANK Amsterdam
1.[eiser 1] ,
2.
[eiser 2],
3.
[eiser 3],
4.
[eiser 4],
1.[gedaagde 1] ,
2.
[gedaagde 2],
3.
[gedaagde 3],
4.
[gedaagde 4],
5.
[gedaagde 5],
6.
[gedaagde 6],
7.
[gedaagde 7],
8.
[gedaagde 8],
1.De procedure
2.De feiten
Het gezamenlijke hek aan de zijde van huisnummer [adres 1] zal worden aangepast door een poort, met slot, te installeren waarbij iedere deelgenoot minimaal één sleutel zal krijgen.’
Het gezamenlijke hek aan de zijde van nummer [adres 2] zal worden aangepast door een poort, met slot, te installeren waarbij iedere deelgenoot minimaal één sleutel zal krijgen.’
Het voorstel onder 1 en/of 2 (indien aangenomen) zal zo spoedig mogelijk worden uitgevoerd.’
De middenhuizen zullen de kosten van de voorstellen onder 1, 2 en 3 dragen.’
3.De vorderingen van [eisers]
4.De tegenvordering van [gedaagden]
5.De voorwaardelijke vordering van [eisers]
6.De beoordeling
vanaf waar. Feitelijk zijn er twee mogelijkheden: vanaf de woningen zelf (zoals [eisers] betogen) en/of vanaf de openbare weg (zoals [gedaagden] betogen). Uit de woorden ‘op de voor de andere eigenaren minst bezwarende wijze’ en ‘zoveel mogelijk in het verlengde van het eigen perceel’ kan op zichzelf niet worden afgeleid welke mogelijkheid is bedoeld. Die woorden kunnen op verschillende manieren worden geïnterpreteerd, zoals blijkt uit de stellingen van partijen daarover. Naar het oordeel van de rechtbank is van doorslaggevend belang dat onder B.1 van de akte van mandeligheid staat dat het mandelige perceel aan de oost- en westzijde zal worden omgeven door een hekwerk, die ook gemeenschappelijk eigendom zal zijn van de deelgenoten. De bedoeling van een hekwerk is doorgaans om een stuk grond van een ander stuk grond af te sluiten, in dit geval het mandelige perceel van de openbare weg. Dat verenigt zich niet met het gebruik van het mandelige perceel als achterom. Daarvoor is het immers nodig dat het mandelige perceel toegankelijk is vanaf de openbare weg.