ECLI:NL:RBAMS:2023:737

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
2 februari 2023
Publicatiedatum
13 februari 2023
Zaaknummer
13/319485-22
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Europees strafrecht
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toestemming voor overlevering op basis van Europees aanhoudingsbevel met waarborg voor strafondergane in Nederland

Op 2 februari 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door het Amtsgericht Bayreuth in Duitsland. De zaak betreft de opgeëiste persoon, geboren in 1991, die de Nederlandse nationaliteit heeft. De officier van justitie heeft op 9 december 2022 verzocht om de behandeling van het EAB, dat op 9 november 2022 was uitgevaardigd. De opgeëiste persoon is op de zitting van 19 januari 2023 verschenen, bijgestaan door zijn raadsman, mr. G.J. Woodrow. De rechtbank heeft vastgesteld dat de opgeëiste persoon de juiste persoonsgegevens heeft verstrekt en dat hij de Nederlandse nationaliteit bezit.

De rechtbank heeft de inhoud van het EAB beoordeeld, waarin de opgeëiste persoon wordt beschuldigd van meerdere strafbare feiten, waaronder 'georganiseerde of gewapende diefstal' en 'opzettelijke brandstichting'. De rechtbank heeft vastgesteld dat de feiten onder de Duitse wetgeving strafbaar zijn en dat er een vrijheidsstraf van ten minste drie jaren op staat, waardoor het vereiste van dubbele strafbaarheid niet van toepassing is. Voor de andere beschuldiging, 'criminal damage', is wel een toetsing van dubbele strafbaarheid vereist, maar ook hieraan is voldaan.

De rechtbank heeft verder geoordeeld dat de garantie van de Duitse autoriteiten voldoende is, waarbij is bevestigd dat de opgeëiste persoon zijn straf in Nederland kan ondergaan. Gezien het feit dat er geen weigeringsgronden zijn en het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet, heeft de rechtbank besloten om de overlevering toe te staan. De uitspraak is gedaan door de voorzitter en twee andere rechters, en er staat geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/319485-22
RK nummer: 22/5068
Datum uitspraak: 2 februari 2023
UITSPRAAK
op de vordering van de officier van justitie van 9 december 2022 bij deze rechtbank tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). [1]
Dit EAB is uitgevaardigd op 9 november 2022 door het
Amtsgericht Bayreuth (Local Court of Bayreuth), Duitsland (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon],
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedag] 1991,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:
[adres], [plaats],
hierna ‘de opgeëiste persoon’.

1.Procesgang

De behandeling van het EAB heeft plaatsgevonden op de zitting van 19 januari 2023. Het openbaar ministerie heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. C.L.E. McGivern, officier van justitie. De opgeëiste persoon is verschenen en bijgestaan door zijn raadsman, mr. G.J. Woodrow, advocaat in Tilburg.
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

Ter zitting heeft de opgeëiste persoon verklaard dat de bovenvermelde persoonsgegevens juist zijn en dat hij de Nederlandse nationaliteit heeft.

3.Grondslag en inhoud van het EAB

Het EAB vermeldt een
arrest warrantvan
the Local Court of Bayreuthvan 9 november 2022 (referentie: Gs 1695/22).
De uitvaardigende justitiële autoriteit verzoekt de overlevering vanwege het vermoeden dat de opgeëiste persoon zich schuldig heeft gemaakt aan een naar Duits recht strafbaar feit. Dit feit is omschreven in het EAB. [2] Uit de aanvullende informatie van 23 december 2022 volgt dat dit strafbare feit naar Duits recht onder meerdere kwalificaties (
aggravated gang theft, causing of an explosionen
criminal damage) valt.

4.Strafbaarheid

4.1
Feiten vermeld op bijlage 1 bij de OLW
De uitvaardigende justitiële autoriteit wijst het strafbare feit (voor zover het onder de Duitse kwalificaties
aggravated gang theften
causing of an explosionvalt) aan als feiten vermeld in de lijst van bijlage 1 bij de OLW. Het feit valt op deze lijst onder nummers 18 en 28, te weten:
18) georganiseerde of gewapende diefstal;
28) opzettelijke brandstichting.
Uit het EAB en de aanvullende informatie van 23 december 2022 volgt dat op deze feiten naar het recht van Duitsland een vrijheidsstraf met een maximum van ten minste drie jaren is gesteld.
Dit betekent dat een onderzoek naar de dubbele strafbaarheid van het feit waarvoor de overlevering wordt verzocht, achterwege moet blijven.
4.2
Feit waarvoor dubbele strafbaarheid is vereist
De uitvaardigende justitiële autoriteit heeft het strafbare feit (voor zover het onder de Duitse kwalificatie
criminal damage [3] valt) niet aangeduid als feit waarvoor het vereiste van toetsing van dubbele strafbaarheid niet geldt. Overlevering kan in dat geval worden toegestaan, wanneer – kort gezegd – voldaan is aan het vereiste dat op het feit naar het recht van de uitvaardigende lidstaat een vrijheidsstraf met een maximum van ten minste twaalf maanden is gesteld en het feit ook naar Nederlands recht strafbaar is.
De rechtbank stelt vast dat hieraan is voldaan.
Het feit levert naar Nederlands recht op:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen.

5.De garantie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, OLW

De opgeëiste persoon heeft de Nederlandse nationaliteit. Zijn overlevering kan daarom worden toegestaan, wanneer is gewaarborgd dat de opgeëiste persoon, in geval van veroordeling in de uitvaardigende lidstaat tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf na overlevering, deze straf in Nederland mag ondergaan.
The Chief Senior Public Prosecutor in Bayreuthheeft bij brief van 23 december 2022 de volgende garantie gegeven:
Preliminary investigation proceedings against the Dutch citizen
[opgeëiste persoon]
born on [geboortedag], 1991 in [geboorteplaats]
The Public Prosecutor's Office of Bayreuth assures that, in case the wanted person is sentenced to an unconditional and final prison sentence, he will be allowed to serve it in the Netherlands pursuant to article 5, paragraph 3 of the Framework Decision and be returned for this purpose.
Naar het oordeel van de rechtbank is deze garantie voldoende.

6.Slotsom

De rechtbank stelt vast dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 OLW. Verder staan geen weigeringsgronden aan de overlevering in de weg en is geen sprake van een geval waarin aan het EAB geen gevolg mag worden gegeven. Om die reden staat de rechtbank de overlevering toe.

7.Toepasselijke wetsartikelen

De artikelen 350 Wetboek van Strafrecht en 2, 5, 6 en 7 OLW.

8.Beslissing

STAAT TOEde overlevering van
[opgeëiste persoon]aan het
Amtsgericht Bayreuth (Local Court of Bayreuth), Duitsland voor het feit zoals omschreven in onderdeel e) van het EAB.
Aldus gedaan door
mr. M. Snijders Blok-Nijensteen, voorzitter,
mrs. M.E.M. James-Pater en A. Pahladsingh, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. N.M. van Trijp, griffier,
en uitgesproken ter openbare zitting van 2 februari 2023.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Zie artikel 23 Overleveringswet (OLW).
2.Zie onderdeel e) van het EAB.
3.