ECLI:NL:RBAMS:2023:7217

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
28 juli 2023
Publicatiedatum
14 november 2023
Zaaknummer
C/13/735428 / KG ZA 23-523
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot medewerking aan overdracht van aandelen in kort geding

In deze zaak, die voor de Rechtbank Amsterdam is behandeld, hebben eiseressen, CRYSTAL BEHEER B.V. en FUN@FUNCTION B.V., een kort geding aangespannen tegen gedaagden, [gedaagde] B.V. en MEDIA@HOME B.V., met als doel medewerking te verkrijgen voor de overdracht van aandelen in [bedrijf 1] B.V. De mondelinge behandeling vond plaats op 18 juli 2023, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. Eiseressen stelden dat er een koopovereenkomst was gesloten op 16 januari 2023, waarin gedaagden hun aandelen in [bedrijf 1] B.V. aan eiseressen zouden verkopen. Gedaagden voerden verweer en stelden dat de voorzieningenrechter onbevoegd was, maar dit werd door de rechter verworpen. De voorzieningenrechter oordeelde dat er voldoende bewijs was dat de koopovereenkomst tot stand was gekomen, ondanks dat niet alle partijen de overeenkomst hadden ondertekend. De rechter oordeelde dat de vorderingen van eiseressen toewijsbaar waren, omdat de gedaagden niet hadden aangetoond dat er sprake was van misbruik van omstandigheden of dwaling. De rechter heeft gedaagden veroordeeld om binnen twee dagen na het vonnis een volmacht te verstrekken aan de notaris voor de levering van de aandelen en om een lening van € 22.500,- over te maken aan [bedrijf 1] B.V. De rechter heeft ook dwangsommen opgelegd voor het geval gedaagden niet aan de veroordelingen voldoen. De proceskosten zijn voor rekening van gedaagden.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/735428 / KG ZA 23-523 HH/LO
Vonnis in kort geding van 28 juli 2023
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CRYSTAL BEHEER B.V.,
gevestigd te Weesp,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FUN@FUNCTION B.V.,
gevestigd te Weesp,
eiseressen bij dagvaarding van 28 juni 2023,
advocaat mr. M.H.J. Langerak te Amsterdam,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde] B.V.,
gevestigd te Volendam,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MEDIA@HOME B.V.,
gevestigd te Volendam,
gedaagden,
advocaat mr. E.C.M. Braun te 's-Hertogenbosch.
Partijen zullen hierna eiseressen en gedaagden worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Voor de aanvang daarvan op 6 juli 2023 is de mondelinge behandeling van deze zaak verplaatst naar 18 juli 2023. Op de mondelinge behandeling van 18 juli 2023 hebben eiseressen de vorderingen zoals omschreven in de dagvaarding toegelicht. Gedaagden hebben verweer gevoerd, mede aan de hand van een vooraf ingediende conclusie van antwoord. Beide partijen hebben schriftelijke stukken en een pleitnota ingediend.
Ter zitting waren aanwezig:
aan de kant van eiseressen: [naam 1] , bestuurder van Crystal Beheer, en [naam 2] , bestuurder van Fun@Function, met mr. Langerak;
aan de kant van gedaagden: [naam 3] , bestuurder van [gedaagde] B.V. en [naam 4] , bestuurder van Media@Home, met mr. Braun.
1.2.
Voor alle weren hebben gedaagden een bevoegdheidsincident opgeworpen waarbij zij stellen dat de voorzieningenrechter te Amsterdam zowel absoluut als relatief onbevoegd is. De voorzieningenrechter heeft zich na debat hierover bevoegd verklaard. Op grond van artikel 254 lid 1 Rv is in alle spoedeisende zaken de voorzieningenrechter bevoegd, ook in zaken die tot de competentie van de kantonrechter behoren. Artikel 254 lid 5 bepaalt dat de kantonrechter
naastde voorzieningenrechter bevoegd is, en niet exclusief, zoals gedaagden stellen. In artikel 16.1 van de aandeelhoudersovereenkomst tussen partijen is een forumkeuze voor de rechtbank Amsterdam gemaakt voor alle geschillen die voortvloeien uit de aandeelhoudersovereenkomst en de overeenkomsten die daarvan een gevolg zijn. Eiseressen beroepen zich op het bestaan van een koopovereenkomst van aandelen, waarmee eiseressen hun belang in de vennootschap vergroten doordat gedaagden die aandelen verkopen. Dit is een overeenkomst die voortvloeit uit de aandeelhoudersovereenkomst en daarmee is de voorzieningenrechter te Amsterdam ook relatief bevoegd. Dat zou alleen anders zijn indien het een zaak betreft die tot de competentie van de kantonrechter behoort. Gedaagden worden niet gevolgd in hun standpunt dat dit kort geding een waardevordering betreft van minder dan
€ 25.000,=. Er wordt gevorderd levering van aandelen, dat is een vordering van onbepaalde waarde, en als het al wel als een waardevordering gekwalificeerd zou kunnen worden dan betreft het medewerking aan één leveringsakte, nu de notaris niet met separate aktes wil werken, waarbij het in totaal gaat om een bedrag van ruim boven dit bedrag. Het forumkeuzebeding blijft dus in stand.
1.3.
Na dit incident is de mondelinge behandeling voortgezet. Vonnis is bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
Gedaagden zijn de oprichters van [bedrijf 1] B.V. (hierna: [bedrijf 1] ), gevestigd te [plaats] . Eiseressen en gedaagden houden gezamenlijk alle aandelen in het geplaatste kapitaal en zijn ook allen zelfstandig bevoegd bestuurder.
2.2.
Eiseressen participeren sinds 8 juli 2022 ieder voor 14,1% van het geplaatste kapitaal in [bedrijf 1] . Partijen en [bedrijf 1] hebben daartoe een aandeelhoudersovereenkomst gesloten. In artikel 16.2 daarvan staat:
“(…) De bevoegde rechter van de Rechtbank Amsterdam is exclusief bevoegd om van alle geschillen die voortvloeien uit deze overeenkomst of overeenkomsten die daarvan het gevolg zijn, kennis te nemen.”
2.3.
[bedrijf 1] heeft 70,9% van de aandelen in [bedrijf 2] B.V. (hierna: [bedrijf 2] ). [bedrijf 1] is ook enig bestuurder van [bedrijf 2] . [bedrijf 2] is een startup die een digitaal product heeft ontwikkeld waarmee consumenten op eenvoudige wijze aankopen kunnen doen door slechts een QR-code te scannen en een afleveradres op te geven.
2.4.
[bedrijf 2] heeft met enige regelmaat aanvullende investeringen nodig. In januari 2023 hebben partijen gesproken over een benodigde financiële injectie, in de vorm van geldleningen van zowel eiseressen als gedaagden. Omdat gedaagden financieel niet in staat waren om de benodigde leningen aan [bedrijf 1] dan wel [bedrijf 2] te verstrekken, hebben partijen gesproken over verkoop door gedaagden aan eiseressen van een deel van hun aandelen in [bedrijf 1] . De verkoopopbrengst zouden gedaagden dan kunnen aanwenden om hun deel van de leningen aan [bedrijf 1] te verstrekken, zodat [bedrijf 1] [bedrijf 2] zou kunnen financieren.
2.5.
Op 15 januari 2023 hebben gedaagden een koopovereenkomst (hierna: de koopovereenkomst) opgesteld. Daarin staat het volgende.
“Zoals besproken graag akkoord met het volgende.
[naam 4] , vzr.] en [naam 3] , vzr.] verkopen ieder 14,2% tegen een waarde van € 22.500,- van hun aandelen van [bedrijf 1] aan Crystalbeheer en fun function. Dit bedrag wordt gebruikt als lening aan [bedrijf 2] .
De resterende vraag voor bijstorting in [bedrijf 2] van [bedrijf 1] zal dan door [naam 1] , vzr.] en [naam 2] , vzr.] worden ingebracht als lening aan [bedrijf 2] .
Beide bedragen zullen worden gebruikt voor [bedrijf 2] zodat deze aan zijn betalingsverplichting kan voldoen tot Juni 2023”
[daaronder zijn de namen van [naam 3] , [naam 4] , [naam 1] en [naam 2] toegevoegd, met ruimte om te tekenen, vzr.]
2.6.
Op 16 januari 2023 hebben gedaagden de koopovereenkomst getekend en aan eiseressen toegezonden.
2.7.
De boekhouder van gedaagden, [naam 5] , van Waterland Accountants & Adviseurs, heeft de koopovereenkomst aan een notaris van Waterland Notariaat te Purmerend verstrekt met de instructie de aandelenlevering te verzorgen.
2.8.
In een e-mail van 10 maart 2023 van [naam 5] aan het notariskantoor staat onder meer het volgende.
“(…)
Men wil per volmacht passeren.
De koopsom is gebaseerd op dezelfde grondslagen als de vorige keer. Tot op heden is de BV en het product nog steeds in ontwikkeling. Daar is verder nog geen verandering in opgetreden.
De koopsom bedraagt € 22.500 per pakket aandelen.
Dit keer zal inderdaad geen agiostorting plaats vinden.
(…)
Dus dit is nog geenszins een definitieve jaarrekening. Maar laat wel zien dat de aandeelhouders tot op heden alleen nog maar geld hebben gestort en er kosten worden gemaakt voor de ontwikkeling van immateriële vaste activa. Er is nog geen meerwaarde gecreëerd. Vandaar dat men aansluit bij de koopsom van de vorige keer.
(…)”
2.9.
Bij e-mail van 9 mei 2023 heeft het notariskantoor bericht dat eiseressen de koopsommen voor de aandelen op de derdengeldrekening van de notaris hebben voldaan, en wordt (wederom) verzocht om de volmachten te tekenen die nodig zijn voor de aandelenlevering.
2.10.
Bij e-mail van 16 mei 2023 heeft het notariskantoor laten weten dat alleen [naam 3] nog de volmacht moest tekenen, en dat de notariskosten nog betaald moesten worden. Bij deze e-mail is ook de laatste concept leveringsakte gevoegd.
2.11.
Op 17 mei 2023 heeft [naam 2] aan [naam 3] gevraagd om per ommegaande te bevestigen dat hij de volmacht aan de notaris zou verstrekken. [naam 3] heeft daarop geantwoord dat hij het die dag had willen doen, maar dat zijn tante was beroofd en dat dat even voorrang had, maar dat hij het in de komende dagen zou gaan doen.
2.12.
Bij e-mail van 22 mei 2023 heeft het notariskantoor laten weten dat de factuur van de notaris inmiddels was voldaan, maar dat zij nog steeds in afwachting waren van de volmacht van [naam 3] .
2.13.
Bij e-mail van 3 juni 2023 heeft [naam 4] aan [naam 2] en [naam 1] laten weten dat [naam 3] de volmacht niet wil tekenen, en dat hij ( [naam 4] ) ook geen vertrouwen meer heeft in een goede afloop en daarom op zoek is gegaan naar een andere investeerder, die hij inmiddels had gevonden.

3.Het geschil

3.1.
Eiseressen vorderen – samengevat – bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
1. gedaagden te bevelen medewerking te verlenen aan de uitvoering van de op 16 januari 2023 overeengekomen verkoop en levering van een 28,4% aandelenbelang in [bedrijf 1] aan eiseressen, conform de concept leveringsakte van 16 mei 2023 en de notaris daartoe binnen 2 dagen na betekening volmacht te verstrekken;te bepalen dat dit vonnis in de plaats treedt van de medewerking als gedaagden of één van hen niet tijdig de volmacht afgeeft, dan wel een dwangsom te verbinden aan het onder 1 gevorderde;
2. gedaagden ieder te veroordelen om na ontvangst van de koopsom voor de aandelen van € 22.500,- dit bedrag binnen 48 uur ten titel van lening over te maken op de bankrekening van [bedrijf 1] , op straffe van een dwangsom;
3. gedaagden hoofdelijk te veroordelen in de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
Gedaagden voeren verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De vordering strekt tot nakoming van de koopovereenkomst. Een vordering tot nakoming kan in kort geding alleen worden toegewezen, indien voldoende aannemelijk is dat de bodemrechter het standpunt van eiseressen zal volgen, bijvoorbeeld als gedaagden een kennelijk ongegrond verweer voeren, en indien van eiseressen niet kan worden gevergd dat zij de uitslag van de bodemprocedure afwachten.
4.2.
Partijen verschillen van mening of er een koopovereenkomst tot stand is gekomen. Vaststaat dat de koopovereenkomst door gedaagden is ondertekend op 16 januari 2023. Eiseressen hebben de overeenkomst op dat moment niet ondertekend. Wel hebben zij blijkens de e-mail van de notaris van 9 mei 2023 (zie 2.9) beiden de koopprijzen voor de aandelen op de derdengeldrekening van de notaris gestort en de notariële volmacht ondertekend. Daarmee hebben zij de overeenkomst gestand gedaan en gaat de stelling van gedaagden dat de overeenkomst niet tot stand is gekomen omdat eiseressen niet getekend hebben voordat gedaagden op 3 juni 2023 de stekker uit de deal trokken niet op. Voorts staat vast dat [naam 4] de volmacht namens gedaagde sub 2 ook heeft ondertekend en zorg heeft gedragen voor de betaling van de declaratie van de notaris, zoals blijkt uit de e-mail van de notaris van 22 mei 2023 (zie 2.12), naar aanleiding van een vraag van [naam 4] eerder die dag of de notaris nu alles binnen heeft. Alleen [naam 3] heeft de volmacht niet ondertekend, maar tot aan 3 juni 2023 heeft hij op geen enkele wijze laten weten dat hij zich niet aan de overeenkomst gebonden achtte. Hij heeft op 17 mei 2023 bevestigd tot ondertekening over te gaan, maar dat er iets dringends tussen was gekomen, te weten de beroving van zijn tante (zie 2.11). Dit betekent dat voorshands ervan wordt uitgegaan dat er op 16 januari 2023 een koopovereenkomst tot stand is gekomen tussen partijen.
4.3.
Gedaagden hebben bij wege van verweer voorts de koopovereenkomst, mocht die tot stand zijn gekomen, vernietigd omdat deze tot stand is gekomen onder invloed van misbruik van omstandigheden en omdat zij gedwaald hebben. Eiseressen hebben misbruik gemaakt van de omstandigheid dan gedaagden geen kapitaalkrachtige partijen zijn, door met een vooropgezet plan [bedrijf 2] op te pompen met kosten en vervolgens gedaagden te dwingen om over te gaan tot investeringen die zij alleen kunnen bekostigen door het verkopen van aandelen in [bedrijf 1] aan eiseressen. Dit plan blijkt volgens gedaagden uit het feit dat eiseressen zich over andere aandeelhouders in [bedrijf 2] meermalen tegen gedaagden hebben uitgelaten dat ze deze uit [bedrijf 2] wilden werken en eiseressen zullen zich dus ook op die manier over gedaagden hebben uitgelaten. Daarnaast is het misbruik aannemelijk omdat de aandelen ver onder de waarde, (minder dan 25% van de waarde van de aandelen een jaar geleden) zouden worden verkocht. Er is dus sprake geweest van dwang, die gedaagden met aanvullend bewijs kunnen onderbouwen, maar dat is te complex voor dit kort geding. Datzelfde geldt voor dwaling, aldus nog steeds gedaagden.
4.4.
Eiseressen betwisten dat er sprake is van misbruik van omstandigheden, dwang of dwaling. Dat de aandelen onder de werkelijke waarde zijn verkocht is niet juist. [naam 5] heeft de notaris ook desgevraagd op 10 maart 2023 geïnformeerd over de hoogte van de koopprijs (zie 2.8). Daarbij informeert [naam 5] de notaris dat de koopsom is gebaseerd op dezelfde grondslagen als de vorige keer. Eiseressen stellen voorts dat al lang duidelijk was dat er meer geld nodig zou zijn om het idee van [bedrijf 2] ook daadwerkelijk te gaan exploiteren. Het was al in februari 2023 nodig om de leningen aan [bedrijf 2] te verstrekken vanwege de betalingsverplichtingen tot juni 2023. Betwist wordt dat eiseressen een vooropgezette strategie hadden om gedaagden eruit te werken en een meerderheid van de aandelen te verwerven. [naam 4] zat boven op de cijfers en weet precies hoe het ervoor staat. Het klopt ook niet dat gedaagden zich in de luren hebben laten leggen. Wat eiseressen betreft hoefden (en hoeven) gedaagden niet perse aandelen te verkopen. Als zij op een andere manier kunnen bijdragen aan de investeringen die nodig zijn in [bedrijf 2] dan kunnen ze met een voorstel komen. Op het moment dat dit speelde was verkoop van een deel van de aandelen om de benodigde gelden te verkrijgen kennelijk de aangewezen weg, aldus nog steeds eiseressen.
4.5.
Voorshands is niet aannemelijk dat een beroep op misbruik van omstandigheden, dwang of dwaling in een bodemprocedure zal slagen. Uit de overgelegde stukken en de toelichting tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat de uitwerking van het concept van [bedrijf 2] minder ver was dan eiseressen hadden verwacht toen zij instapten. Dat betekende dat meer tijd en geld nodig was om tot daadwerkelijke realisatie te komen. Volgens eiseressen waren de commerciële capaciteiten van [naam 3] niet voldoende en was er meer commerciële slagkracht nodig. Het lijkt erop dat gedaagden een andere kijk hebben op wat nodig was en dat [naam 3] teleurgesteld is over het feit dat hij aan de kant is gezet. Dat gedaagden vervolgens de stekker eruit hebben getrokken en de toegang tot de bankrekeningen hebben geblokkeerd voor medewerkers van [bedrijf 2] is echter niet met een beroep op misbruik, dwang of dwaling te vergoelijken.
4.6.
Slotsom is dat er een koopovereenkomst tot stand is gekomen en dat die nagekomen moet worden, waarbij de aandelen conform de concept notariële leveringsovereenkomst aan eiseressen moeten worden geleverd en dat de koopsom – als overeengekomen – meteen moet worden doorgestort naar [bedrijf 1] . De vorderingen zullen dan ook worden toegewezen als hieronder. Hoewel [naam 4] in eerste instantie een volmacht aan de notaris heeft verstrekt, lijkt het erop alsof hij die volmacht later heeft ingetrokken. Voor zover de eerder verstrekte volmacht niet meer geldig is zal hij een nieuwe volmacht moeten tekenen binnen de in dit vonnis genoemde termijn.
4.7.
De vordering te bepalen dat dit vonnis in de plaats treedt van de vereiste medewerking van gedaagden, indien zij of een van hen dit nalaat, zal eveneens worden toegewezen. Het is niet nodig daarnaast een dwangsom aan deze veroordeling te verbinden.
4.8.
Aan de veroordeling tot het verstrekken van een lening aan [bedrijf 1] kan, anders dan gedaagden hebben aangevoerd, een dwangsom worden verbonden. Het betreft hier niet een geldvordering, te betalen aan eiseressen, maar het verstrekken van een lening aan een derde ( [bedrijf 1] ). Eiseressen hebben dan ook niet de mogelijkheid om de veroordeling op enige manier af te dwingen, bijvoorbeeld door het leggen van beslag. Om die reden zal een dwangsom worden opgelegd.
4.9.
Gedaagden zullen als de in het ongelijk gestelde partij hoofdelijk in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van eiseressen worden begroot op:
- dagvaarding € 112,15
- griffierecht 676,00
- salaris advocaat
1.079,00
Totaal € 1.867,15
4.10.
De nakosten zullen worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt gedaagden om medewerking te verlenen aan de uitvoering van de op 16 januari 2023 overeengekomen verkoop en levering van 28,4% (voor ieder van gedaagden 14,2%) aandelenbelang in [bedrijf 1] B.V. aan eiseressen, een en ander overeenkomstig de concept leveringsakte van 16 mei 2023, en beveelt gedaagden daartoe om binnen twee dagen na dit vonnis een volmacht te verstrekken aan notariskantoor Waterland ten behoeve van de levering als bedoeld in de concept leveringsakte van 16 mei 2023,
5.2.
bepaalt dat, indien gedaagden of één van hen niet aan de veroordeling onder 5.1 heeft voldaan, dit vonnis in de plaats treedt van de vereiste volmacht, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3:300 BW,
5.3.
beveelt [gedaagde] B.V. om binnen 48 uur na ontvangst van de betaling van de kwaliteitsrekening van de notaris van de koopsom van € 22.500,- voor de door [gedaagde] B.V. aan Crystal Beheer B.V. geleverde aandelen in [bedrijf 1] B.V., een bedrag van € 22.500,- ten titel van lening over te maken op de bankrekening van [bedrijf 1] B.V. met het in de dagvaarding genoemde rekeningnummer en eiseressen op diezelfde dag van een betaalbewijs te voorzien,
5.4.
veroordeelt [gedaagde] B.V. om aan eiseressen een dwangsom te betalen van € 1.000,- voor iedere dag dat zij niet aan de in 5.3 uitgesproken veroordeling voldoet, tot een maximum van € 30.000,- is bereikt,
5.5.
beveelt Media@Home B.V. om binnen 48 uur na ontvangst van de betaling van de kwaliteitsrekening van de notaris van de koopsom van € 22.500,- voor de door Media@Home B.V. aan Fun@Function B.V. geleverde aandelen in [bedrijf 1] B.V., een bedrag van € 22.500,- ten titel van lening over te maken op de bankrekening van [bedrijf 1] B.V. met het in de dagvaarding genoemde rekeningnummer en eiseressen op diezelfde dag van een betaalbewijs te voorzien,
5.6.
veroordeelt Media@Home B.V. om aan eiseressen een dwangsom te betalen van € 1.000,- voor iedere dag dat zij niet aan de in 5.5 uitgesproken veroordeling voldoet, tot een maximum van € 30.000,- is bereikt,
5.7.
veroordeelt gedaagden hoofdelijk in de proceskosten, aan de zijde van eiseressen tot op heden begroot op € 1.867,15, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag met ingang van veertien dagen na dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.8.
veroordeelt gedaagden hoofdelijk in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 173,- voor salaris advocaat, te vermeerderen met € 90,- en de kosten van het betekeningsexploot ingeval betekening van dit vonnis plaatsvindt, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
5.9.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.10.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.C. Hoogeveen, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. L. Oostinga, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 28 juli 2023. [1]

Voetnoten

1.type: LO