Uitspraak
RECHTBANK Amsterdam
[verzoeker],
[verweerder],
1.De procedure
2.De feiten
een relatiebeding, waarin onder meer is bepaald dat [naam holding] en [verzoeker] geen commerciële activiteiten zullen ondernemen met relaties van [verweerder] , een en ander ter bescherming van STLT als koper, en geldend voor een periode van 3 jaar;
een forumkeuzevoor de bevoegde rechter van de rechtbank Oost-Brabant met betrekking tot uit de overeenkomst voortvloeiende geschillen.
reserved matters”, waaronder:
een non-concurrentiebeding, waarin [naam holding] en [verzoeker] zich onder meer verbinden om zolang als zij aandeelhouder zijn, niet betrokken te zijn bij concurrerende activiteiten.
3.Het verzoek en het (voorwaardelijk) tegenverzoek
4.De beoordeling
- [verzoeker] heeft de GGZ-zorgaanbieder [verweerder] opgericht en opgebouwd; [verweerder] voerde onder andere het programma Be-Leef! uit op locatie in Portugal.
- Nadat [verweerder] in 2020 in zwaar weer terecht was gekomen, heeft F&F Pi besloten in mei 2021 om 80% van de aandelen in [verweerder] van [verzoeker] over te nemen. Later heeft [naam 1] 3,5% van die overgenomen aandelen verkregen.
- Op dat moment was partijen bekend:
- In september 2021 hebben de aandeelhouders van [verweerder] de ah-ovk gesloten. Doelstelling van deze overeenkomst was dat [verzoeker] nog drie jaar als statutair bestuurder van [verweerder] zou aanblijven. In deze overeenkomst zijn de partijen verder overeengekomen om [verweerder] te ontwikkelen overeenkomstig het Strategiedocument en het Stappenplan Be-Leef!.
- Op dat moment werd bij de uitvoering van het Be-Leef!-programma door [verweerder] in Portugal een zakelijke relatie onderhouden met persoonlijke vennootschappen van [verzoeker] , waaronder LDA. Onderdeel van de afspraken tussen partijen was dat zij zich maximaal zouden inzetten om het Beleef-programma in Portugal overeind te houden.
- Daarnaast zijn partijen in de ah-ovk overeengekomen dat de visie van het zorgbeleid en het Be-Leef!-programma
- In diezelfde maand, september 2021, is [verweerder] de onttrekkingen-procedure begonnen tegen zowel [naam 4] als [verzoeker] .
- In november 2021 heeft [verweerder] een regeling getroffen met de zorgverzekeraars. Daarbij stelden de zorgverzekeraars voorwaarden voor de toekomst, waaronder dat [verweerder] binnen de gebruikelijke regels en contractafspraken met de zorgverzekeraars moest werken, en dat de verzekerde zorg in het buitenland (Portugal) zou worden afgebouwd binnen een jaar.
- Begin 2022 heeft [verzoeker] zich ziekgemeld. In augustus 2022 is zij weer gedeeltelijk begonnen met werken.
reserved matter’hebben aangewezen, waarover alleen unaniem besluiten konden worden genomen. In deze periode werd, zo was partijen bekend, het programma Be-Leef! door [verweerder] uitgevoerd op locatie in Portugal, en daarbij werd een zakelijke relatie onderhouden met persoonlijke entiteiten van [verzoeker] , waaronder LDA.
reserved mattersbehoorden.
reserved matteraangewezen waarover alleen unaniem, en dus met goedkeuring van [verzoeker] , kon worden besloten.
ernstig en duurzaamverstoord was geraakt, en dat is wel vereist om van een verstoorde arbeidsrelatie in de zin van artikel 7:669, lid 3 onder g BW (de g-grond) te kunnen spreken.
€ 173,-(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)