ECLI:NL:RBAMS:2023:7177
Rechtbank Amsterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke zaak betreffende maatschappelijke opvang en connexiteit
In deze zaak heeft verzoeker op 13 september 2023 een spoedaanvraag ingediend voor maatschappelijke opvang via zijn gemachtigde. Na het niet tijdig beslissen door verweerder, heeft verzoeker op 4 oktober 2023 beroep ingesteld. De voorzieningenrechter ontving het verzoek om een voorlopige voorziening op 6 oktober 2023, met de eis dat verzoeker toegang krijgt tot opvang met gespecialiseerde begeleiding tot zes weken na de beslissing op de aanvraag. De zitting vond plaats op 8 november 2023, waarbij verzoeker, zijn gemachtigde, de gemachtigde van verweerder en een tolk aanwezig waren.
De voorzieningenrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat voor een ontvankelijk verzoek om een voorlopige voorziening zowel formele als materiële connexiteit vereist is. Dit houdt in dat er een besluit moet zijn waartegen bezwaar of beroep is ingesteld, en dat het verzoek betrekking moet hebben op de inhoud van dat besluit. Aangezien er op het moment van het indienen van het verzoek nog geen besluit was genomen door verweerder, was er geen sprake van materiële connexiteit. Daarom werd het verzoek niet-ontvankelijk verklaard.
De voorzieningenrechter merkte op dat de gemachtigde van verweerder had aangegeven dat verzoeker kwetsbaar is en toegang kan krijgen tot beschermd verblijf. Er werd toegezegd dat verzoeker zich kan aanmelden voor dag- en nachtopvang. Tevens werd verzoeker vrijstelling van het griffierecht toegewezen, omdat hij geen vermogen heeft en zijn inkomen onder de bijstandsnorm ligt. De voorzieningenrechter concludeerde dat het verzoek om voorlopige voorziening niet kon worden ingewilligd, omdat het niet aan de rechter is om te bepalen dat verzoeker toegang krijgt tot opvang in plaats van verweerder.