Op 5 april 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen Davide Tartaglia, die werd beschuldigd van afpersing en afpersing in vereniging. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 19 september 2016 in Amsterdam, samen met een medeverdachte, twee slachtoffers heeft bedreigd met een injectiespuit om hen te dwingen geld af te geven. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van de slachtoffers en getuigen voldoende bewijs boden voor de bewezenverklaring van de afpersing. De verdachte ontkende de bedreigingen, maar de rechtbank achtte zijn verklaring onaannemelijk. Daarnaast werd vastgesteld dat de verdachte op 16 september 2016 ook een andere afpersing had gepleegd, waarbij hij samen met een medeverdachte een ander slachtoffer onder druk zette om geld af te geven. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en zijn medeverdachte, wat het medeplegen van de feiten bevestigde. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 6 maanden op, rekening houdend met de ernst van de feiten en de recidive van de verdachte. Tevens werd een in beslag genomen injectiespuit verbeurd verklaard, aangezien deze was gebruikt bij de gepleegde feiten.