ECLI:NL:RBAMS:2023:7125

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
9 november 2023
Publicatiedatum
9 november 2023
Zaaknummer
13/296552-19
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Heropening van het onderzoek in een strafzaak wegens medeplegen van witwassen met betrekking tot een geldbedrag van 40.000 euro

Op 9 november 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam een tussenvonnis uitgesproken in de strafzaak tegen een verdachte die wordt beschuldigd van medeplegen van witwassen van een geldbedrag van 40.000 euro op 11 december 2019 te Amsterdam. Dit tussenvonnis is gewezen na een terechtzitting op 26 oktober 2023, waar de rechtbank kennisnam van de vordering van de officier van justitie, mr. S.M. Hoogerheide, en de standpunten van de verdachte en zijn raadsman, mr. M.L. van Gaalen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het onderzoek niet volledig is geweest en heeft besloten het onderzoek te heropenen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er tijdens het onderzoek naar de medeverdachte een bevel tot stelselmatige observatie is afgegeven, maar dat er geen bewijs is dat dit bevel is verlengd voor de periode waarin de verdachte is geobserveerd. De rechtbank oordeelt dat de stukken die betrekking hebben op de stelselmatige observatie van belang zijn voor de beoordeling van de rechtmatigheid van het bewijs. Daarom heeft de rechtbank de officier van justitie gelast om het gehele BOB-dossier aan de processtukken toe te voegen.

De rechtbank heeft het onderzoek heropend en geschorst tot een nader te bepalen datum, en heeft de officier van justitie in de gelegenheid gesteld om het BOB-dossier aan de processtukken toe te voegen. De beslissing om het onderzoek te hervatten zal op een later tijdstip worden genomen, waarbij de verdachte opnieuw zal worden opgeroepen.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Parketnummer: 13/296552-19
Datum uitspraak: 9 november 2023
INTERLOCUTOIR
VONNIS
Interlocutoir vonnis van de meervoudige kamer van de rechtbank Amsterdam in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] ([geboorteland]) op [geboortedag] 1973,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland.

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit tussenvonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 26 oktober 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van de officier van justitie, mr. S.M. Hoogerheide, en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. M.L. van Gaalen, naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is – kort gezegd – ten laste gelegd dat hij zich heeft schuldig gemaakt aan
medeplegen van witwassen van een geldbedrag van in totaal 40.000 euro op 11 december 2019 te Amsterdam.
De tekst van de integrale tenlastelegging is opgenomen in een bijlage die aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.

3.Heropening onderzoek

De rechtbank is na sluiting van het onderzoek ter terechtzitting bij de beraadslaging tot de conclusie gekomen dat het onderzoek niet volledig is geweest. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
In het onderzoek naar de medeverdachte [medeverdachte] is op 2 april 2019 door de officier van justitie een bevel afgegeven tot stelselmatige observatie van [medeverdachte]. Daarbij is toestemming verstrekt tot het aanwenden van technische hulpmiddelen, zoals fotoapparatuur en videoapparatuur.
Op 27 juni 2019 is dit bevel verlengd. Deze verlenging ving aan op 28 juni 2019 en eindigde op 25 september 2019. De bevindingen van deze stelselmatige observatie zijn uitgewerkt en opgenomen in het dossier in de processen-verbaal opgemaakt op 18 september 2019 [1] en de processen-verbaal opgemaakt op 19 september 2019 [2] .
Voorts blijkt uit het dossier in de processen-verbaal van 15 november 2019 [3] en het proces-verbaal van 11 december 2019 [4] dat er ook in de periode van 14 september 2019 tot en met 11 december 2019 op verschillende momenten stelselmatige observatie heeft plaatsgevonden. Uit voornoemde processen-verbaal blijkt echter niet dat voor deze stelselmatige observatie een vereist bevel is afgegeven door de officier van justitie. Ook bevat het dossier geen verlenging van het bevel tot stelselmatige observatie zoals dat door de officier van justitie is afgegeven op 2 april 2019. Het gehele dossier waarin de stukken die zien op de bijzondere opsporingsbevoegdheden zich bevinden (hierna: het BOB-dossier) ontbreekt.
Verdachte zou zijn herkend op de camerabeelden zoals die zijn uitgekeken volgens het proces-verbaal van bevindingen van 11 december 2019.
De rechtbank is van oordeel dat de aan de stelselmatige observatie ten grondslag liggende stukken van belang zijn, aangezien kennisneming van deze stukken de rechtbank in staat stelt zich een oordeel te vormen over de rechtmatigheid van het verkregen bewijsmateriaal voor de laatstgenoemde periode van 14 september tot en met 11 december 2019. De rechtbank zal de officier van justitie dan ook gelasten om de betreffende stukken – het gehele BOB-dossier – alsnog aan de processtukken toe te voegen.
De rechtbank zal hiertoe het onderzoek heropenen en schorsen tot een nader te bepalen datum.
De rechtbank zal de stukken in handen van de officier van justitie stellen, opdat deze in de gelegenheid wordt gesteld het eerder bedoelde BOB-dossier aan de processtukken toe te voegen.

4.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Heropent en schorst het onderzoek ter terechtzitting.
Gelast de toevoeging van het hiervoor bedoelde originele BOB-dossier dan wel een kopie conform het origineel van het BOB-dossier van het onderzoek aan de processtukken.
Stelt de stukken in handen van de officier van justitie opdat deze het hierboven genoemde BOB-dossier aan de processtukken zal toevoegen.
Beveelt dat het onderzoek zal worden hervat op een nog nader te bepalen terechtzitting.
Beveelt de oproeping van verdachte tegen een nader te bepalen tijdstip.
Dit tussenvonnis is gewezen door
mr. R.A. Sipkens, voorzitter,
mr. M.T.C. de Vries en mr. A.L. op ‘t Hoog, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. F.F. Wormhoudt, griffier
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 9 november 2023.
[…]

Voetnoten

1.PVB met nummer 25-2018199694, doorgenummerde pagina’s 9 t/m 29;
2.PVB met nummer 28-2018199694, doorgenummerde pagina’s 74 t/m 83;
3.PVB met nummer 54-2018199694, doorgenummerde pagina’s 133 t/m 140;
4.PVB met nummer 2018199694, doorgenummerde pagina’s 157 t/m 160.