ECLI:NL:RBAMS:2023:7124

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
9 november 2023
Publicatiedatum
9 november 2023
Zaaknummer
13/296503-19
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Heropening van het onderzoek in een strafzaak wegens gewoontewitwassen en witwassen met betrekking tot het BOB-dossier

Op 9 november 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam een tussenvonnis gewezen in de strafzaak tegen een verdachte die wordt beschuldigd van medeplegen van gewoontewitwassen en witwassen van geldbedragen. De rechtbank heeft het onderzoek heropend en gelast dat de officier van justitie het gehele BOB-dossier aan de processtukken toevoegt. Dit besluit volgde op een zitting op 26 oktober 2023, waar de rechtbank kennisnam van de vordering van de officier van justitie, mr. S.M. Hoogerheide, en de standpunten van de verdachte en haar raadsman, mr. M.S. Rozenbeek.

De tenlastelegging omvat onder andere het medeplegen van gewoontewitwassen van meerdere geldbedragen in de periode van 13 september 2018 tot en met 11 december 2019, en het medeplegen van witwassen van een geldbedrag van in totaal 43.455 euro op 11 december 2019. Tijdens de beraadslaging kwam de rechtbank tot de conclusie dat het onderzoek niet volledig was, met name omdat er geen bewijs was dat de stelselmatige observatie van de verdachte op de juiste wijze was uitgevoerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen vereiste bevelen waren afgegeven voor deze observatie, wat de rechtmatigheid van het verkregen bewijs in twijfel trekt.

De rechtbank heeft daarom besloten het onderzoek te heropenen en de officier van justitie te gelasten om het BOB-dossier, dat cruciale informatie bevat over de observaties, aan de processtukken toe te voegen. De rechtbank heeft het onderzoek geschorst tot een nader te bepalen datum en zal de verdachte oproepen voor een nieuwe zitting.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Parketnummer: 13/296503-19
Datum uitspraak: 9 november 2023
INTERLOCUTOIR
VONNIS
Interlocutoir vonnis van de meervoudige kamer van de rechtbank Amsterdam in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ) op [geboortedag] 1965,
ingeschreven in Basisregistratie Personen op het [adres] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit tussenvonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 26 oktober 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van de officier van justitie, mr. S.M. Hoogerheide, en van wat verdachte en haar raadsman, mr. M.S. Rozenbeek, naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is – kort gezegd – ten laste gelegd dat zij zich heeft schuldig gemaakt aan
1
medeplegen van gewoontewitwassen van meerdere geldbedragen in de periode van 13 september 2018 tot en met 11 december 2019 te Amsterdam;
2
medeplegen van witwassen van een geldbedrag van in totaal 43.455 euro op 11 december 2019 te Amsterdam.
De tekst van de integrale tenlastelegging is opgenomen in een bijlage die aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.

3.Heropening onderzoek

De rechtbank is na sluiting van het onderzoek ter terechtzitting bij de beraadslaging tot de conclusie gekomen dat het onderzoek niet volledig is geweest. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
In het onderzoek is op 2 april 2019 door de officier van justitie een bevel afgegeven om verdachte stelselmatig te observeren. Daarbij is toestemming verstrekt tot het aanwenden van technische hulpmiddelen, zoals fotoapparatuur en videoapparatuur.
Op 27 juni 2019 is dit bevel verlengd. Deze verlenging ving aan op 28 juni 2019 en eindigde op 25 september 2019. De bevindingen van deze stelselmatige observatie zijn uitgewerkt en opgenomen in het dossier in de processen-verbaal opgemaakt op 18 september 2019 [1] en de processen-verbaal opgemaakt op 19 september 2019 [2] .
Voorts blijkt uit het dossier in de processen-verbaal van 15 november 2019 [3] en het proces-verbaal van 11 december 2019 [4] dat verdachte ook in die periode met behulp van een observatiecamera is geobserveerd. Uit voornoemde processen-verbaal blijkt echter niet dat voor deze stelselmatige observatie een vereist bevel is afgegeven door de officier van justitie. Ook bevat het dossier geen verlenging van het bevel tot stelselmatige observatie zoals dat door de officier van justitie is afgegeven op 2 april 2019. Het gehele dossier waarin de stukken die zien op de bijzondere opsporingsbevoegdheden zich bevinden (hierna: het BOB-dossier) ontbreekt.
De rechtbank is van oordeel dat de aan de stelselmatige observatie ten grondslag liggende stukken van belang zijn, aangezien kennisneming van deze stukken de rechtbank in staat stelt zich een oordeel te vormen over de rechtmatigheid van het verkregen bewijsmateriaal voor de laatstgenoemde periode van 14 september tot en met 11 december 2019. De rechtbank zal de officier van justitie dan ook gelasten om de betreffende stukken – het gehele BOB-dossier – alsnog aan de processtukken toe te voegen.
De rechtbank zal hiertoe het onderzoek heropenen en schorsen tot een nader te bepalen datum.
De rechtbank zal de stukken in handen van de officier van justitie stellen, opdat deze in de gelegenheid wordt gesteld het eerder bedoelde BOB-dossier aan de processtukken toe te voegen.

4.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Heropent en schorst het onderzoek ter terechtzitting.
Gelast de toevoeging van het hiervoor bedoelde originele BOB-dossier dan wel een kopie conform het origineel van het BOB-dossier van het onderzoek aan de processtukken.
Stelt de stukken in handen van de officier van justitie opdat deze het hierboven genoemde BOB-dossier aan de processtukken zal toevoegen.
Beveelt dat het onderzoek zal worden hervat op een nog nader te bepalen terechtzitting.
Beveelt de oproeping van verdachte tegen een nader te bepalen tijdstip.
Dit tussenvonnis is gewezen door
mr. R.A. Sipkens, voorzitter,
mr. M.T.C. de Vries en mr. A.L. op ‘t Hoog, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. F.F. Wormhoudt, griffier
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 9 november 2023.
[...]

Voetnoten

1.PVB met nummer 25-2018199694, doorgenummerde pagina’s 9 t/m 29;
2.PVB met nummer 28-2018199694, doorgenummerde pagina’s 74 t/m 83;
3.PVB met nummer 54-2018199694, doorgenummerde pagina’s 133 t/m 140;
4.PVB met nummer 2018199694, doorgenummerde pagina’s 157 t/m 160.