Beoordeling
5. Het gaat in deze zaak om de vraag of aan [verzoeker] een billijke vergoeding moet worden toegekend. Daarnaast is aan de orde de vraag of The Bulldog moet worden veroordeeld tot betaling van een vergoeding wegens onregelmatige opzegging en een transitievergoeding. Daarbij moet met name worden beoordeeld of [verzoeker] al dan niet terecht op staande voet is ontslagen. Voor een rechtsgeldig ontslag op staande voet moet sprake zijn van een onverwijlde opzegging wegens een dringende reden en die reden moet onverwijld aan de werknemer zijn medegedeeld.
6. Volgens artikel 7:678 lid 1 BW worden voor de werkgever als dringende redenen voor een ontslag op staande voet beschouwd zodanige daden, eigenschappen of gedragingen van de werknemer, die ten gevolge hebben dat van de werkgever redelijkerwijze niet kan gevergd worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. In artikel 7:678 lid 2, onderdeel k, BW is bepaald dat een dringende reden onder andere aanwezig kan zijn als de werknemer grovelijk de plichten veronachtzaamt, welke de arbeidsovereenkomst hem oplegt. Bij de beoordeling van de vraag of van een dringende reden sprake is, moeten alle omstandigheden van het geval, in onderling verband en samenhang, in aanmerking worden genomen. Daarbij behoren in de eerste plaats te worden betrokken de aard en ernst van hetgeen de werkgever als dringende reden aanmerkt, en verder onder meer de aard en duur van de dienstbetrekking, de wijze waarop de werknemer deze heeft vervuld, alsmede de persoonlijke omstandigheden van de werknemer, zoals zijn leeftijd en de gevolgen die een ontslag op staande voet voor hem zou hebben.
7. Naar het oordeel van de kantonrechter is de opzegging van de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig. De kantonrechter acht de verklaring van [verzoeker] niet aannemelijk en zelfs ongeloofwaardig, en wel om de volgende redenen.
8. Om te beginnen is de door [verzoeker] beschreven alternatieve wijze van administratie voeren, vele malen bewerkelijker dan de voorgeschreven wijze. Het aanslaan van een verkoop is immers een handeling van enkele seconden, terwijl het achteraf aanslaan van de zakjes hasj en wiet, zoals ook te zien op de camerabeelden, overduidelijk meer tijd kost. Bovendien is juist het aanslaan van de verkopen op de kassa op het moment van verkoop een belangrijk onderdeel van het verkoopproces. Dit geldt te meer nu The Bulldog sluiting van de coffeeshop riskeert als de politie en belastingdienst tijdens een inval constateren dat de kassa en/of voorraad niet klopt. Dat [verzoeker] wegens drukte de verkopen vergat aan te slaan, is bovendien onverenigbaar met de overgelegde camerabeelden waaruit volgt dat ook op rustige momenten de verkoop niet wordt aangeslagen. Als [verzoeker] moeite had met het aanslaan van verkopen op de kassa, had het tenminste op zijn weg gelegen dit aan zijn leidinggevende te melden.
9. Verder vindt de verklaring van [verzoeker] dat hij zakjes hasj en wiet samenvoegde op verzoek van klanten geen steun in de stukken. Uit de beelden blijkt immers dat [verzoeker] ook met de zakjes bezig is als er geen klanten in de buurt zijn. Ter zitting heeft [verzoeker] nog verklaard dat hij ook de hoeveelheden van de zakjes corrigeert of takjes/blaadjes uit de zakjes verwijdert, maar dit heeft hij mede gelet op de betwisting van The Bulldog onvoldoende onderbouwd. Niet gebleken is dat [verzoeker] de zakjes afweegt. Dit acht de kantonrechter nu juist noodzakelijk om de zakjes van de correcte hoeveelheid te voorzien.
10. Tot slot staat voldoende vast dat [verzoeker] tijdens zijn shift zonder geldige reden geld uit de kassa heeft gehaald en in zijn broekzak heeft gestopt. Dat het geld rechtstreeks uit de kassa, en dus niet van onder de kleingeldlade wordt weggenomen, volgt uit de camerabeelden. [verzoeker] heeft op geen enkele wijze aannemelijk gemaakt dat het op deze beelden gaat om fooi. The Bulldog heeft verklaard dat fooi nooit in de kassa wordt bewaard, maar in een beker bovenop de koffiemachine. Daarnaast dient de fooi altijd aan het einde van de shift tussen alle medewerkers te worden verdeeld. Voor zover [verzoeker] stelt dat dit beleid in de praktijk niet wordt gevolgd, had hij dit in ieder geval moeten onderbouwen met bijvoorbeeld verklaringen van andere medewerkers.
11. De hiervoor geschetste door [verzoeker] verrichte handelingen en het zich wederrechtelijk toe-eigenen van geld vormen een zodanige ernstige gedraging dat er sprake is van een dringende reden in de zin van artikel 7:677 BW, op grond waarvan van The Bulldog in redelijkheid niet kon worden gevergd de arbeidsovereenkomst met haar te laten voortduren.
12. De kantonrechter kan op verzoek van de werknemer een billijke vergoeding toekennen, indien de werkgever heeft opgezegd in strijd met artikel 7:671 BW. Nu hiervoor is geoordeeld dat de opzegging van de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig is, zal het verzoek van [verzoeker] om toekenning van die billijke vergoeding worden afgewezen.
13. Ook het verzoek om toekenning van een vergoeding wegens onregelmatige opzegging zal worden afgewezen. The Bulldog was bevoegd om de arbeidsovereenkomst onverwijld op te zeggen, zodat van een onregelmatige opzegging geen sprake is.
14. De kantonrechter heeft hiervoor geoordeeld dat het ontslag op staande voet terecht is gegeven, omdat daarvoor een dringende reden aanwezig was. Hoewel een dringende reden niet zonder meer samenvalt met ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer, leveren de feiten en omstandigheden die de dringende reden vormen in dit geval ook een dergelijke ernstige verwijtbaarheid op. Immers, die feiten en omstandigheden zijn van dien aard dat het eindigen van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van handelen van [verzoeker] dat als ernstig verwijtbaar moet worden aangemerkt. Dat betekent dat de transitievergoeding niet verschuldigd is en dat het verzoek van [verzoeker] zal worden afgewezen.
15. [verzoeker] verzoekt voorts uitbetaling van € 2.526,58 dat op de eindafrekening onterecht is ingehouden. The Bulldog heeft dit (gemotiveerd) weersproken. Zij erkent dat op de eindafrekening vermeld staat dat het bedrag is ingehouden voor kasverschillen, maar voert aan dat de boekhouding een toelichting heeft toegevoegd dat de vermelding “in te houden kasverschillen” ziet op de gefixeerde schadevergoeding in verband met het ontslag op staande voet. Tegenover deze betwisting heeft [verzoeker] niets ingebracht. Gelet hierop wordt het verzoek van [verzoeker] afgewezen.
16. De proceskosten komen voor rekening van [verzoeker] omdat hij in het ongelijk wordt gesteld.