Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
2.De feiten
Meldregeling bij een vermoeden van een integriteitsschending of misstand(hierna: de Meldregeling). De Meldregeling regelt de formele procedure voor het omgaan met een vermoeden van een integriteitsschending of misstand. De volgende bepalingen van de Meldregeling zijn relevant voor de beoordeling van de vorderingen van eiseres.
Meldpuntregelt het doen van een melding en hierin staat:
Betrokkenheid partijvoorzitter of andere partijbestuurderluidt als volgt:
Validatie van de meldingstaat het volgende:
- er worden voor de validatie uitsluitend bronnen gebruikt die publiek toegankelijk zijn of in het bezit zijn van het partijbureau
- tijdens de validatie worden zonder uitdrukkelijke toestemming van de melder en de partijvoorzitter geen derden geïnformeerd, tenzij deze al op de hoogte waren.”
Informatieplichtstaat voorts:
Standpuntluidt, voor zover van belang, als volgt:
omgaan met informatieis onder meer bepaald dat informatie met een vertrouwelijk karakter geheim moet worden gehouden en dat zorgvuldig met (vertrouwelijke) informatie moet worden omgegaan.
vervolgstappenvan de fractiemedewerker, waarin onder meer een te volgen strategie wordt beschreven om een van de bestuursleden uit het bestuur te krijgen, en een tweede e-mailbericht van deze fractiemedewerker aan [naam partijleider] . Het (toenmalig) partijbestuur heeft deze documenten van een anonieme afzender ontvangen. De melding wordt geregistreerd onder nummer 2309.
vervolgstappen) en ten aanzien van [naam partijleider] nog niet, vanwege het ontbreken van concrete informatie. In de brief staat verder dat zij het verzoek van het partijbestuur om een diepgaand onderzoek niet opvolgt en zij de fractiemedewerker, om hem de kans te geven het vertrouwen te herstellen, zijn kant van het verhaal wil laten toelichten in een wederhoorgesprek. Eiseres heeft daaraan toegevoegd dat zij dit gesprek wil aangaan met een of twee bestuursleden en [naam partijleider] als zijn leidinggevende erbij, maar dat de eerste stap is om [naam partijleider] in te lichten. In de brief wordt een aantal punten genoemd die de integriteitssecretaris in een voorgesprek met [naam partijleider] aan de orde wil stellen. In dat voorgesprek mag [naam partijleider] de e-mail lezen en aan haar zal worden gemeld dat de melder deze e-mail in haar mailbox heeft gezien; haar zal worden gevraagd of zij de fractiemedewerker als leidinggevende hierop heeft aangesproken (en waarom zij van dit vermoeden van een integriteitsschending zelf geen melding heeft gemaakt).
vervolgstappenaan [naam partijleider] , die onderwerp van de melding van 31 augustus 2023 is geworden.
[naam partijleider] zette medewerker onder druk die meldingen tegen haar behandelt”. In dit artikel wordt de e-mail 19 september 2023 van [naam partijleider] aan eiseres genoemd en worden de meldingen en gebeurtenissen daarna binnen de Partij voor de Dieren besproken. In het artikel staat onder meer de volgende passage:
3.Het geschil
RECTIFICATIE PERSBERICHT D.D. 6 OKTOBER 2023
Daarnaast wil het bestuur stilstaan bij het NRC-artikel waarin [naam partijleider] wordt verweten dat zij druk zou hebben gezet op de Integriteitssecretaris in een e-mail. Het bestuur heeft de desbetreffende e-mail gelezen en concludeert daaruit dat [naam partijleider] de Integriteitssecretaris op een correcte manier heeft gewezen op de onzorgvuldige en onjuiste behandeling van haar medewerker en haarzelf. Het bestuur heeft ook geconcludeerd dat de meldingen tegen [naam partijleider] en haar medewerker inderdaad op onjuiste en onzorgvuldige wijze in behandeling zijn genomen. Dat [naam partijleider] opkwam voor haar eigen rechten en die van haar medewerker vindt het bestuur vanzelfsprekend.”, daaruit wordt verwijderd en verwijderd gehouden;
4.De beoordeling
Spoedeisend belang
dat de Integriteitssecretaris de meldingen tegen [naam partijleider] en haar medewerker inderdaad op onjuiste en onzorgvuldige manier in behandeling heeft genomen”. De behandeling ter zitting heeft zich ook op deze uitlating toegespitst en deze uitlating zal dan ook in de beoordeling centraal staan.
betrokkenheidvan het bestuur aan te nemen, als bedoeld in artikel 4.2. In deze bepaling staat immers dat de integriteitssecretaris de partijvoorzitter vervangt als bij een vermoeden van een integriteitsschending of misstand de partijvoorzitter of een partijbestuurder “
is betrokken”. Dit lijkt er eerder op te duiden dat deze regeling is bedoeld voor situaties dat de partijvoorzitter (of andere bestuurder) zelf betrokken is bij de (vermoedelijke) integriteitsschending, dus als de melding is gericht tegen de partijvoorzitter of een andere bestuurder. Daarvan is hier geen sprake. Ter zitting heeft eiseres betoogd dat de rolwisseling in artikel 4.2 ook geldt als het bestuur melder of onderwerp van de melding is, omdat het bestuur dan mogelijk als
getuigekan worden aangemerkt. Deze uitleg ligt niet voor de hand. Eiseres is bovendien de partijvoorzitter bij de afhandeling van de melding blijven betrekken, hetgeen niet strookt met deze uitleg (zie ook artikel 5.3 van de Meldregeling).
overén een gesprek
metde fractiemedewerker waarin een melding (over een vermoeden van integriteitsschending) tegen hem aan de orde kwam, die – zonder dat [naam partijleider] dat wist – ook tegen [naam partijleider] zelf was gericht. Dat eiseres de melding wat betreft [naam partijleider] (op dat moment) niet-ontvankelijk had verklaard, doet hier niet aan af. In beide gesprekken werd immers de melding inhoudelijk besproken en werden ook vragen aan [naam partijleider] gesteld over de melding. Bovendien legt eiseres de Meldregeling kennelijk zo uit dat een niet-ontvankelijkverklaring van een melding later kan worden teruggedraaid. Eiseres heeft immers het nieuwe partijbestuur na haar aantreden geadviseerd de niet-ontvankelijkheid van de melding over [naam partijleider] te heroverwegen, zoals blijkt uit haar notitie van 27 september 2023. Dat deze melding ten aanzien van [naam partijleider] dus nooit meer beoordeeld zou worden, stond dus geenszins vast.
dat partijleider [naam partijleider] de Integriteitssecretaris van de Partij voor de Dieren op een correcte manier zou hebben gewezen op de onzorgvuldige en onjuiste behandeling van haar medewerker en haarzelf”.
1.079,00