ECLI:NL:RBAMS:2023:7073

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
10 november 2023
Publicatiedatum
7 november 2023
Zaaknummer
10528246 \ CV EXPL 23-7707
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanneming van werk en tekortkoming in de uitvoering van schilderwerk met schadevergoeding

In deze zaak heeft eiseres, wonende in [woonplaats], een schilder, gedaagde, opdracht gegeven om het houtwerk van haar woning te schilderen. De werkzaamheden zijn op 26 juli 2022 afgerond, maar eiseres was ontevreden over het resultaat. Ondanks meerdere verzoeken om het werk te inspecteren en te herstellen, heeft gedaagde niet gereageerd. Eiseres heeft vervolgens een andere schilder ingeschakeld, die heeft geconstateerd dat het werk volledig opnieuw moest worden uitgevoerd, met een offerte van € 14.729,67. Eiseres heeft gedaagde op 22 februari 2023 gesommeerd om het betaalde bedrag van € 4.863,10 terug te betalen, maar gedaagde weigerde dit. Eiseres vorderde in de procedure betaling van dit bedrag, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten, op basis van een tekortkoming in de uitvoering van de werkzaamheden.

De kantonrechter oordeelde dat gedaagde niet heeft voldaan aan de minimale eisen die aan schilderwerk gesteld mogen worden. De foto’s die door eiseres zijn overgelegd, toonden aan dat het schilderwerk esthetisch niet aanvaardbaar was. De kantonrechter verwierp het verweer van gedaagde dat het werk technisch in orde was en dat hij geen recht had op herstel. Eiseres hoefde gedaagde geen gelegenheid meer te geven om de gebreken te herstellen, gezien zijn eerdere weigering om te reageren op verzoeken voor inspectie. De schade werd vastgesteld op het bedrag dat eiseres aan gedaagde had betaald, en de kantonrechter veroordeelde gedaagde tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. Gedaagde werd ook veroordeeld in de proceskosten van eiseres.

Uitspraak

RECHTBANKAMSTERDAM
Civiel recht
Kantonrechter
Zaaknummer: 10528246 \ CV EXPL 23-7707
Vonnis van 10 november 2023
in de zaak van
[eiseres],
te [woonplaats],
eisende partij,
advocaat mr. J. de Groot te Amstelveen,
tegen
[gedaagde],
handelend onder de naam [bedrijf],
te [plaats],
gedaagde partij.

1.De procedure

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met bijlagen van 22 mei 2023;
- het verweer met bijlagen van 11 juli 2023;
- het tussenvonnis van 27 juli 2023;
- de brief met bijlage van [eiseres] van 14 augustus 2023;
- de mondelinge behandeling van 11 oktober 2023, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt.
1.2
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1
[eiseres] woont op het adres [adres] in [woonplaats]. Op 27 oktober 2021 heeft hij aan [gedaagde] opdracht gegeven om het houtwerk aan de buitenkant van zijn huis te schilderen, dat wil zeggen gevel, raamkozijnen, deur en ook regenpijpen. [eiseres] heeft aan [gedaagde] het overeengekomen loon van € 4.863,10 inclusief omzetbelasting betaald.
2.2
[gedaagde] heeft de werkzaamheden afgerond op 26 juli 2022. [eiseres] was echter ontevreden over het resultaat en heeft hem op 31 augustus en 9 september 2022 gevraagd terug te keren. Op 11 september 2022 heeft [gedaagde] geantwoord over hoogstens twee weken langs te komen. Dat is niet gebeurd.
2.3
[eiseres] heeft een andere schilder gevraagd het werk te beoordelen en een offerte uit te brengen voor herstel. Deze heeft geantwoord dat het helemaal opnieuw moest worden uitgevoerd en heeft dit aangeboden voor € 14.729,67 inclusief omzetbelasting.
2.4
Op 22 februari 2023 heeft [eiseres] aan [gedaagde] aangeboden het resultaat binnen vijf dagen gezamenlijk te inspecteren en gesommeerd anders het loon van € 4.863,10 binnen tien dagen terug te betalen. [gedaagde] heeft dat geweigerd. Wel wilde hij nog wat klein schilderwerk nalopen, maar daar is het niet van gekomen.
2.5
[eiseres] heeft sindsdien zelf wat werkzaamheden verricht maar vooralsnog geen nieuwe opdracht gegeven aan een schilder.

3.Het geschil

3.1
[eiseres] vordert dat de kantonrechter [gedaagde], uitvoerbaar bij voorraad, veroordeelt tot betaling aan [eiseres] van € 4.863,10, vermeerderd met de wettelijke rente en met proceskosten.
3.2
Deze vordering baseert [eiseres] op een tekortkoming in de uitvoering van de opgedragen werkzaamheden. Hij stelt dat zijn schade gelijk is aan de kosten om het schilderwerk op het vereiste niveau te brengen en dus € 14.729,67 bedraagt. Hij beperkt zijn vordering echter tot het aan [gedaagde] betaalde bedrag van € 4.863,10.
3.3
[gedaagde] voert verweer. Hij erkent dat het er niet overal cosmetisch even mooi uitziet, maar volgens hem is het technisch zeker wel in orde en is bescherming van het hout van de woning gewaarborgd. Verder voert hij aan dat hem geen recht van herstel wordt geboden.
3.4
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1
De kantonrechter overweegt dat een schilder, als niets anders is afgesproken, werk moet leveren op het niveau dat minimaal van een vakkundige schilder mag worden verwacht. Het schilderwerk dat [gedaagde] voor [eiseres] heeft uitgevoerd voldoet niet aan die eis.
4.2
De kantonrechter baseert dat oordeel op de foto’s die [eiseres] heeft overgelegd. Daarop is te zien dat de nieuwe groene verf niet overal aansluit op de ruiten, zodat randen van de oude witte verf zichtbaar zijn. Ook rond het sluitwerk is de nieuwe verflaag slordig afgewerkt. In grotere vlakken zijn oneffenheden zichtbaar. Op het houtwerk tegen de gevel schijnt de oude rode kleur nog door de groene verf heen. Van de regenpijp is alleen de voorste helft geschilderd. Alles bij elkaar voldoet het schilderwerk esthetisch niet aan het minimaal vereiste niveau.
4.3
Dat laatste heeft [gedaagde] min of meer erkend, maar de kantonrechter verwerpt zijn verweer dat het schilderwerk toch voldoet omdat het het hout goed beschermt. Dat is niet de enige eis die aan schilderwerk mag worden gesteld. De kantonrechter verwerpt ook het verweer dat de, anonieme, door [eiseres] ingeschakelde schilder drie keer zo duur was. Het resultaat van [gedaagde] hoefde niet even goed te zijn als van een schilder die drie keer zo duur is, maar moest wel aan de hiervoor genoemde minimale eisen voldoen.
4.4
De kantonrechter oordeelt dat [eiseres] aan [gedaagde] in dit geval geen gelegenheid meer hoefde te geven de gebreken binnen een redelijke termijn te herstellen. [gedaagde] heeft gezegd dat het werk op 26 juli 2022 af was en hij is niet meer teruggekeerd toen [eiseres] een afspraak wilde maken voor een gezamenlijke inspectie. Uit deze houding bleek dat aanmaning nutteloos zou zijn.
4.5
[eiseres] kon daarom volstaan met een schriftelijke mededeling dat [gedaagde] voor het uitblijven van de nakoming aansprakelijk werd gesteld. [eiseres] heeft [gedaagde] op 22 februari 2023 schriftelijk meegedeeld dat hij schadevergoeding in plaats van nakoming vordert.
4.6
Vast staat dat [eiseres] schade heeft geleden. De foto’s van [eiseres] laten op zoveel plaatsen oneffenheden, lelijke randen en te dunne verflagen zien, dat een nieuwe schilder voor het herstel niet minder verf en werkuren nodig zal hebben dan [gedaagde] heeft besteed. Oneffenheden kunnen immers alleen worden hersteld door een oppervlak geheel opnieuw te schilderen. De schade kan worden begroot op de kosten die nodig zijn om de woning in de staat te brengen waarin deze zou zijn geweest zonder de gebreken. Uitgangspunt is dan ook dat [eiseres] aanspraak heeft op vergoeding van deze herstelkosten.
4.7
Aangezien [gedaagde] relatief goedkoop was en het werk in zijn geheel niet voldoet aan de minimale eisen bedragen de herstelkosten minimaal het gevorderde bedrag van € 4.863,10.
4.8
[eiseres] heeft [gedaagde] in de brief van 22 februari 2023 gesommeerd dat bedrag binnen tien dagen te betalen. Daarom is [gedaagde] de wettelijke rente verschuldigd vanaf 4 maart 2023.
4.9
De gevorderde vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is niet hoger dan het tarief dat in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is bepaald. Daarom wordt € 611,30 toegewezen.
4.1
[gedaagde] is de partij die ongelijk krijgt en hij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van [eiseres] als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
129,85
- griffierecht
244,00
- salaris gemachtigde
660,00
(2 punten × € 330,00)
totaal
1.033,85
4.11
De gevorderde veroordeling in de nakosten is toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld. De gevorderde rente over de proceskosten en de nakosten zal ook worden toegewezen.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan [eiseres] van een schadevergoeding van € 4.863,10, te vermeerderen met de wettelijke rente volgens artikel 6:119 van het Burgerlijk Wetboek met ingang van 4 maart 2023;
5.2
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan [eiseres] van € 611,30 voor buitengerechtelijke kosten;
5.3
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van [eiseres] tot dit vonnis vastgesteld op € 1.033,85, te vermeerderen met de wettelijke rente volgens artikel 6:119 van het Burgerlijk Wetboek met ingang van de vijftiende dag na dit vonnis;
5.4
veroordeelt [gedaagde] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 132,00 aan salaris gemachtigde en vermeerderd met de explootkosten als [gedaagde] niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en het vonnis vervolgens is betekend, te vermeerderen met de wettelijke rente volgens artikel 6:119 van het Burgerlijk Wetboek met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis;
5.5
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.6
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.L. Bolkestein, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 10 november 2023.