In deze zaak heeft de besloten vennootschap Cogébené-Mudde B.V., handelend onder de naam CM Staal, een vordering ingesteld tegen [gedaagde 1] wegens onbetaalde facturen voor de levering van staal. De gedaagde heeft op 7, 13 en 30 juni 2022 staal gekocht voor een totaalbedrag van € 9.752,05, onder de voorwaarde dat binnen dertig dagen na factuurdatum betaald moest worden. De algemene voorwaarden van CM Staal bepalen dat bij niet tijdige betaling een rente van twaalf procent per jaar verschuldigd is. Na een aantal betalingen door de gedaagde, waaronder een betaling van € 1.500,00 op 16 september 2022 en een betalingsregeling die niet werd nageleefd, heeft CM Staal de gedaagde gedagvaard.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde de hoofdsom erkent, maar verweer voert tegen de hoogte van de rente en de incassokosten. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de gevorderde hoofdsom toewijsbaar is, evenals de buitengerechtelijke incassokosten, omdat CM Staal kosten heeft moeten maken om de vordering te incasseren. De kantonrechter heeft de incassokosten berekend op basis van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten en heeft de contractuele rente tot aan de dagvaarding toegewezen. De gedaagde is veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 4.212,44, vermeerderd met wettelijke handelsrente en proceskosten.
De rechtbank heeft in haar beslissing de gedaagde veroordeeld tot betaling van de hoofdsom, de wettelijke rente over de openstaande bedragen, en de proceskosten aan de zijde van CM Staal vastgesteld op € 1.283,44. De gedaagde is ook veroordeeld in de nakosten, die op een later moment kunnen worden begroot. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen.