Uitspraak
RECHTBANK Amsterdam
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
1.De procedure
- de conclusie van antwoord, met productie,
2.De feiten
, toevoeging rechtbank] over de makelaarscourtage (€20.000,00). Dit zijn geschatte kosten en dat hebben wij toen naar de notaris overgemaakt. Is het mogelijk om dit geld terug te boeken? Dit geld hadden we namelijk gespaard voor het betalen van de rente en moesten dit toen onverwachts overmaken. (…)’
[eiser [eiser 1] , toevoeging rechtbank]vanaf 1 februari druk is met mest uitrijden (...). Zijn er een paar kleine klussen uitgevoerd (…). Om toch wat inkomsten te hebben om de rente te betalen, hebben we zoals u inmiddels weet het huis tijdelijk verhuurd aan een uitzendbureau. (…)
, toevoeging rechtbank] de lening na zoveel jaar kunnen herfinancieren, zodat de lening aan Jamiti afgelost is.’
3.Het geschil
4.De beoordeling
nietzou worden doorverkocht, omdat doorverkoop het uitgangspunt was. Dit uitgangspunt betekent dat [eisers] er voorafgaand aan het verstrekken van de financiering van uit gingen, althans er van uit hadden moeten gaan, dat de € 20.000,- een kostenpost was die zij kwijt zouden zijn. Dat rijmt niet met de twee kernelementen van bewaarneming: dat de bewaarnemer iets voor een ander bewaart en op enig moment weer teruggeeft.
Ik ga er van uit dat dit ook in depot blijft totdat je het eventueel nodig hebt’, waarmee hij doelt op de makelaarscourtage van € 20.000,-. Hoewel de rechtbank zich kan voorstellen dat [eisers] op basis van deze e-mail hebben gedacht dat het bedrag van € 20.000,- aan makelaarscourtage in depot zou blijven en door Jamiti zou worden bewaard, moet de inhoud van die e-mail buiten beschouwing blijven. De e-mail is namelijk alleen gewisseld tussen [naam 1] (financieel adviseur van [eisers] ) en [eisers] Niet gesteld en ook niet gebleken is dat Jamiti van die e-mail destijds op de hoogte was. Evenmin is gebleken dat [naam 1] informatie van dezelfde strekking aan Jamiti heeft verstrekt. Uit de schriftelijke verklaring van [naam 1] van 18 juli 2023 (zie 2.17) blijkt dat ook niet. In de verhouding tussen Jamiti en [eisers] kan de e-mail van 20 januari 2022 daarom geen rol spelen.