Uitspraak
RECHTBANK Amsterdam
1.[gedaagde 1] ,
2.
[gedaagde 2],
1.De procedure
2.De feiten
9 april 2021een toezegging heeft verkregen van een erkende geldverstrekkende instelling voor één of meer geldleningen onder hypothecair verband van het verkochte – (…) – tot een hoofdsom van één miljoen éénhonderdvijftigduizend euro (€ 1.550.000,00) onder de bij de grote erkende geldverstrekkende instellingen normaal geldende voorwaarden en bepalingen;
voor levering, toevoeging rechtbank] zou dan 26 april 2021 worden.
, toevoeging rechtbank] bespreken maar kan alleen niet echt zeggen dat ik hier heel blij van wordt.
ben] langdurig in discussie geweest met [gedaagde 2] en zijn we er “agree to disagree” uitgekomen. Ik heb hem aangegeven dat wij jullie nu het gewenste uitstel van de ontbindende voorwaarde verlenen om de zaken netjes rond te maken.
3.Het geschil
- primair, voor recht te verklaren dat de koopovereenkomst tussen partijen rechtsgeldig door OCD is ontbonden,
- subsidiair, de boete van € 155.000,- te matigen tot nihil, op straffe van een dwangsom,
- primair en subsidiair, terugbetaling van de waarborgsom binnen twee dagen na betekening van dit vonnis, op straffe van een dwangsom,
- primair en subsidiair, betaling van de wettelijke (handels)rente over de waarborgsom vanaf 12 mei 2021 tot de dag van algehele betaling, en van de proceskosten en nakosten.
- een verklaring voor recht dat [gedaagden] de koopovereenkomst tussen partijen rechtsgeldig hebben ontbonden en OCD gehouden is hen de verbeurde boete van € 155.000,- en aanvullende schade te vergoeden,
- betaling van € 76.623,45, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van de conclusie van eis in reconventie tot aan de dag van algehele voldoening,
- betaling van de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na het wijzen van het vonnis.