ECLI:NL:RBAMS:2023:7047

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
19 oktober 2023
Publicatiedatum
7 november 2023
Zaaknummer
13/233148-22
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voortzetting van de ISD-maatregel na tussentijdse toetsing

Op 19 oktober 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de voortzetting van de ISD-maatregel voor een veroordeelde, die op 8 december 2022 was opgelegd voor de duur van één jaar. De ISD-maatregel is ingegaan op 2 januari 2023 en zal eindigen op 2 januari 2024. De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende stukken, waaronder een verzoek tot tussentijdse beoordeling van de ISD-maatregel en een voortgangsverslag. Tijdens de zitting zijn de officier van justitie, mr. A. van de Venn, en de raadsvrouw, mr. A. Stronkhorst, gehoord, evenals een deskundige casemanager ISD.

Uit het voortgangsverslag blijkt dat de veroordeelde niet gemotiveerd is om mee te werken aan recidive verlagende interventies en dat het recidiverisico onverminderd hoog is. De deskundige heeft geadviseerd om de ISD-maatregel voort te zetten ter beveiliging van de maatschappij. De officier van justitie heeft dit standpunt ondersteund, terwijl de raadsvrouw heeft verzocht om beëindiging van de maatregel, gezien de lange duur van de detentie en het niet bereiken van het doel van repatriëring.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat de veroordeelde onvoldoende motivatie toont om aan zijn situatie te werken en niet meewerkt aan terugkeer naar zijn land van herkomst. Gezien het hoge recidiverisico en de noodzaak om de samenleving te beschermen, heeft de rechtbank besloten de ISD-maatregel voort te zetten. De beslissing is genomen op basis van artikel 6:6:14 van het Wetboek van Strafvordering.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht, teams Strafrecht
Uitspraakdatum: 19 oktober 2023
Parketnummer: 13/233148-22 (tussentijdse toets ISD-maatregel)
De rechtbank Amsterdam heeft op 8 december 2022 de maatregel tot plaatsing in een instelling voor stelselmatige daders (hierna: ISD-maatregel) voor de duur van één jaar opgelegd aan:
[veroordeelde] ,
geboren te [geboorteplaats] ( [land van herkomst] ) op [geboortedag] 2003,
wonende op het adres [adres] ,
thans gedetineerd in [detentieplaats] ,
hierna te noemen: veroordeelde.

1.Procesgang

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken in de zaak met bovenvermeld parketnummer, waaronder:
– het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 8 december 2022;
– het verzoek van de raadsvrouw strekkende tot tussentijdse beoordeling van de ISD-maatregel van 3 juli 2023;
– een uittreksel uit de Justitiële Documentatie betreffende veroordeelde van 20 september 2023;
– het voortgangsverslag ten behoeve van de ISD-toetsing van 4 oktober 2023;
– een informatieformulier van de Dienst Terugkeer en Vertrek (hierna: DT&V) van 3 oktober 2023.
De rechtbank heeft op de zitting van 19 oktober 2023 de officier van justitie, mr. A. van de Venn, en de gemachtigd raadsvrouw van veroordeelde, mr. A. Stronkhorst, gehoord. Op de zitting heeft de rechtbank ook gehoord de deskundige, [naam] , casemanager ISD in [detentieplaats] .

2.Beoordeling

2.1.
Verloop van het ISD-traject
Uit genoemd voortgangsverslag blijkt het volgende. De ISD-maatregel is ingegaan op 2 januari 2023 en zal eindigen op 2 januari 2024. Veroordeelde geeft aan niet verslaafd te zijn en laat zich niet overhalen om gebruik te maken van begeleiding van Terwille verslavingszorg. Nadat veroordeelde naar het basisprogramma is gedegradeerd, stemt hij toch in met begeleiding van Terwille. Er wordt ook een indicatie afgegeven voor bemiddeling in Cultureel Forensische zorg van [geestelijke gezondheidszorg] . Er wordt een intake gehouden, maar omdat veroordeelde zich niet open wil stellen, stopt de begeleiding. Als betrokkene wordt bezocht door een psycholoog voor de afname van diagnostiek, weigert hij daaraan mee te werken. Veroordeelde is niet gemotiveerd om mee te werken aan recidive verlagende interventies. De delict gerelateerde problematiek is onvoldoende in kaart gebracht en behandeld en dit heeft veroordeelde aan zijn eigen gedrag te wijten. Zolang het ISD-traject niet is afgerond, is het recidiverisico onverminderd hoog. Het advies luidt om de ISD-maatregel voort te zetten.
Uit de informatie van de DT&V blijkt dat veroordeelde geen verblijfsrecht in Nederland heeft. Veroordeelde is tijdens DT&V-vertrekgesprekken mondeling geïnformeerd over zijn vertrekplicht, maar hij is nog niet meewerkend aan gecontroleerd vertrek naar zijn land van herkomst. In geval van onmiddellijke beëindiging van de ISD-maatregel komt veroordeelde in vreemdelingenbewaring terecht, of wordt hij heengezonden. In dat laatste geval is zijn verblijf in Nederland en de Europese Unie onrechtmatig en strafbaar.
2.2.
Advies van de deskundige
De deskundige is op de zitting gehoord en heeft het advies bevestigd. Het recidiverisico wordt onverminderd hoog ingeschat, nu veroordeelde niet heeft meegewerkt aan recidive verlagende interventies. Op basis daarvan is het advies om de ISD-maatregel voort te zetten ter beveiliging van de maatschappij.
2.3.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de ISD-maatregel dient te worden voortgezet. Uit het voortgangsverslag blijkt dat er van alles is geprobeerd om veroordeelde te helpen en aan een verlaging van het recidiverisico te werken. Er is weinig motivatie bij veroordeelde zelf en het feit dat hij niet op de zitting is verschenen past in dat beeld. De noodzaak om de maatschappij te beschermen is er nog steeds en daarom dient de ISD-maatregel te worden voortgezet, aldus de officier van justitie.
2.4.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht om de ISD-maatregel zo spoedig mogelijk te beëindigen. In feite komt het erop neer dat veroordeelde in reguliere detentie verblijft. Inclusief voorarrest duurt dat al ongeveer negen maanden en dat is lang voor een relatief gering feit. Repatriëring was een doel van de ISD-maatregel en het is duidelijk dat dit doel niet bereikt zal worden. Bij die stand van zaken is er geen noodzaak voor voortzetting van de ISD-maatregel, aldus de raadsvrouw.
2.5.
Oordeel van de rechtbank
Uit het voortgangsverslag blijkt dat het traject van de ISD-maatregel moeizaam verloopt, maar dit heeft veroordeelde aan zichzelf te wijten. Hij toont weinig motivatie om aan zichzelf te werken en werkt ook niet mee aan terugkeer naar zijn land van herkomst. Gelet hierop en gezien het hoge recidiverisico is de noodzaak aanwezig om de maatregel voort te zetten, ook al is er in dit geval slechts sprake van ‘kale’ ISD. De beveiliging van de samenleving is immers ook een doel van de ISD-maatregel en is gebaat bij voortzetting van de ISD-maatregel.
Daarom wordt als volgt beslist.
Gezien artikel 6:6:14 van het Wetboek van Strafvordering.

3.Beslissing

De rechtbank bepaalt dat
de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel wordt voortgezet.
Deze beslissing is gegeven en uitgesproken op 19 oktober 2023 op de openbare terechtzitting van deze rechtbank door
mr. D. van den Brink, voorzitter,
mrs. P.L.C.M. Ficq en R.K. Pijpers, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. D.C. Wagter, griffier.