In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 24 oktober 2023 een beschikking gegeven in het kader van hoogtechnologisch draagmoederschap en de adoptie van een kind door de wensouders, [verzoeker 1] en [verzoeker 2]. De wensouders, die sinds 2010 een relatie hebben en in 2022 zijn getrouwd, hebben een draagmoederovereenkomst gesloten met een Amerikaanse draagmoeder. De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende stukken, waaronder een rapport van de Raad voor de Kinderbescherming en brieven van de ambtenaar van de burgerlijke stand. Tijdens de mondelinge behandeling zijn de wensouders en hun advocaat verschenen, terwijl de ambtenaar niet aanwezig was.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de wensouders gezamenlijk de zorg voor het kind hebben en dat [verzoeker 2] het kind al voor de geboorte heeft erkend. De Amerikaanse rechtbank heeft in een eerdere beslissing bepaald dat de draagmoeder als juridisch moeder is aangemerkt en dat [verzoeker 2] als vader is vastgesteld. De rechtbank heeft de verzoeken van de wensouders beoordeeld en geconcludeerd dat de erkenning van de Amerikaanse gezagsbeslissing in Nederland kan plaatsvinden, omdat aan de vereisten voor erkenning is voldaan. De rechtbank heeft bepaald dat de wensouders vanaf de geboorte gezamenlijk belast zijn met het gezag over het kind en dat de adoptie door [verzoeker 1] wordt uitgesproken, met terugwerkende kracht tot de geboorte.
De rechtbank heeft ook gelast dat de geboorteakte van het kind wordt ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand in Nederland, met de nodige vermeldingen van erkenning en adoptie. De beslissing is genomen in het belang van het kind, waarbij de rechtbank heeft overwogen dat de adoptie in overeenstemming is met de Nederlandse wetgeving en de rechten van de betrokkenen. De beschikking is openbaar uitgesproken en kan door belanghebbenden worden aangevochten.