Vledder vordert, na wijziging van eis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. te verklaren voor recht dat [gedaagde 1] zich niet kan beroepen op de vervaltermijn van artikel 9 van de algemene voorwaarden;
II. te verklaren voor recht dat [gedaagde 1] zich niet kan beroepen op artikel 7 van de algemene voorwaarden;
III. te verklaren voor recht dat [gedaagde 1] door te handelen en na te laten zoals in de inleidende dagvaarding en in deze akte uiteengezet, jegens eiseres en haar lastgevers toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de op haar rustende verplichtingen voortvloeiende uit de overeenkomst van opdracht, dat [gedaagde 1] ter zake in verzuim verkeert en dat [gedaagde 1] aansprakelijk is voor de als gevolg daarvan door eisers en haar lastgevers geleden en te lijden schade;
IV. te verklaren voor recht dat gedaagden door te handelen en na te laten als bij inleidende dagvaarding en in deze akte uiteengezet onrechtmatig jegens eisers en haar lastgevers hebben gehandeld en dat [gedaagde 1] aansprakelijk is voor de als gevolg daarvan door eiseres en haar lastgevers geleden en te lijden schade;
V. [gedaagde 1] te veroordelen tot vergoeding aan eiseres van haar schade en de schade van haar lastgevers, nader op te maken bij staat, toe te rekenen aan de wanprestatie als bedoeld onder III., te vermeerderen met de wettelijke rente over iedere schadepost, vanaf het lijden van de desbetreffende schade tot de dag van algehele voldoening;
VI. gedaagden hoofdelijk te veroordelen tot vergoeding aan eiseres van haar schade en de schade van haar lastgevers, nader op te maken bij staat, toe te rekenen aan de onrechtmatige daad als bedoeld onder IV, te vermeerderen met de wettelijke rente over iedere schadepost, vanaf het lijden van de betreffende schade tot de dag van algehele voldoening;
VII. voor zover de schade wel reeds begroot kan worden op de door eiseres aangegeven wijze, gedaagden hoofdelijk - des de een betalende de anderen zullen zijn bevrijd - te veroordelen tot vergoeding van de schade, door eiseres begroot op € 8.905.235,- althans tot vergoeding van een zodanig bedrag als UEA in goede justitie mag vermenen te behoren, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van betaling van de initiële naheffing tot aan de dag der algehele voldoening, binnen twee weken na betekening van het te dezen te wijzen vonnis;
VIII. gedaagden hoofdelijk - des de een betalende de anderen zullen zijn bevrijd - te veroordelen tot betaling aan eiseres van de kosten van Vunderink De Vries ad € 932.526,-, te vermeerderen met nog te maken kosten en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW steeds vanaf de factuurdatum tot aan de dag der algehele voldoening;
IX. gedaagden hoofdelijk - des de een betalende de anderen zullen zijn bevrijd - te veroordelen om aan eisers te voldoen een bedrag van € 6.775,- aan kosten van buitengerechtelijke rechtsbijstand, althans tot een zodanig bedrag als de Rechtbank in goede justitie zal vermenen te behoren, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
X. gedaagden hoofdelijk - des de een betalende de anderen zullen zijn bevrijd - te veroordelen in de kosten van deze procedure alsmede in de nakosten ad € 157,- zonder betekening en € 246,- met betekening, vermeerderd met de wettelijke rente over een en ander vanaf twee weken na de datum van het te dezer zake te wijzen vonnis.