Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
[gedaagde]
1.De procedure
2.De feiten
- bedreigen, intimideren van en schelden en schreeuwen tegen buurtbewoners;
De brief eindigt als volgt:
3.Het geschil
4.De beoordeling
1.079,00
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 27 oktober 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de stichting Woningstichting Eigen Haard en [gedaagde], die onder bewind staat. Eigen Haard vorderde ontruiming van de woning van [gedaagde] wegens ernstige overlast die hij zou veroorzaken aan zijn buren. De rechtbank heeft vastgesteld dat [gedaagde] sinds 2013 onder bewind staat en dat hij in 2017 een woning heeft gehuurd van Eigen Haard. Gedurende de huurperiode zijn er herhaaldelijk klachten binnengekomen over stank- en geluidsoverlast, en zijn er meerdere pogingen gedaan door Eigen Haard en andere instanties om de situatie te verbeteren. Ondanks deze inspanningen bleef de overlast aanhouden, wat leidde tot de vordering tot ontruiming.
De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat Eigen Haard voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat [gedaagde] zich niet als een goed huurder gedraagt en dat zijn gedrag ernstige overlast voor de buren met zich meebrengt. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat er een reële kans is dat [gedaagde] op korte termijn in aanmerking komt voor een beschermde woonplek, wat een meer geschikte oplossing voor zijn situatie zou zijn. De vordering tot ontruiming is toegewezen, met de bepaling dat [gedaagde] de woning binnen een maand na betekening van het vonnis moet ontruimen, of eerder als er een beschermde woonplek beschikbaar komt. Tevens is [gedaagde] veroordeeld in de proceskosten van Eigen Haard.