ECLI:NL:RBAMS:2023:6971

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
27 oktober 2023
Publicatiedatum
3 november 2023
Zaaknummer
C/13/739847 / KG ZA 23-859
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van woning wegens ernstige overlast door onderbewindgestelde

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 27 oktober 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de stichting Woningstichting Eigen Haard en [gedaagde], die onder bewind staat. Eigen Haard vorderde ontruiming van de woning van [gedaagde] wegens ernstige overlast die hij zou veroorzaken aan zijn buren. De rechtbank heeft vastgesteld dat [gedaagde] sinds 2013 onder bewind staat en dat hij in 2017 een woning heeft gehuurd van Eigen Haard. Gedurende de huurperiode zijn er herhaaldelijk klachten binnengekomen over stank- en geluidsoverlast, en zijn er meerdere pogingen gedaan door Eigen Haard en andere instanties om de situatie te verbeteren. Ondanks deze inspanningen bleef de overlast aanhouden, wat leidde tot de vordering tot ontruiming.

De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat Eigen Haard voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat [gedaagde] zich niet als een goed huurder gedraagt en dat zijn gedrag ernstige overlast voor de buren met zich meebrengt. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat er een reële kans is dat [gedaagde] op korte termijn in aanmerking komt voor een beschermde woonplek, wat een meer geschikte oplossing voor zijn situatie zou zijn. De vordering tot ontruiming is toegewezen, met de bepaling dat [gedaagde] de woning binnen een maand na betekening van het vonnis moet ontruimen, of eerder als er een beschermde woonplek beschikbaar komt. Tevens is [gedaagde] veroordeeld in de proceskosten van Eigen Haard.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/739847 / KG ZA 23-859 VVV/MB
Vonnis in kort geding van 27 oktober 2023
in de zaak van
de stichting
WONINGSTICHTING EIGEN HAARD,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres bij dagvaarding van 3 oktober 2023,
advocaat mr. M.G. Blokziel te Almere,
tegen
[bewindvoerder] ,
kantoorhoudend te [vestigingsplaats] ,
in hoedanigheid van bewindvoerder over
[gedaagde]
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
advocaat mr. C.L. Mens te Hoofddorp.

1.De procedure

Ter zitting van 13 oktober 2023 heeft eiseres, hierna Eigen Haard de vorderingen zoals omschreven in de dagvaarding toegelicht. Gedaagde heeft verweer gevoerd. Beide partijen hebben schriftelijke stukken ingediend en gedaagde heeft zijn standpunt doen toelichten aan de hand van een pleitnota.
Ter zitting waren aanwezig:
- aan de kant van Eigen Haard: [naam 1] , medewerker zorg en overlast,
[naam 2] , bedrijfsjurist en mr. Blokziel; tevens was aanwezig [naam 3] , Regisseur Treiteraanpak van de gemeente Amsterdam.
- aan de kant van gedaagde: [gedaagde] (hierna: [gedaagde] ) met mr. Mens.
Vonnis is bepaald op heden

2.De feiten

2.1.
Vanaf 19 december 2013 heeft de kantonrechter te Lelystad het vermogen van [gedaagde] (geboren op [geboortedatum] 1991), wegens diens lichamelijke of geestelijke toestand onder bewind gesteld. [bewindvoerder] is aangesteld als bewindvoerder. In het navolgende zal gedaagde worden aangeduid met [gedaagde] c.s.
2.2.
Eigen Haard heeft per 6 maart 2017 aan [gedaagde] de woning aan de [adres] (hierna: de woning) verhuurd, voor onbepaalde tijd. De maandelijkse huurprijs bedroeg toen € 592,55.
2.3.
Bij brief van 5 juni 2018 heeft Eigen Haard [gedaagde] voor het eerst aangeschreven naar aanleiding van meldingen van buren over stank- en geluidsoverlast. Ook in de jaren erna hebben buren, met name de bovenbuurvrouw, melding gemaakt van overlast. Verschillende malen is daarbij de politie ingeschakeld, die zelf ook overlast heeft geconstateerd. [gedaagde] heeft op zijn beurt bij Eigen Haard geklaagd over de bovenbuurvrouw en haar vriend, omdat hij zich door hen bedreigd voelt.
2.4.
Naar aanleiding van de klachten heeft Eigen Haard meerdere huisbezoeken bij [gedaagde] afgelegd, vaak in aanwezigheid van medewerkers van andere instanties, gesprekken met omwonenden gevoerd, afspraken gemaakt en het Meldpunt Zorg en Overlast van de Gemeente Amsterdam ingeschakeld.
2.5.
Bij brief van 24 februari 2022 heeft (de advocaat van) [gedaagde] Eigen Haard verzocht om de gebreken aan de woning te verhelpen en een schadevergoeding te betalen. Als gebreken zijn genoemd: het ontbreken van een afzuiginstallatie en ventilatie, gaten in muren, muizenoverlast, slecht sluitende ramen en de aanwezigheid van lood in waterleidingen en drinkwater.
2.6.
In een uitspraak van 26 juli 2022 heeft de Huurcommissie de huurprijs van de woning vanwege ernstige gebreken tijdelijk verlaagd tot € 125,58 per maand, vanaf 1 maart 2022.
2.7.
Op 27 juni 2023 heeft [gedaagde] van de officier van justitie een gedragsaanwijzing gekregen, inhoudend een contactverbod met de bovenbuurvrouw en haar dochter voor de duur van 90 dagen, tot 25 september 2023.
2.8.
Bij brief van 24 juli 2023 heeft de Stadsdeelregisseur Treiteraanpak van het Stadsdeel Amsterdam Noord [gedaagde] aangeschreven meldingen over hem te hebben ontvangen over herhaaldelijk wangedrag en hem meegedeeld dat een onderzoek gaande is.
2.9.
In een e-mail van 31 juli 2023 aan (onder anderen) de advocaat van [gedaagde] heeft een gedragsdeskundige van Cordaan geschreven dat [gedaagde] veel last heeft van PTSS klachten en het liefst zo snel mogelijk geholpen wil worden door een professional met ervaring, maar dat daarvoor een wachtlijst bestaat. Voorgesteld is om [gedaagde] aan te melden voor de wachtlijst bij Cordaan, maar ook via de huisarts.
2.10.
Op 8 augustus 2023 heeft een gesprek plaatsgevonden, waarbij aanwezig waren: de Regisseur Treiteraanpak ( [naam 3] ), een Informatiemakelaar, een
medewerker van Eigen Haard ( [naam 1] ), de Regisseur Zorg en Veiligheid politie,
[gedaagde] en zijn advocaat. In het verslag van dit gesprek is een aantal incidenten beschreven, met de bovenbuurvrouw, haar vriend, haar dochter, andere buurmeisjes en met hulpverleningsinstantie Cordaan, die bij [gedaagde] betrokken was. In het verslag is ook vermeld dat [gedaagde] zich niet serieus genomen voelt door Eigen Haard, de politie, Cordaan en de gemeente.
Onderaan het verslag, waarin [gedaagde] is aangeduid met [gedaagde] , staan de gemaakte afspraken:
•Politie gaat kijken of het mogelijk is dat [gedaagde] een andere contactpersoon bij de politie krijgt. In de thema roze & blauw.
• [gedaagde] gaat contact opnemen met GGD Vangnet en Advies. Treiterregisseur stuurt de contactgegevens tevens per mail.
• [gedaagde] zal stoppen met het confronteren van de buren
• [gedaagde] zal zich gedragen tegenover de politie.
•De gemeente en woningcorporatie zullen [gedaagde] een brief sturen en [gedaagde] is hiervan op de hoogte gesteld.
• [gedaagde] en advocaat laten weten dat er bij de incidenten die opgenomen zijn er altijd iets vooraf heeft afgespeeld wat niet op beeld staat. Deze situatie speelt al heel lang en zit [gedaagde] heel hoog.
2.11.
Onder de gedingstukken (productie 5 van Eigen Haard) bevindt zich een rapportage van Eigen Haard over de jaren 2018 tot en met september 2023, waarin de voorvallen waarbij [gedaagde] betrokken was zijn beschreven en de acties die zijn ondernomen. De bovenbuurvrouw heeft veel meldingen gedaan en ook filmpjes meegestuurd. In het verslag van een gesprek van 15 augustus 2023 van de treiterregisseur met de bovenbuurvrouw en haar vriend staat dat zij met hun dochter bij de ouders van de vriend zijn ingetrokken, omdat de situatie onhoudbaar is, maar dat zij vanwege de gezondheidstoestand van één van de ouders weer terug naar hun woning moesten, dat zij zich daar zeer onveilig voelen en zich zorgen maken om hun dochter. Ook is beschreven hoe de benedenbuurman van [gedaagde] veel hinder ondervindt van lekkages vanuit de woning.
2.12.
Op 17 augustus 2023 is [gedaagde] aangehouden op verdenking van overtreding van de gedragsaanwijzing.
2.13.
Bij brief van 17 augustus 2023 heeft de gemeente aan [gedaagde] meegedeeld dat hij wordt aangemerkt als treiteraar en hem dringend verzocht op te houden met het wangedrag dat bestaat uit (onder meer):
- bedreigen, intimideren van en schelden en schreeuwen tegen buurtbewoners;
- het zoeken van confrontaties/ruzies met buurtbewoners/omwonenden;
- het (bewust) veroorzaken van geluidsoverlast;
De brief eindigt als volgt:
Wij waarschuwen u dat als u dit gedrag blijft vertonen wij met ons allen alle mogelijke juridische instrumenten zullen inzetten om u te doen stoppen. Dit kan in het uiterste geval leiden tot een gedwongen verhuizing.
2.14.
Bij brief van 24 augustus 2023 heeft Eigen Haard [gedaagde] gesommeerd te stoppen met veroorzaken van overlast en meegedeeld dat ontbinding van de huurovereenkomst zal worden gevorderd als er weer klachten over hem binnenkomen.
2.15.
Bij brief van 30 augustus 2023 heeft de Coördinator Meldpunt Zorg en Woonoverlast, Gemeente Amsterdam Stadsdeel Zuid en Stadsdeel Noord een zogenoemde ‘Einde interventieverklaring’ aan Eigen Haard gezonden daarin staat dat Eigen Haard en de convenantpartners van oordeel zijn dat het Meldpunt er niet in is geslaagd de door [gedaagde] veroorzaakte overlast te doen ophouden of tot aanvaardbaar niveau terug te brengen. (vermeld is dat “Buurtteam Noord en Arkin” zich hebben onthouden van stemmen.)
Deze brief besluit als volgt:
Beschermd Wonen
De convenantpartners van het Groot Overleg zijn van mening dat de huidige woonvorm niet geschikt is voor Dhr. [gedaagde] . Gezien de meervoudige problematiek en de kwetsbaarheid van Dhr. [gedaagde] is het wenselijk dat hij beschermd gaat wonen.
2.16.
Begin september 2023 heeft zich opnieuw een incident voorgedaan waarbij [gedaagde] betrokken was. De politie heeft [gedaagde] toen wederom meegenomen wegens overtreding van het contactverbod.
2.17.
Op 27 september 2023 heeft (de advocaat van) [gedaagde] nogmaals verzocht gebreken aan de woning te verhelpen, en wel binnen twee weken.
2.18.
In een e-mail van 2 oktober 2023 heeft de advocaat van [gedaagde] Eigen Haard erop gewezen dat zij in het gesprek van 8 augustus 2023 (nogmaals) de gebreken aan de woning aan de orde heeft gesteld, die volgens [gedaagde] de oorzaak zijn van de situatie tussen [gedaagde] en de bovenbuurvrouw. Verder staat in deze e-mail dat de situatie simpelweg kan worden opgelost als Eigen Haard aan [gedaagde] een andere woning aanbiedt, wat Eigen Haard intern zou bekijken maar waarover [gedaagde] nog niets heeft vernomen.
2.19.
Ten tijde van de behandeling van het kort geding op 13 oktober 2023 was [gedaagde] gedetineerd, naar aanleiding van overtreding van het contactverbod.

3.Het geschil

3.1.
Eigen Haard vordert – samengevat – ontruiming van de woning, binnen
48 uur na betekening van het te wijzen vonnis en met veroordeling van [gedaagde] c.s. in de kosten. Eigen Haard stelt daartoe dat [gedaagde] al jarenlang ernstige overlast veroorzaakt en dat dit gedrag niet verandert, ondanks alle inspanningen van Eigen Haard, de politie en andere instanties. Voordat [gedaagde] de woning betrok woonde hij begeleid. Destijds is hij op eigen initiatief en in strijd met adviezen van betrokkenen/familie zelfstandig gaan wonen. Dat bleek van meet af aan al niet goed te gaan. Inmiddels heeft [gedaagde] een “VG 6 indicatie” en komt hij in aanmerking voor een beschermde woonvorm. Hij staat op een landelijke wachtlijst zodat er binnenkort een plek voor hem beschikbaar zal komen. Er is ook een verzoek voor een onder curatele stelling. Door zijn gedrag maakt [gedaagde] zich schuldig aan wanprestatie en gedraagt hij zich niet als goed huurder. De maat is inmiddels vol. De belangen van de overige huurders, die Eigen Haard zich moet aantrekken, bij het vertrek van [gedaagde] moeten zwaarder wegen dan het belang van [gedaagde] om in de woning te blijven wonen. Aldus Eigen Haard.
3.2.
[gedaagde] voert verweer. Hij betwist dat hij voor ernstige overlast zorgt. Er zijn wel problemen met de bovenbuurvrouw, maar die worden net zo goed door haar veroorzaakt. De bovenbuurvrouw schetst een eenzijdig beeld en de politie ziet steeds alleen wat [gedaagde] doet, maar niet wat daaraan voorafgaat. De werkelijke oorzaak van de hele situatie is het achterstallige onderhoud aan de woning, waardoor deze extreem gehorig is. [gedaagde] voelt zich niet gehoord door de politie, die alleen de aangiftes van de bovenbuurvrouw in behandeling neemt en niet die van hem en hem onvoldoende bescherming biedt. Ook hulpverleners en andere instanties laten hem in de kou staan. [gedaagde] betwist een “VG 6” indicatie te hebben, zoals Eigen Haard stelt. Wel had hij een LVG 3 indicatie en een burn out, naar zijn zeggen door toedoen van de bovenbuurvrouw en haar vriend, die hem provoceren en uitschelden. Er zijn nog veel andere oplossingen denkbaar dan ontruiming van de woning. Eigen Haard wil hem waarschijnlijk vooral weg hebben omdat hij huurverlaging heeft gevraagd en gekregen. Aldus [gedaagde] .
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
In een kort geding is een vordering tot ontruiming slechts toewijsbaar indien voldoende aannemelijk is dat de bodemrechter de vordering eveneens toewijst en indien van de eisende partij niet kan worden gevergd dat zij de uitkomst van een bodemprocedure afwacht.
4.2.
Eigen Haard heeft een spoedeisend belang bij de gevraagde voorziening, die strekt tot beëindiging van gebruik van een – relatief schaarse – sociale huurwoning als sprake is van ernstige overlast aan omwonenden, die eveneens huurders zijn van Eigen Haard.
4.3.
Uitgangspunt is dat [gedaagde] op grond van artikel 7:213 van het Burgerlijk Wetboek zich als goed huurder moet gedragen en geen overlast of hinder mag veroorzaken. Meer specifiek is dat vastgelegd in de artikelen 7.2 en 7.7 van de algemene voorwaarden die deel uitmaken van zijn huurovereenkomst.
4.4.
Eigen Haard heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat [gedaagde] ernstige overlast bezorgt aan zijn buren, onder meer bestaande uit geluidsoverlast, onvoorspelbaar en intimiderend gedrag – schelden en schreeuwen – met name jegens de bovenbuurvrouw en haar gezin, daarop niet aanspreekbaar is en zich niet houdt/kan houden aan gemaakte afspraken en/of contactverboden. Gelet op de verklaringen van medewerkers van betrokken instanties, zowel in het dossier als ter zitting, is niet aannemelijk dat de bovenbuurvrouw het gedrag van [gedaagde] uitlokt en/of dat zij de situatie overdrijft. Immers ook andere buren, hulpverleners, medewerkers van Eigen Haard en de politie zijn met soortgelijk gedrag van [gedaagde] geconfronteerd. Weliswaar bevat het dossier met name meldingen van de bovenbuurvrouw en haar vriend – en één verklaring van een buurman uit 2019 –maar Eigen Haard heeft erop gewezen dat Eigen Haard en de wijkagent wel signalen van andere buren hebben ontvangen, maar dat deze uit angst voor represailles terughoudend zijn met klagen. Evenmin is aannemelijk dat, zoals [gedaagde] veronderstelt, Eigen Haard en de bovenbuurvrouw er op uit zijn om [gedaagde] weg te pesten, Eigen Haard volgens hem omdat hij huurverlaging heeft gevraagd en gekregen. De meldingen en rapportages over de overlast dateren immers al van voor deze huurprijskwestie en zijn gedetailleerd, vaak ondersteund door beelden. Provocaties door de bovenbuurvrouw heeft [gedaagde] niet nader onderbouwd. Verder is weliswaar duidelijk dat het onderhoud van de woning zeer te wensen overlaat, maar bestaan geen aanwijzingen dat dit het gedrag van [gedaagde] rechtvaardigt of de voornaamste oorzaak is van het conflict met de buren. Mogelijk was de overlast beperkter geweest bij betere geluids- en geurisolatie, maar het is niet aannemelijk dat de gemelde overlast er in een betere woning niet was geweest.
4.5.
Mogelijk wordt het gedrag van [gedaagde] wel mede beïnvloed door de omstandigheid dat het hem ontbreekt aan de juiste begeleiding/
hulpverlening. Op dat punt zullen de nodige stappen moeten worden gezet. Op grond van het dossier kan worden aangenomen dat een beschermd wonen setting daarvoor meer geschikt is dan de huidige situatie waarin [gedaagde] , zoals hij eigenlijk zelf ook erkent, niet goed kan functioneren, omdat hij zich niet veilig voelt. Gelet op de mededelingen daarover van Eigen Haard ter zitting is er een reële kans dat op korte termijn een beschermd wonen plek voor [gedaagde] beschikbaar zal zijn.
4.6.
Al met al kan worden geconcludeerd dat [gedaagde] zich niet als een goed huurder gedraagt, dat sprake is van ernstig tekortschieten in de nakoming van zijn verplichtingen als huurder, zodanig dat (de rechter in een eventuele bodemprocedure zal oordelen dat) ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning gerechtvaardigd is.
4.7.
De vordering van Eigen Haard zal daarom worden toegewezen, met dien verstande dat [gedaagde] c.s. de woning zal moeten ontruimen en verlaten binnen een maand na de betekening van dit vonnis, dan wel zoveel eerder als een beschermde woonplek voor [gedaagde] beschikbaar is. Mocht een dergelijke plek pas later beschikbaar zijn, dan zal [gedaagde] c.s., in overleg met de betrokken instanties, voor tijdelijke huisvesting elders moeten zorgen.
4.8.
[gedaagde] c.s. zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Eigen Haard worden begroot op:
- dagvaardingskosten € 132,42
- griffierecht 676,00
- salaris advocaat
1.079,00
Totaal € 1.887,42

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde] c.s. om binnen een maand na betekening van dit vonnis, of zoveel eerder als er een beschermde woonplek voor [gedaagde] beschikbaar is, de woning aan de [adres] te ontruimen met alle daarin aanwezige personen en zaken tenzij deze zaken van Eigen Haard zijn, en de woning leeg en ontruimd ter beschikking te stellen aan Eigen Haard, welke ontruiming zo nodig door de deurwaarder kan worden bewerkstelligd met behulp van de sterke arm conform het in artikel 555 e.v. jo. 444 Rv bepaalde,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] c.s., indien hij niet vrijwillig aan de hiervoor gegeven veroordeling tot ontruiming voldoet en Eigen Haard de ontruiming met inschakeling van een gerechtsdeurwaarder zelf bewerkstelligt, aan Eigen Haard de kosten van de ontruiming te voldoen op vertoning van en conform de specificatie van die kosten in het proces-verbaal van ontruiming,
5.3.
veroordeelt [gedaagde] c.s. in de proceskosten, aan de zijde van Woningstichting Eigen Haard tot op heden begroot op € 1.887,42, te vermeerderen met de wettelijke rente over deze kosten indien [gedaagde] c.s. deze niet binnen veertien dagen na heden heeft voldaan.
5.4.
veroordeelt [gedaagde] c.s. in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op
€ 173,- voor salaris advocaat, te vermeerderen met € 90,- en de kosten van het betekeningsexploot ingeval betekening van dit vonnis plaatsvindt, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
5.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.H. van Voorst Vader, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. M. Balk, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 27 oktober 2023. [1]

Voetnoten

1.type: MB