ECLI:NL:RBAMS:2023:6964

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
16 augustus 2023
Publicatiedatum
3 november 2023
Zaaknummer
C/13/737582 / KG ZA 23-708
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Proces-verbaal
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van executie van beschikking inzake gebruik van de woning in kort geding

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam op 16 augustus 2023, is een kort geding aan de orde waarin de voorzieningenrechter de executie van een eerdere beschikking schorst. De beschikking, gegeven op 20 juli 2023, bepaalde dat de vrouw bij uitsluiting gerechtigd was tot het gebruik van de echtelijke woning, terwijl de man de woning diende te verlaten. De man verzocht om schorsing van deze beschikking, onder verwijzing naar een noodtoestand waarin hij zich bevond, waaronder suïcidaliteit en fysieke beperkingen door een partiële dwarslaesie. De vrouw voerde aan dat de situatie onhoudbaar was indien zij samen in de woning verbleven en dat zij actief op zoek was naar een nieuwe woning. De voorzieningenrechter oordeelde dat de noodtoestand van de man serieus genomen moest worden en dat het in het belang van de dochter was dat de man in de nabijheid bleef. De schorsing van de executie werd verleend op de voorwaarde dat de man zijn werkkamer zou inrichten als slaapkamer, zodat de vrouw en dochter niet meer met hem in dezelfde slaapkamer hoefden te slapen. De uitspraak werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de proceskosten werden gecompenseerd.

Uitspraak

proces-verbaal

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/737582 / KG ZA 23-708 VVV/MvG
Proces-verbaal van mondelinge uitspraak op 16 augustus 2023
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
eiser bij dagvaarding van 7 augustus 2023,
advocaat mr. B.J. den Hartog te Amsterdam,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
advocaat mr. F.L. Spoek te Amsterdam.
Partijen zullen hierna de man en de vrouw worden genoemd.
De zitting wordt gehouden in het gebouw van deze rechtbank ter behandeling van een vordering in kort geding.
Tegenwoordig zijn mr. T.H. van Voorst Vader, voorzieningenrechter, en mr. M.F. van Grootheest, griffier.
Na uitroeping van de zaak verschijnen partijen en hun advocaten. Voor de vrouw was tevens H. Abdulla, tolk Engelse taal, aanwezig.
Partijen hebben over en weer het woord gevoerd aan de hand van een pleitnotitie. De man heeft producties in het geding gebracht. De behandeling van de zaak is gesloten en vervolgens is mondeling uitspraak gedaan. Daarvan is ingevolge artikel 29a lid 3 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering dit proces-verbaal opgemaakt, dat op
17 augustus 2023 aan partijen is afgegeven.

1.Waar gaat dit kort geding over?

1.1.
Op 20 juli 2023 is een beslissing gegeven waarbij voorlopige voorzieningen zijn gegeven op grond waarvan de vrouw per 3 augustus 2023 bij uitsluiting gerechtigd zal zijn tot het gebruik van de echtelijke woning aan de [adres] met bevel dat de man de woning dient te verlaten. Tevens is bepaald dat de dochter van partijen, [minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2017 te [geboorteplaats] , met onmiddellijke ingang aan de vrouw zal worden toevertrouwd.
1.2.
De man heeft zich tot de voorzieningenrechter gewend met het verzoek om de tenuitvoerlegging van die beschikking te schorsen, voor zover het betreft het uitsluitend gerechtigd zijn tot de bewoning van de woning door de vrouw.

2.De mondelinge uitspraak

2.1.
De grondslag die de man heeft aangevoerd is de noodtoestand waarin hij zich sinds die uitspraak bevindt. Volgens een verklaring van het Crisisteam Centrum Spoedeisende Psychiatrie van 2 augustus 2023, getekend door [naam 1] , [naam 2] en [naam 3] is de man suïcidaal. Hij heeft symptomen van een partiele dwarslaesie met als gevolg loopstoornissen en incontinentie en daarnaast slijtage van de heup, waaraan hij binnen een korte termijn van een maand of twee geopereerd zal moeten worden. Volgens de verklaring wordt zijn suïcidaliteit ernstig verhoogd ingeschat. De man ziet als gevolg van zijn dwarslaesie en incontinentie en bewegingsbeperkingen geen reële en aanvaardbare mogelijkheden om tijdelijk elders bijvoorbeeld bij vrienden of familie te verblijven. Hij heeft zich tevens bereid verklaard om in zijn werkkamer ook te gaan slapen, aldus de man.
2.2.
De vrouw heeft daartegen aangevoerd dat de situatie in huis, indien zij daar gezamenlijk verblijven, onhoudbaar is en dat zij in dat geval zal willen vertrekken. De vrouw doet pogingen om een woning te vinden en staat daarvoor op een wachtlijst. De vrouw heeft zich bereid getoond om uitstel te geven en betreurt het dat de man niet eerder heeft meegewerkt aan het plaatsen van een bed in zijn werkkamer. Indien hij dat wel had gedaan, was het verzoek voor voorlopige voorzieningen niet nodig geweest, aldus de vrouw.
2.3.
Het oordeel van de voorzieningenrechter is dat de noodtoestand van de man serieus genomen moet worden. Zijn zorgen zijn niet onbegrijpelijk en de dochter van partijen heeft belang bij een vader. De fysieke belemmeringen en beperkingen van de man zijn niet betwist. Onder deze omstandigheden is de noodtoestand van de man van een zodanige aard dat tenuitvoerlegging van de beschikking tegen hem geschorst moet worden onder de voorwaarde dat hij zijn werkkamer tevens tot slaapkamer zal inrichten, zodat de man, de vrouw en hun dochter niet meer met zijn drieën in dezelfde slaapkamer hoeven te slapen en de moeder en de dochter ruimte krijgen om in hun ritme te leven.
2.4.
De voorzieningenrechter schorst de executie voor wat betreft de in 5.1 van de beschikking van 20 juli 2023 opgenomen beslissing dat de vrouw bij uitsluiting gerechtigd is tot het gebruik van de woning, op de voorwaarde dat de man binnen een week na heden in zijn werkkamer een slaapvoorziening zal treffen, zodat hij goed in staat is om naast daar te werken daar ook te slapen.
2.5.
Deze uitspraak wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, de proceskosten zullen worden gecompenseerd en het meer of anders gevorderde wordt afgewezen.

3.De beslissing

De voorzieningenrechter
3.1.
schorst de executie voor wat betreft de in 5.1 van de beschikking van
20 juli 2023 (C/13/734441 / FA RK 23-3538) opgenomen beslissing dat de vrouw bij uitsluiting gerechtigd is tot het gebruik van de woning aan de [adres] op de voorwaarde dat de man binnen een week na heden in zijn werkkamer een slaapvoorziening zal treffen en die ook zal gebruiken,
3.2.
verklaart deze uitspraak tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
3.3.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
3.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de voorzieningenrechter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.
Griffier Voorzieningenrechter