Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Sąd Okręgowy w Gdańsku, Polen, (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
District Courtin
Gdańskvan 12 januari 2022 met referentie IV K 180/21, waarin drie onderliggende vonnissen zijn opgenomen
(verdicts of the District Court in Gdańsk dated 28 december 2015 in the case no. IV K 254/14, Regional Court Gdańsk-South in Gdańsk dated 4 february 2016, in the case no. II K 7/14, and of the Regional Court Gdańsk-South in Gdańsk imposed on 5 july 2016 in the case II K 272/14).
ex officiois gewezen en de oproepingen voor de zitting zijn gestuurd naar een adres dat niet in deze procedure is opgegeven. Daarom kan niet worden vastgesteld dat de opgeëiste persoon van de procedure op de hoogte was, zodat zijn verdedigingsrechten zijn geschonden.
met kenmerk IV K 180/21
ex officiois gewezen. De opgeëiste persoon heeft dus niet om een verzamelvonnis gevraagd.
4.Slotsom
5.Toepasselijke wetsbepalingen
6.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan
the Sąd Okręgowy w Gdańsku, Polen, voor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.