Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
[adres] .
1.Het onderzoek ter terechtzitting
(mr. C.P. Staal) en van wat verdachte en zijn raadsvrouw (mr. N.W.A. Dekens) naar voren hebben gebracht.
2.Tenlastelegging
bijlage I, die aan dit vonnis is gehecht. De tekst van deze bijlage geldt als hier ingevoegd.
3.De waardering van het bewijs
deepfakepornovideo op het internet staat. Daarbij gaat het om een pornovideo waarbij het gezicht van de vrouwelijke pornoactrice met behulp van een computerprogramma is verwisseld met het gezicht van aangeefster. Naar aanleiding hiervan heeft aangeefster een documentaire gemaakt en in het kader van die documentaire is het IP-adres van degene die de
deepfakepornovideo heeft geplaatst door cyberonderzoekers achterhaald. Aan de hand van dit
IP-adres is de politie bij verdachte uitgekomen. Verdachte heeft bij de politie en ter terechtzitting bekend dat hij de
deepfakepornovideo met behulp van daarvoor ontwikkelde software gemaakt heeft en dat hij deze vervolgens op internet heeft geplaatst.
deepfakepornovideo onder het bereik van artikel 139h van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) valt. De officier van justitie en de raadsvrouw hebben hierover uiteenlopende standpunten ingenomen.
deepfakepornovideo, valt onder de reikwijdte van artikel 139h Sr. De
deepfakedie verdachte heeft gemaakt, zal door veel mensen niet van echt te onderscheiden zijn. Het gaat om een video die elk redelijk denkend mens als privé zal beschouwen, waardoor het onder het bereik van artikel 139h Sr brengen daarvan aansluit bij de bedoeling van de wetgever. In de memorie van toelichting bij deze wet worden
deepfakesweliswaar niet genoemd, maar worden ze ook niet uitgesloten. De wetgever heeft juist gesteld dat ook nieuwe en toekomstige vormen van afbeeldingen van seksuele aard onder het bereik van de strafbaarstelling vallen. [1] Dat ook
deepfakesonder het bereik vallen is in juni 2023 bevestigd door de wetgever. [2]
deepfakewanneer iets bijna niet van echt te onderscheiden is of wanneer bestaand materiaal gemanipuleerd wordt zonder dat dat zichtbaar is. Voor wat betreft het door verdachte gemaakte filmpje geldt dat niet van
deepfakegesproken kan worden, omdat voor iedereen duidelijk is dat het niet echt aangeefster is die te zien is in de pornovideo. Het NFI heeft in de video inconsistenties waargenomen. Ook de waarnemingen die de raadsvrouw zelf gedaan heeft, hebben voor haar geleid tot de conclusie dat de video overduidelijk nep is. Ook het op de video geplaatste watermerk met de tekst
‘deepfake’wijst hierop.
deepfakeniet strafbaar heeft willen stellen met artikel 139h Sr. In de wetsgeschiedenis wordt steeds gesproken over ‘echte, al dan niet heimelijk gemaakte opnames in de privésfeer, gemaakt in de fysieke, niet openbare ruimte’. De term
deepfakekomt in de wetsgeschiedenis nergens terug, terwijl deepfake ten tijde van de inwerkingtreding van het artikel wel al bestond. Mocht het komen tot een bewezenverklaring, dan moet ontslag van alle rechtsvervolging volgen omdat het legaliteitsbeginsel is geschonden. Het was voor verdachte in dat geval niet voorzienbaar dat zijn handelen strafbaar was.
deepfakepornovideo valt onder het bereik van artikel 139h Sr komt in de kern neer op de vraag of het bestanddeel
afbeelding van seksuele aarduit dat artikel in dat geval bewezen kan worden. Daarbij neemt de rechtbank tot uitgangspunt dat dit begrip in het eerste lid onder a en in het tweede lid onder b van artikel 139h Sr dezelfde betekenis heeft. Weliswaar wordt in artikel 139h lid 2 onder b Sr (anders dan in de overige artikelleden) niet verwezen naar een afbeelding als bedoeld in het eerste lid onder a van dat artikel, maar dat verschil wordt verklaard door de omstandigheid dat voor een bewezenverklaring van artikel 139h lid 2 onder b Sr niet is vereist dat de afbeelding
wederrechtelijk, dus zonder toestemming van de afgebeelde persoon, is vervaardigd.
deepfakepornovideo onder het begrip
afbeelding van seksuele aardals bedoeld in artikel 139h Sr vallen. Het begrip
afbeeldingis een zeer breed begrip en daar valt naar normaal spraakgebruik, zeker in de huidige maatschappij met alle (online) digitale content, zonder meer een digitaal gemanipuleerde video onder. Een pornovideo is per definitie van seksuele aard, zodat daarmee, ook in het geval dat deze
deepfakeis, naar normaal spraakgebruik sprake is van een afbeelding van seksuele aard.
afbeelding van seksuele aardmoet ook gekeken worden naar de bedoeling van de wetgever ten tijde van de invoering van de strafbaarstelling. Het aangewezen startpunt daarvoor is de bij de artikel 139h Sr horende memorie van toelichting. [3]
deepfakelijkt daaraan in eerste instantie niet gelijkgesteld te kunnen worden. Dit is ten eerste gelegen in het feit dat het bij een
deepfakeniet gaat om materiaal dat rechtstreeks is vervaardigd met behulp van een camera. Ten tweede gaat het bij een
deepfakeom gemanipuleerde beelden. In het geval van de door verdachte gemaakte
deepfakewordt bijvoorbeeld de indruk gewekt dat het aangeefster is die de in de video afgebeelde seksuele handelingen ondergaat en uitvoert. In werkelijkheid is alleen het gezicht van aangeefster afgebeeld. Het lichaam dat in de video zichtbaar is, behoort toe aan een pornoactrice.
seksueleprivacy. De wetgever zelf zegt hier het volgende over:
deepfake-afbeeldingen onder dit te beschermen belang vallen, mits het beeldmateriaal in kwestie zodanig echt lijkt dat het op het eerste gezicht niet duidelijk is dat het gaat om beelden die gemanipuleerd zijn. Het gaat er in dat geval om dat bij de gemiddelde, redelijk denkende mens die onbevangen (en dus zonder vooraf aanwezige wetenschap van het feit dat het gaat om een
deepfake) naar het beeldmateriaal kijkt, op het eerste gezicht redelijkerwijs de overtuiging kan bestaan dat de daarop afgebeelde persoon daadwerkelijk ook die persoon is. Het mag in zo’n geval voor de afgebeelde persoon duidelijk zijn dat de beelden niet echt zijn, voor de buitenwereld is dit niet noodzakelijkerwijs het geval. Deze lezing sluit aan bij hetgeen de wetgever in de memorie van toelichting opmerkt, namelijk dat een afbeelding van seksuele aard een afbeelding is die ‘een zodanig intiem seksueel karakter heeft dat deze door ieder redelijk denkend mens als privé zal worden beschouwd’. [8] De mate van de schending van de privacy die het vervaardigen en/of openbaar maken van een authentieke video met zich brengt is niet wezenlijk anders bij het vervaardigen en/of openbaar maken van een niet of nauwelijks van echt te onderscheiden
deepfake.
een afbeelding van seksuele aardals bedoeld in artikel 139h Sr.
opzettelijk en wederrechtelijkeen
afbeelding van seksuele aardvan een persoon heeft
vervaardigd.
deepfakepornovideo te maken. Verdachte heeft een pornografisch videofragment uitgekozen, heeft beeldmateriaal van aangeefster verzameld en heeft hiermee vervolgens, met behulp van daarvoor bestemde software, een
deepfakepornovideo gemaakt, zodat bewezen is dat verdachte deze heeft vervaardigd. Verdachte is hierin bewust te werk gegaan en wist dat hij geen toestemming had van aangeefster, zodat ook het opzet op de wederrechtelijkheid is bewezen.
deepfakebeeldmateriaal kan worden gekwalificeerd als een afbeelding van seksuele aard van een persoon wanneer het, kort samengevat, zodanig echt lijkt dat het op het eerste gezicht door een redelijk denkend mens niet van echt te onderscheiden is. In de onderhavige zaak staat vast dat verdachte een
deepfakepornovideo heeft gemaakt. De rechtbank heeft de bewuste
deepfakepornovideo in raadkamer bekeken. Vanzelfsprekend wist de rechtbank op dat moment al dat het gaat om een niet echte, maar
deepfakepornovideo. Door met die wetenschap nauwkeurig naar de video te kijken, heeft de rechtbank een aantal inconsistenties waargenomen. Echter voor de gemiddelde, redelijk denkende mens die onbevangen en zonder deze voorkennis naar de
deepfakepornovideo kijkt, zullen deze inconsistenties niet afdoen aan het realisme van de beelden en zal de video de indruk geven dat de persoon waarvan het hoofd op de video wordt gezien ook degene is die de seksuele handelingen verricht en ondergaat. De door verdachte gemaakte
deepfakepornovideo van aangeefster kan naar het oordeel van de rechtbank daarom aangemerkt worden als een afbeelding van seksuele aard van een persoon. De door verdachte op de video geplaatste tekst dat het gaat om een
deepfakemaakt dat niet anders. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat de strafbaarheid van de gedraging ligt in de vervaardiging van het seksuele beeldmateriaal zelf. Ook als verdachte de deepfake pornovideo op zijn eigen computer had laten staan, dan zou dit nog steeds een strafbaar feit als bedoeld in artikel 139h lid 1 onder a Sr hebben opgeleverd. In die zin maakt het dan ook niet uit of in de video wel of niet wordt vermeld dat om een deepfake gaat. Het verweer van de raadsvrouw op dat punt slaagt daarom niet.
een afbeelding van seksuele aard openbaar heeft gemaakt, terwijl hij
wist dat die openbaarmaking nadelig voor die persoon kon zijn.
deepfakepornovideo daarom worden aangemerkt als een afbeelding van seksuele aard.
deepfakepornovideo openbaar heeft gemaakt. Verdachte heeft ontkend dat hij wist dat deze openbaarmaking voor aangeefster nadelig kon zijn. Hij heeft er naar eigen zeggen ‘niet over nagedacht’. Naar het oordeel van de rechtbank maakt de uiterlijke verschijningsvorm van het handelen van verdachte echter dat bewezen is dat verdachte op zijn minst bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat de openbaarmaking van de
deepfakepornovideo voor aangeefster nadelig zou zijn. In de eerste plaats gaat het om expliciet pornografisch materiaal, waardoor het voor verdachte duidelijk mag worden verondersteld dat aangeefster hier niet zonder meer mee geassocieerd zou willen worden. Daar komt bij dat verdachte heeft verklaard dat hij al vrij snel na het online plaatsen van de video spijt kreeg van het plaatsen daarvan, waarna hij geprobeerd heeft de video te verwijderen en, toen dat niet lukte, de prijs van de
deepfakevideo heel hoog heeft gemaakt om het downloaden ervan te ontmoedigen. Daaruit leidt de rechtbank af dat verdachte heeft beseft dat het plaatsen van de
deepfakevideo op een openbaar toegankelijke website nadelig kon zijn voor aangeefster, maar dat hij dit risico in ieder geval aanvankelijk voor lief heeft genomen.
deepfakebeeldmateriaal valt, zoals hierboven geconcludeerd, onder het bereik van artikel 139h Sr. Dit artikel is op 1 januari 2020 in werking getreden. Deze datum ligt ruim vóór het begin van de periode waarin verdachte zich, zoals hierna bewezenverklaard, schuldig gemaakt heeft aan het tenlastegelegde, namelijk op zijn vroegst 1 november 2020. Daarmee is van een schending van het legaliteitsbeginsel, zoals door de raadsvrouw gesteld, geen sprake. Evenmin is sprake van een situatie dat de rechtbank een dermate extensieve uitleg heeft gegeven aan het bepaalde in artikel 139h Sr dat deze uitleg voor verdachte onvoldoende voorzienbaar en kenbaar was, zodat hij zijn gedrag daar niet op kon aanpassen. Er is daarom geen aanleiding om verdachte te ontslaan van alle rechtsvervolging, zoals de raadsvrouw heeft bepleit.
deepfakeis geplaatst ongeveer is aangemaakt) en 28 oktober 2021 (de datum waarop aangeefster geattendeerd werd op het bestaan van de
deepfake) is vervaardigd en openbaar is gemaakt. De
deepfakepornovideo is aangetroffen op de computer van verdachte, die in beslag is genomen in zijn woning op het adres in [woonplaats] waar hij al sinds 2016 staat ingeschreven. De rechtbank acht daarom bewezen dat het feit door verdachte is gepleegd in zijn woonplaats, [woonplaats] .
4.Bewezenverklaring
bijlage IIvervatte bewijsmiddelen bewezen dat verdachte:
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de straf
deepfakepornovideo van haar en het openbaar maken ervan, terwijl hij wist dat dit nadelig kon zijn voor aangeefster. Dit zijn ernstige strafbare feiten. De psychische gevolgen voor slachtoffers waarvan zonder toestemming een
deepfakepornovideo is gemaakt en openbaar is gemaakt, kunnen ernstig en langdurig zijn. Vaak overheersen gevoelens van schaamte, onmacht en onveiligheid. Hierbij speelt een rol dat eenmaal op het internet verspreid materiaal vaak niet (volledig) verwijderd en vernietigd kan worden, zodat slachtoffers ook na de publicatie hiermee nog gedurende lange tijd en via verschillende (sociale media)kanalen geconfronteerd kunnen worden. Dit doet ernstig afbreuk aan de (online) veiligheid van slachtoffers en schendt hun seksuele autonomie, identiteit en (seksuele) privacy. De video die verdachte heeft gemaakt is schokkend en smakeloos. Dat erkent de verdediging op zitting ook. Verdachte raakte bekend met
deepfakepornovideo’s en vroeg zich af of hij die ook kon maken. Vervolgens heeft hij zich in het proces verdiept en is hij aan de slag gegaan met het maken van dergelijke video’s. De video van aangeefster is slechts één van de vele die hij heeft gemaakt. Omdat hij naar eigen zeggen wilde weten ‘wat anderen ervan vonden’ heeft verdachte de video ook online geplaatst. Daarbij heeft hij zich weinig aangetrokken van de gevolgen die dit voor aangeefster zou kunnen hebben. Dat neemt de rechtbank hem kwalijk.
deepfakepornovideo te zullen maken. Hij komt daarin oprecht over.
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
bewezendat verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4 is vermeld.
niet bewezenwat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
[verdachte], daarvoor strafbaar.
taakstraf van 180 (hondertachtig) uren, met bevel, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast van
90 (negentig) dagen.
proeftijd van 2 (twee) jarenvast.