In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 31 oktober 2023 een beschikking gegeven in een procedure betreffende voorlopige voorzieningen in het kader van een echtscheiding. De vrouw, die zowel de Nederlandse als Turkse nationaliteit heeft, verzoekt om het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning, terwijl de man, die de Turkse nationaliteit heeft, verzoekt om het gebruik van de woning aan hem toe te kennen. De vrouw heeft aangegeven dat zij door de man is getraumatiseerd en dat zij uit vrees voor hem de woning heeft moeten verlaten. De man ontkent de beschuldigingen van agressie en stelt dat de vrouw tijdelijk bij een andere man in Turkije verbleef. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 17 oktober 2023, waarbij beide partijen bijgestaan werden door hun advocaten.
De rechtbank overweegt dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft om voorlopige maatregelen te treffen, ondanks dat er een echtscheidingsprocedure aanhangig is in Turkije. De rechtbank concludeert dat de belangen van de man bij het gebruik van de woning zwaarder wegen dan die van de vrouw, die momenteel bij haar broer verblijft. De rechtbank wijst het verzoek van de vrouw af en kent het uitsluitend gebruik van de woning toe aan de man. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de man direct gebruik kan maken van de woning, terwijl de vrouw wordt bevolen de woning te verlaten.