Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[eiser]
[eiseres] ,
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
1.079,00
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak hebben de ouders van een minderjarige jongen, die een stadionverbod van 18 maanden van de KNVB heeft gekregen, een kort geding aangespannen. De jongen had op 7 september 2022 een voetbalwedstrijd bijgewoond en was tijdens de rust over een hekje geklommen naar een ander deel van de tribune. De KNVB legde hem een stadionverbod op, omdat hij zich niet op de juiste plek bevond volgens de standaardvoorwaarden. De ouders vorderden schorsing van het stadionverbod totdat de Commissie Stadionverboden van de KNVB had beslist op hun beroep, en restitutie van de boete die aan hun zoon was opgelegd. De voorzieningenrechter oordeelde dat het stadionverbod disproportioneel was, gezien de omstandigheden van de zaak, en schorste de tenuitvoerlegging van het verbod. De rechter oordeelde dat de KNVB niet voldoende had gemotiveerd waarom een verbod van 18 maanden was opgelegd voor het overklimmen van een hekje, terwijl andere gedragingen met ernstiger gevolgen kortere verboden opleverden. De KNVB werd veroordeeld in de proceskosten van de ouders van de minderjarige.