ECLI:NL:RBAMS:2023:685

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
9 februari 2023
Publicatiedatum
10 februari 2023
Zaaknummer
C/13/728408 / KG ZA 23-31
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Disproportionaliteit van stadionverbod opgelegd aan minderjarige door KNVB

In deze zaak hebben de ouders van een minderjarige jongen, die een stadionverbod van 18 maanden van de KNVB heeft gekregen, een kort geding aangespannen. De jongen had op 7 september 2022 een voetbalwedstrijd bijgewoond en was tijdens de rust over een hekje geklommen naar een ander deel van de tribune. De KNVB legde hem een stadionverbod op, omdat hij zich niet op de juiste plek bevond volgens de standaardvoorwaarden. De ouders vorderden schorsing van het stadionverbod totdat de Commissie Stadionverboden van de KNVB had beslist op hun beroep, en restitutie van de boete die aan hun zoon was opgelegd. De voorzieningenrechter oordeelde dat het stadionverbod disproportioneel was, gezien de omstandigheden van de zaak, en schorste de tenuitvoerlegging van het verbod. De rechter oordeelde dat de KNVB niet voldoende had gemotiveerd waarom een verbod van 18 maanden was opgelegd voor het overklimmen van een hekje, terwijl andere gedragingen met ernstiger gevolgen kortere verboden opleverden. De KNVB werd veroordeeld in de proceskosten van de ouders van de minderjarige.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/728408 / KG ZA 23-31 VV/EB
Vonnis in kort geding van – bij vervroeging – 9 februari 2023
in de zaak van

1.[eiser]

2.
[eiseres] ,
in hun hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordigers van de minderjarige [minderjarige] ,
allen wonende te [woonplaats] ,
eisers bij dagvaarding van 24 januari 2023 en herstelexploot van 25 januari 2023,
advocaat mr. M.C.J. Houben te Eindhoven,
tegen
de vereniging
KONINKLIJKE NEDERLANDSE VOETBALBOND,
gevestigd te Zeist,
gedaagde,
advocaat mr. M.I. van Dijk te Amsterdam.
[minderjarige] zal hierna [minderjarige] worden genoemd en eisers 1 en 2 zijn ouders. Gedaagde zal de KNVB worden genoemd.

1.De procedure

Op de zitting van 2 februari 2023 hebben de ouders van [minderjarige] de vorderingen zoals omschreven in de dagvaarding toegelicht. De KNVB heeft verweer gevoerd.
Beide partijen hebben producties en een pleitnota ingediend.
Ter zitting was [minderjarige] aanwezig met zijn ouders en mr. Houben. Aan de kant van de KNVB waren mr. J.C.N. van Gansewinkel (bedrijfsjurist) en mr. Van Dijk aanwezig. Vonnis is bij vervroeging bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
[minderjarige] , die morgen zijn 18e verjaardag zal vieren, heeft op 7 september 2022 de voetbalwedstrijd AFC Ajax – Rangers FC in de Johan Cruijff ArenA bijgewoond. Tijdens de rustpauze is hij over een laag hekje geklommen naar een ander deel van de tribune (van vak 402 naar vak 403). Een steward heeft [minderjarige] aangesproken en hem verzocht zich te identificeren en het stadion te verlaten. [minderjarige] heeft die instructies prompt opgevolgd.
2.2.
In de standaardvoorwaarden van de KNVB, gedeponeerd bij de griffie van de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, staan onder meer de volgende bepalingen:
3.2
Het is voor het Publiek verboden om zich op te houden in en/of te begeven naar een ander gedeelte van het Stadion dan waartoe het Toegangsbewijs de houder van het Toegangsbewijs uitdrukkelijk het recht geeft.
(…)
10.2
De KNVB is gerechtigd om, met inachtneming van de voor het betreffende Seizoen vastgestelde Richtlijn termijn stadionverbod, welke is in te zien en te downloaden op www.knvb.nl, Stadionverboden op te leggen aan eenieder die volgens een melding van een Club of het Openbaar Ministerie in en/of buiten het Stadion in het kader van een Evenement:
- heeft gehandeld in strijd met de Standaardvoorwaarden; en/of
(…)
- ten aanzien van wie een vermoeden bestaat dat deze zich schuldig heeft gemaakt aan voetbalgerelateerd wangedrag; en/of
- zich zodanig heeft gedragen dat daardoor het aanzien en/of het belang van het voetbal wordt geschaad. (…)
10.3
Indien de KNVB op grond van artikel 10.2 van de Standaardvoorwaarden een Stadionverbod heeft opgelegd, verbeurt betrokkene aan de KNVB een voor onmiddellijke opeising vatbare geldboete van maximaal € 450,- per handeling in strijd met de Standaardvoorwaarden of per strafbaar feit en/of gedraging waardoor het aanzien en/of het belang van het voetbal wordt geschaad, zonder dat daartoe enige ingebrekestelling of rechterlijke tussenkomst noodzakelijk is. Het boetebedrag zal door de KNVB worden aangewend ter bevordering van de veiligheid in het betaalde voetbal. (…)
2.3.
Ajax heeft het overklimmen van [minderjarige] gemeld aan de KNVB, en hem op 15 september 2022 bericht dat hij vooruitlopend op het al dan niet opleggen van een stadionverbod, niet welkom is bij de thuis- en uitwedstrijden van Ajax en de toegang tot de Johan Cruijff ArenA bij evenementen van AFC Ajax wordt ontzegd.
2.4.
Op 11 oktober 2022 heeft de KNVB [minderjarige] een landelijk stadionverbod opgelegd voor de duur van 18 maanden, van 21 oktober 2022 tot 21 april 2024. In het exploot waarin dat verbod is opgelegd, staat dat er een gegrond vermoeden bestaat dat [minderjarige] zich tijdens de wedstrijd heeft schuldig gemaakt aan:
(overig) voetbalgerelateerd wangedrag, niet nader en/of afzonderlijk vermeld in de Richtlijn Termijn Stadionverbod seizoen 2022/2023, meer in het bijzonder aan het zich begeven/ophouden in een ander gedeelte van het stadion dan waartoe het toegangsbewijs recht geeft, een gedraging waardoor het aanzien en de belangen van het voetbal worden geschaad.
[minderjarige] is in het exploot gesommeerd om binnen zes weken na de ingangsdatum van het verbod een pasfoto in te leveren bij Ajax. Aangekondigd is dat als hij geen foto inlevert, het stadionverbod zal worden verdubbeld tot 36 maanden. Ook is hij gesommeerd om een geldboete van € 250,00, verhoogd met de kosten van aanzegging, in totaal € 334,85 te betalen.
In het exploot staat dat [minderjarige] binnen veertien dagen beroep kan instellen tegen de beslissing bij de Commissie Stadionverboden van de KNVB (hierna: de Commissie), maar dat het beroep geen schorsende werking heeft.
2.5.
Op 14 oktober 2022 heeft [minderjarige] de boete en de kosten van aanzegging betaald en beroep ingesteld bij de Commissie. De pasfoto heeft hij niet opgestuurd.
2.6.
In het “Reglement commissie stadionverboden” van de KNVB staat bij de bepalingen over het beroep onder meer de volgende:
3.1 (…)
Het beroep heeft geen schorsende werking en laat de mogelijkheden om het geschil aan de burgerlijke rechter voor te leggen onverlet.
(…)
3.5
De commissie stadionverboden zal op een ontvankelijk beroepschrift binnen 30 dagen na ontvangst beslissen en het besluit aan betrokkene toezenden. Deze termijn kan door de commissie stadionverboden met 30 dagen worden verlengd. De termijn voor het nemen van een beslissing kan door de commissie stadionverboden ook worden opgeschort indien zij dat geraden acht. De commissie stadionverboden doet van het verlengen dan wel opschorten van de termijn mededeling aan betrokkene. (…)
2.7.
Op 16 november 2022 heeft de Commissie per e-mail [minderjarige] bericht dat zij de beslistermijn met dertig dagen had verlengd.
2.8.
Op 18 november 2022 heeft [minderjarige] een aanvullend beroepschrift ingediend, waarin hij als aanvullende grond noemt dat de termijn waarbinnen de Commissie had moeten beslissen, is overschreden. In het aanvullend beroepschrift schrijft hij dat hij er beleefd op vertrouwt dat de Commissie ermee akkoord is dat hij geen foto afgeeft, nu zijn beroepschrift gegrond lijkt te zijn omdat niet binnen dertig dagen is beslist.
2.9.
Op 14 december 2022 heeft [minderjarige] schriftelijk bericht van de KNVB ontvangen dat de duur van het stadionverbod was verdubbeld, omdat de pasfoto niet binnen de daarvoor gestelde termijn was ingeleverd.
2.10.
Bij e-mail van 21 december 2022 heeft [minderjarige] de Commissie verzocht – kort gezegd – te bevestigen dat het beroepschrift gegrond is verklaard en daarmee het stadionverbod van tafel, dat hij geen pasfoto meer hoeft in te leveren en dat de boete wordt terugbetaald, omdat niet alleen de eerste beslistermijn van dertig dagen, maar ook een verlengde termijn van dertig dagen is verstreken zonder beslissing of reactie.
2.11.
De Commissie heeft op 11 januari 2023 de ontvangst bevestigd van het verzoek van 21 december 2022. Een verdere reactie is uitgebleven.
2.12.
In de “Richtlijn Termijn Stadionverbod seizoen 2022/23” heeft de KNVB neergelegd welke (duur van) stadionverboden worden opgelegd bij welke gedraging. De genoemde termijnen kunnen bestaan uit een onvoorwaardelijk en een voorwaardelijk deel. In de Richtlijn staat dat op “Overig voetbalgerelateerd wangedrag, niet nader en/of afzonderlijk vermeld in deze richtlijn, waardoor het aanzien en/of het belang van het voetbal wordt geschaad” een stadionverbod van 3 tot en met 36 maanden staat, afhankelijk van het feit en/of de gevolgen.

3.Het geschil

3.1.
De ouders van [minderjarige] vorderen, kort gezegd, de tenuitvoerlegging van het stadionverbod te schorsen totdat daarop is beslist door de Commissie, en als die het beroep geheel of gedeeltelijk ongegrond acht, totdat is beslist door de bodemrechter, op straffe van verbeurte van een dwangsom. Daarnaast vorderen zij veroordeling van de KNVB tot restitutie van € 334,85 aan [minderjarige] . Tot slot vorderen zij de KNVB te veroordelen in de volledige proceskosten van € 8.876,03, althans in de proceskosten conform het liquidatietarief.
3.2.
De KNVB voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt, voor zover van belang, hierna ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Vanwege het fikse verbod dat [minderjarige] is opgelegd, heeft hij een spoedeisend belang bij zijn vordering. De KNVB heeft dat belang ook niet betwist.
4.2.
Ter discussie staat of de standaardvoorwaarden van de KNVB van toepassing zijn. De KNVB heeft toegelicht dat de standaardvoorwaarden niet alleen moeten worden geaccepteerd door de koper in het bestelproces, maar ook door de gebruiker van een seizoenkaart van een ander, wanneer hij zich (digitaal) identificeert voorafgaand aan de wedstrijd. [minderjarige] heeft dat laatste niet, althans onvoldoende bestreden. Bovendien is niet betwist dat ook op borden bij de toegangen tot de ArenA staat vermeld dat je je niet in een ander deel van het stadion mag bevinden dan waar je kaartje recht op geeft. Voorshands is dan ook aannemelijk dat de standaardvoorwaarden van toepassing zijn op de relatie tussen [minderjarige] en de KNVB en dat [minderjarige] het verbod in artikel 3.2. van die voorwaarden heeft overtreden.
4.3.
Het beroepschrift is ingediend op 14 oktober 2022 en de Commissie heeft op 16 november 2022 laten weten dat ze de beslistermijn had verlengd met 30 dagen. Toen was de eerste termijn van 30 dagen waarbinnen had moeten zijn beslist, al verstreken. Dat is echter onvoldoende om ervan uit te gaan dat het beroep daarmee gegrond is. Dat geldt voorshands ook voor de overschrijding van de tweede dertig dagen termijn. Overschrijding van de beslistermijn zou ook een minder vergaand gevolg kunnen krijgen. Dat staat ter beoordeling van de Commissie. De KNVB heeft toegelicht dat de Commissie door de enorme stijging van het aantal stadionverboden en het aantal beroepschriften moeite heeft het werk bij te benen.
4.4.
De KNVB heeft een ruime beoordelingsvrijheid bij de beoordeling of personen gedragingen verrichten zoals genoemd in artikel 10.2 van de standaardvoorwaarden. De oplegging van het stadionverbod kan in dit kort geding daarom slechts marginaal worden getoetst.
4.5.
Niet in geschil is dat Ajax regelmatig forse boetes krijgt opgelegd voor wangedrag van zijn supporters. De KNVB heeft toegelicht dat de problemen vaak beginnen met mensen die zich verplaatsen naar de ‘sfeervakken, waar het gebeurt’. Die vakken worden te vol, wat bijdraagt aan verder wangedrag en verhoogde veiligheidsrisico’s. De KNVB (en Ajax) willen dat probleem in de kiem smoren door te voorkomen dat publiek zich verplaatst. In dat licht moet de melding van het incident door Ajax worden gezien. Het mag zo zijn dat [minderjarige] geen kwade bedoelingen had en alleen een praatje wilde maken met vrienden in een aangrenzend vak, maar bedoelingen zijn voor de stewards niet altijd kenbaar. Op zichzelf was er dus reden het incident te melden bij de KNVB.
4.6.
Waarom is gekozen voor een stadionverbod van achttien maanden, is niet gemotiveerd. Uit de richtlijn blijkt dat de aard en ernst van het feit en/of de gevolgen ervan van invloed zijn op de duur van het verbod. Het feit waar het hier om gaat is alleen het klimmen over een hekje naar een naburig vak. Met geen ander doel dan te praten met twee vrienden die daar waren. [minderjarige] heeft meteen gedaan wat de steward van hem verlangde, dat is niet in geschil. Gesteld noch gebleken is dat [minderjarige] eerder de regels heeft overtreden en hij is nog (net) minderjarig.
4.7.
Uit de Richtlijn blijkt dat gedragingen die voorshands ernstiger lijken te zijn, allemaal een korter stadionverbod opleveren. Op bijvoorbeeld valsheid in geschrift, beledigen en/of kwetsen van personen, diefstal of verduistering, en (geringe) vernieling of beschadiging staat een verbod van 9 maanden. Stadionverboden van 18 maanden, zoals aan [minderjarige] opgelegd, worden ook opgelegd bij opruiing, wederspannigheid, eenvoudige mishandeling, openlijke geweldpleging tegen goederen, bezit en/of voorhanden hebben en/of het afsteken van vuurwerk en zelfs – als minimumduur – bij overtreding van de Wet wapens en munitie.
4.8.
Dit alles afwegend, is achttien maanden voor het enkele overklimmen voorshands disproportioneel. Voorshands is aannemelijk dat de Commissie zal oordelen dat de KNVB in redelijkheid niet had kunnen komen tot het opleggen van dit stadionverbod en dat met onmiddellijke ingang zal opheffen. Het verbod is nu bijna vier maanden van kracht. En bijna een maand voordat het verbod intrad, had Ajax [minderjarige] ook al geweerd van zijn wedstrijden. In redelijkheid moet dat ruimschoots afdoende worden geacht. Ook de verdubbeling van de termijn wegens het niet indienen van een pasfoto is disproportioneel reeds in het licht van de disproportionaliteit van de oorspronkelijke straf, waarbij komt dat zonder mededeling de beslistermijn van dertig dagen is overschreden en niet gereageerd is op het voorstel dat daarom geen pasfoto meer hoefde te worden opgestuurd.
4.9.
De tenuitvoerlegging van het stadionverbod zal worden geschorst totdat de bodemrechter heeft beslist. De KNVB hoeft de boete niet aan [minderjarige] terug te betalen, nu voorshands niet aannemelijk is dat er onvoldoende grond was om die op te leggen.
4.10.
De KNVB zal als de overwegend in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Er is geen grond voor een veroordeling in de de werkelijke kosten. De kosten aan de zijde van de ouders van [minderjarige] worden conform het liquidatietarief begroot op:
- dagvaarding € 132,29
- griffierecht 314,00
- salaris advocaat
1.079,00
Totaal € 1.525,29

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
schorst de tenuitvoerlegging van het aan [minderjarige] opgelegde stadionverbod totdat daarop is beslist door de bodemrechter,
5.2.
veroordeelt KNVB in de proceskosten, aan de zijde van de ouders van [minderjarige] tot op heden begroot op € 1.525,29,
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad en
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.H. van Voorst Vader, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. E. van Bennekom, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 9 februari 2023. [1]

Voetnoten

1.type: eB