ECLI:NL:RBAMS:2023:684
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuurlijke boete voor onregelmatige verhuur van woonruimte in Amsterdam
In deze uitspraak van de Rechtbank Amsterdam op 6 februari 2023, wordt het beroep van eiser tegen een bestuurlijke boete van € 12.570,- beoordeeld. De boete werd opgelegd door het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Amsterdam omdat eiser, een beleggingsmaatschappij, geen vergunning had voor het verhuren van een woning aan meerdere personen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de woning onrechtmatig werd verhuurd aan drie personen die geen huishouden vormden, wat in strijd is met de Huisvestingswet. Eiser had de woning omgezet van een zelfstandige woonruimte naar meerdere onzelfstandige woonruimten zonder de vereiste vergunning. De rechtbank oordeelt dat eiser als eigenaar verantwoordelijk is voor het gebruik van de woning en dat hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij niet op de hoogte was van de overtreding. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en matigt de boete tot € 9.000,-, omdat er geen kwade opzet van eiser is aangetoond en hij heeft meegewerkt aan het onderzoek. De rechtbank vernietigt het eerdere besluit tot oplegging van de boete en stelt de nieuwe boete vast, die in de plaats komt van het vernietigde besluit. Tevens moet verweerder het griffierecht aan eiser vergoeden.