In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam, heeft eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde van Shevchuk Law & Commerce, een vordering ingesteld tegen DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringsmaatschappij N.V. De vordering betreft schadevergoeding in verband met een beroepsfout die DAS zou hebben gemaakt tijdens de vertegenwoordiging van eiseres in een conflict met haar voormalige werkgever, Vluchtelingenwerk Limburg. Eiseres vordert onder andere een vergoeding voor proceskosten en een bedrag van € 9.000,- voor het verlies van een vordering.
DAS heeft verweer gevoerd en een incidentele vordering tot onbevoegdverklaring ingediend, stellende dat de kantonrechter niet bevoegd is om van de vorderingen kennis te nemen. DAS betwist de rechtstitel en wijst erop dat de totale vordering het bedrag van € 25.000,- overschrijdt. Eiseres heeft in haar dagvaarding een vordering tot vergoeding van immateriële schade van € 90.000,- genoemd, maar in deze procedure vordert zij slechts € 9.000,-. De kantonrechter heeft geoordeeld dat, nu eiseres afstand heeft gedaan van het meerdere, de kantonrechter bevoegd is om van het geschil kennis te nemen.
In het incident heeft de kantonrechter de vordering van DAS tot onbevoegdverklaring afgewezen en de proceskosten gecompenseerd. De zaak is vervolgens aangehouden voor een mondelinge behandeling, waarbij partijen inlichtingen kunnen geven en de mogelijkheid van een schikking kan worden onderzocht. De rolzitting is vastgesteld op 17 november 2023, waar de datum voor de mondelinge behandeling zal worden bepaald.