Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
2.De feiten
hierna medewerker A, en [naam 3] , [functie 6] ,
hierna medewerker B. Medewerker A is lid van de beoordelingscommissie en medewerker B [functie 6] en heeft de gunningsbeslissing van 14 juni 2023 ondertekend.
30 juni 2023 in behandeling zal nemen en de klacht wordt beoordeeld.
3.Het geschil
4.De beoordeling
personeelsleden van de aanbestedende dienst –die betrokken zijn bij de uitvoering van de aanbestedingsprocedure of invloed kunnen hebben op het resultaat van deze procedure – (in)directe belangen hebben die hun onpartijdigheid of onafhankelijkheid in deze procedure kunnen schaden.
objectieve gegevensverstrekt op grond waarvan
de onpartijdigheidvan de deskundige van de aanbestedende dienst kan worden
betwijfeld, de aanbestedende dienst alle relevante omstandigheden moet onderzoeken die hebben geleid tot vaststelling van de gunningsbeslissing, om een belangenconflict te voorkomen, te onderkennen en te beëindigen, zo nodig door partijen te verzoeken om bepaalde informatie te verstrekken. Uitgangspunt is dus dat EPS in beginsel niet hoeft aan te tonen dat het beoordelingsproces is beïnvloed, wel dient zij objectieve gegevens te verstrekken waaruit twijfel over onpartijdigheid kan ontstaan, die de Gemeente dan dient te onderzoeken.
automotive-familiete komen. Vooralsnog is dat ook het aannemelijker, nu dat aansluit op wat haar vader en broer hebben gedaan of doen.
straatparkerencentraal, maar de operationele kant van
garageparkeren. Dit vormde voor de Gemeente een interessant thema, omdat zij zelf ook parkeergarages exploiteert en Q-Park als commerciële parkeerexploitant op verschillende gebieden voorloopt. De afdelingsmanager
garageparkerenvan de Gemeente heeft daarom voorgesteld deze kennisdelingsbijeenkomst te organiseren, waarmee Q-Park heeft ingestemd. Het initiatief ging dus niet uit van Q-Park en van enige beïnvloeding door Q-Park tijdens die bijeenkomst is niet gebleken, nog los van het feit dat medewerkers van de afdeling
straatparkerenwaar de aanbesteding op ziet niet bij die bijeenkomst aanwezig waren, met uitzondering dan van medewerker B [functie 6] .
kunnenhebben of door onzorgvuldigheid aan de kant van de beoordelingscommissie. In dit kort geding zal dit niet (marginaal) worden onderzocht, nu daarvoor de onderliggende informatie en noodzaak ontbreekt. Dit kort geding heeft zich toegespitst op de hiervoor besproken of de door EPS aangevoerde risico’s. Bovendien is er ook geen herbeoordeling gevorderd zodat als al sprake zou zijn van onzorgvuldigheid daar geen gevolg aan kan worden verbonden. Verder blijft staan dat medewerker A die in de beoordelingscommissie zit en volgens EPS degene was die partijdig zou kunnen zijn geweest uiteindelijk EPS als winnaar zag.
1.079,00
5.De beslissing
zowelin het incident op grond van artikel 843a Rv en/of artikel 22 Rv
alsin de hoofdzaak,
€ 90,00 en de kosten van het betekeningsexploot ingeval betekening van dit vonnis plaatsvindt,te vermeerderen met de wettelijke rente daarover met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,