ECLI:NL:RBAMS:2023:6725
Rechtbank Amsterdam
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van vorderingen in kort geding tussen voetbalvereniging en bank met betrekking tot beëindiging bankrelatie en anti-witwaswetgeving
In deze zaak heeft de vereniging Amsterdam Gencler Birligi (AGB) een kort geding aangespannen tegen ING Bank N.V. naar aanleiding van de beëindiging van hun bankrelatie. AGB, een voetbalvereniging in Amsterdam, had een bankrekening bij ING, maar deze werd opgezegd na een klantonderzoek. AGB vorderde onder andere dat bepalingen van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) en de Wet op het financieel toezicht (Wft) buiten werking zouden worden gesteld, en dat ING verplicht zou worden om de bankrelatie te herstellen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 28 september 2023 heeft AGB haar vorderingen toegelicht, terwijl ING verweer voerde. De voorzieningenrechter oordeelde dat AGB niet voldoende onderbouwd had waarom de opzegging van de bankrelatie onterecht was. De rechter stelde vast dat AGB in strijd had gehandeld met artikel 21 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) door niet alle relevante feiten te verstrekken. Dit leidde tot de afwijzing van de vorderingen van AGB.
De voorzieningenrechter oordeelde verder dat ING de bankrelatie terecht had opgezegd, gezien de onduidelijkheid over de herkomst van grote bedragen die AGB had ontvangen van een zorginstelling. AGB had niet de benodigde informatie verstrekt om aan te tonen dat zij aan haar verplichtingen voldeed. Uiteindelijk werd AGB als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die tot op heden zijn begroot op € 1.755,00.