ECLI:NL:RBAMS:2023:6716

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
29 augustus 2023
Publicatiedatum
25 oktober 2023
Zaaknummer
C/13/737587 / HA RK 23-257
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Strafprocesrecht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter in strafzaak

In deze zaak heeft de rechtbank Amsterdam op 29 augustus 2023 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek van de verdachte in een strafzaak met parketnummer 13/202018-22. Het verzoek tot wraking was ingediend door de raadsman, mr. N. Hendriksen, op 2 augustus 2023, en was gericht tegen mr. C.M. Berkhout, de rechter die de inhoudelijke behandeling van de strafzaak zou leiden. De raadsman stelde dat de rechter de verdediging buiten de communicatie met het openbaar ministerie had gehouden, wat zou leiden tot een schending van de onpartijdigheid. De rechter heeft echter aangegeven dat zij niet in de wraking berustte en dat er geen sprake was van partijdigheid. De wrakingskamer heeft de argumenten van de raadsman beoordeeld en geconcludeerd dat er geen zwaarwegende aanwijzingen waren voor partijdigheid. De rechtbank heeft vastgesteld dat de rechter in het kader van de voorbereiding van de zaak vragen had gesteld aan de officier van justitie over de camerabeelden die aan het dossier waren toegevoegd, maar dat dit niet betekende dat de rechter bevooroordeeld was. De wrakingskamer heeft het verzoek tot wraking afgewezen en bepaald dat de strafzaak voortgezet wordt in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het verzoek.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

wrakingskamer
Uitspraak: 29 augustus 2023
Beslissing op het op 2 augustus 2023 ingekomen en onder rekestnummer : C/13/737587 / HA RK 23/257 ingeschreven verzoek van:
[verzoeker],
verzoeker,
raadsman mr. N. Hendriksen, advocaat te Amsterdam,
welk verzoek strekt tot wraking van mr. C.M. Berkhout, rechter in de rechtbank Amsterdam, hierna ook: de rechter.
Verloop van de procedure
De rechtbank heeft kennisgenomen van de volgende processtukken:
  • een schriftelijk wrakingsverzoek van 2 augustus 2023;
  • de reactie van de rechter, waaruit blijkt dat zij niet in de wraking berust;
  • een schriftelijke reactie van mr. R.N. Refos, officier van justitie.
Het verzoek is behandeld op de openbare terechtzitting van 17 augustus 2023.
De raadsman en de rechter zijn ter zitting verschenen. De officier van justitie heeft bericht dat hij is verhinderd te verschijnen.
De uitspraak is bepaald op heden.

1.De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten:
a. Verzoeker is verdachte in de strafzaak met parketnummer 13/202018-22. De inhoudelijke behandeling stond gepland op de zitting van de meervoudige kamer op
2 augustus 2023 om 13:30 uur. De rechter is de voorzitter van die meervoudige kamer.
Op 28 juli 2023 om 7:42 uur heeft de griffier van de meervoudige kamer een e-mail ontvangen van de ‘Beeldenkamer’ van het Arrondissementsparket te Amsterdam met daarin een niet nader toegelichte downloadlink naar meerdere videobestanden.
Op 31 juli 2023 om 13:32 uur stuurt de griffier een e-mail aan de officier van justitie met de volgende tekst:
Geachte officier van justitie Refos,
De rechtbank heeft in bovenvermelde zaak beelden ontvangen van het Openbaar Ministerie. De voorzitter laat vragen wat de bedoeling daarvan is en dat als er beelden moeten worden bekeken en/of afgespeeld, de rechtbank gaarne verneemt welke camerabeelden vanaf welke tijdstippen van belang zijn.
Met vriendelijke groet,
S.L. (S.L.) Slaats
Gerechtssecretaris
Op 31 juli 2023 om 13:40 uur stuurt de officier van justitie een e-mail aan de griffier met de volgende tekst:
Geachte heer Slaats,
Het gaat om de beelden zoals die ook staan beschreven in het dossier. Indien de verdediging van plan is om een verweer te voeren dat erop neerkomt dat de beelden niet van voldoende kwaliteit zijn om daarop een herkenning te baseren, dan lijkt het mij voor de rechtbank van belang om de beelden zelf te kunnen bekijken. Het is dus vooral ‘voor het geval dat’ dat de beelden zijn verstrekt. (Bij de inhoudelijke behandeling van de zaak van de medeverdachte zijn de beelden ook ter zitting bekeken.)
Met vriendelijke groet,
[voornaam 1] Refos
Op 31 juli 2023 om 15:37 uur stuurt de rechter een e-mail aan de officier van justitie met de volgende tekst:
Beste [voornaam 1] ,
Omdat wij de beelden graag voorafgaand aan de zitting willen bekijken zou het toch fijn zijn om te weten wélke tijdstippen van de verschillende camerabeelden van belang zijn.
Met vriendelijke groet,
mr. C.M. ( [voornaam 2] ) Berkhout
senior rechter
Op 31 juli 2023 om 20:44 uur stuurt de officier van justitie een e-mail aan de rechter met de volgende tekst:
Hi [voornaam 2] ,
Het gaat om de beelden van de [naam 1] en die van het [naam hotel] . Die van het [naam hotel] spreken volgens redelijk mij voor zich, maar laat het me weten als daar toch nog iets van verheldering bij nodig is. Wat betreft de beelden van de [naam 1] het volgende.
-
Op het bestand met de naam 2_03_R_072022000000 staat het ‘opwachten’ te zien. Vanaf 15:47 wordt het interessant, want dan verschijnen de latere daders in beeld. Op 16:30 steekt de man die is herkend als verdachte [verzoeker] een sigaret op. De latere daders verdwijnen op enig moment even om de hoek en vanaf 19:30 komen ze dan weer in beeld. Ze zijn vervolgens af en aan vrij lang in beeld. Er gebeurt relatief weinig, anders dan dat de man die is herkend als verdachte [verzoeker] aan het roken is en de man die is herkend als verdachte [naam 2] is eigenlijk voortdurend met zijn telefoon bezig.
-
Het bestand met de naam 103 R072022003000 bevat de andere interessante beelden. Op 14:38 verschijnen de daders, op scooter, weer in beeld. De scooter wordt buiten beeld, om de hoek, geparkeerd. Op 15:11 steken ze de straat over richting de woning van [naam 3] . Vanaf 17:26 komt dan eerst [naam 3] door het beeld rennen en de twee daders komen dan even later achter hem aan ‘rennend’ in beeld.
Ik neem aan dat jullie hiermee uit de voeten kunnen, maar laat het me weten als dat toch niet het geval is.
Op 1 augustus 2023 om 8:59 uur stuurt de rechter een e-mail aan de officier van justitie met de volgende tekst:
Dank je wel [voornaam 1] , beschikt de verdediging ook over de beelden?
Met vriendelijke groet,
mr. C.M. ( [voornaam 2] ) Berkhout
senior rechter
Op 1 augustus 2023 om 9:12 uur stuurt de officier van justitie een e-mail aan de rechter met de volgende tekst:
De verdediging heeft de beelden ook ontvangen, ja.
Met vriendelijke groet,
R.N. ( [voornaam 1] ) Refos
Officier van Justitie
i. Op 1 augustus 2023 om 9:33 uur stuurt de rechter een e-mail aan de raadsman met de volgende tekst:
“Geachte raadsman,
Als voorzitter van bovengenoemde zitting bericht ik u als volgt.
Op vraag van de rechtbank welke camerabeelden vanaf welke tijdstippen van belang zijn, heeft de OvJ als volgt geantwoord:
Het gaat om de beelden van de [naam 1] en die van het [naam hotel] . Die van het [naam hotel] spreken volgens redelijk mij voor zich, maar laat het me weten als daar toch nog iets van verheldering bij nodig is. Wat betreft de beelden van de [naam 1] het volgende.
• Op het bestand met de naam 2_03_R_072022000000 staat het ‘opwachten’ te zien. Vanaf 15:47 wordt het interessant, want dan verschijnen de latere daders in beeld. Op 16:30 steekt de man die is herkend als verdachte [verzoeker] een sigaret op. De latere daders verdwijnen op enig moment even om de hoek en vanaf 19:30 komen ze dan weer in beeld. Ze zijn vervolgens af en aan vrij lang in beeld. Er gebeurt relatief weinig, anders dan dat de man die is herkend als verdachte [verzoeker] aan het roken is en de man die is herkend als verdachte [naam 2] is eigenlijk voortdurend met zijn telefoon bezig.
• Het bestand met de naam 1_03_R_0 72022003000 bevat de andere interessante beelden. Op 14:38 verschijnen de daders, op scooter, weer in beeld. De scooter wordt buiten beeld, om de hoek, geparkeerd. Op 15.11 steken ze de straat over richting de woning van [naam 3] . Vanaf 17.26 komt dan eerst [naam 3] door het beeld rennen en de twee daders komen dan even later achter hem aan ‘rennend’ in beeld.
Het leek ons juist u van dit antwoord op de hoogte te stellen.”
Op 2 augustus 2023 om 10:06 uur stuurt de raadsman een e-mail aan de rechter met de volgende tekst:
Geachte voorzitter,
Waarom ben ik niet geïnformeerd over het stellen van de vraag buiten de zitting om? Ik verzoek u mij niet enkel het antwoord van de officier te doen toekomen, maar ook de voorafgaande communicatie.
Graag ontvang ik ook alle overige communicatie tussen de rechtbank en het openbaar ministerie waar ik niet in ben meegenomen.
Met vriendelijke groet,
[voornaam 3] Hendriksen
Op 2 augustus 2023 om 10:22 uur stuurt de rechter een e-mail aan de raadsman met de volgende tekst:
Geachte heer Hendriksen,
Onderstaand de volledige e-mailreeks aangaande de vraag van de rechtbank over de camerabeelden, zoals door u verzocht.
Met vriendelijke groet,
mr. C.M. ( [voornaam 2] ) Berkhout
senior rechter
De wrakingskamer constateert dat de rechter het e-mailverkeer genoemd onder b tot en met h daarbij heeft gevoegd.
Op 2 augustus 2023 om 10:49 uur stuurt de raadsman een e-mail aan de rechter met de volgende tekst:
Edelachtbare,
Ik verzocht om alle communicatie tussen rechtbank en officier. Niet enkel in relatie tot de beelden. Ik verzoek u mij deze per omgaande te doen toekomen.
Met vriendelijke groet,
[voornaam 3] Hendriksen
ps. De officier staat in de cc
Op 2 augustus 2023 om 11:02 uur stuurt de rechter een e-mail aan de raadsman met de volgende tekst:
Geachte heer Hendriksen,
Er is geen verdere correspondentie met het OM. Wij kregen de beelden zonder toelichting toegestuurd, zie bijgaande 2 mails aan de griffier. Vanwege de omvang van de bestanden is om een toelichting gevraagd.
Met vriendelijke groet,
mr. C.M. ( [voornaam 2] ) Berkhout
senior rechter
Op 2 augustus 2023 om 11:04 uur stuurt de raadsman een e-mail aan de rechter met de volgende tekst:
Edelachtbare,
U negeert mijn vraag — die nogal van belang is voor de wijze waarop de zitting vanmiddag zijn beloop zal krijgen — waarom gebeurt dit buiten mij om?
Met vriendelijke groet,
[voornaam 3] Hendriksen
Op 2 augustus 2023 om 11:09 uur stuurt de raadsman een e-mail aan de rechter met de volgende tekst:
Edelachtbare,
De mails die u bijvoegt heb ik ook niet ontvangen. Er is derhalve wel degelijk meer communicatie dan u aan mij heeft doorgeleid in eerste instantie.
Heeft de rechtbank eerder geen beelden van het Openbaar Ministerie ontvangen en heeft de rechtbank de beschikking over andere beelden?
Met vriendelijke groet,
[voornaam 3] Hendriksen
Op 2 augustus 2023 om 11:12 uur stuurt de rechter een e-mail aan de raadsman met de volgende tekst:
Geachte heer Hendriksen,
Dat is geheel zonder bijbedoelingen gebeurd, de rechtbank kreeg een enorm bestand aan beelden en vanwege de voorbereidingstijd voor de gehele zitting (die nu bezig is !) wilden wij weten naar welke delen wij moesten kijken. Ik heb u direct van het antwoord van de OvJ daarover doorgestuurd, en op uw verzoek zojuist ook de gehele e-mail reeks.
Met vriendelijke groet,
mr. C.M. ( [voornaam 2] ) Berkhout
senior rechter
Op 2 augustus 2023 om 11:18 uur stuurt de raadsman een e-mail aan de rechter met de volgende tekst:
Geachte voorzitter,
Ik ga de gang van zaken met client bespreken.
Met vriendelijke groet,
[voornaam 3] Hendriksen
Op 2 augustus 2023 om 11:21 uur stuurt de rechter een e-mail aan de raadsman met de volgende tekst:
Geachte heer Hendriksen,
Ik zit midden in de ochtend-MK, ik kan niet blijven e-mailen met u, daarom nog deze laatste reactie: wij kregen de bestanden toegestuurd van
[naam 4]
Kwaliteitsfunctionaris
Beeldenkamer AP Amsterdam
Afdeling Interventies
[adres]
[e-mailadres]
In ons elektronische dossier zaten tot dan toe geen bewegende beelden.
Met vriendelijke groet,
mr. C.M. ( [voornaam 2] ) Berkhout
senior rechter
Op 2 augustus 2023 om 12:09 uur dient de raadsman een schriftelijk wrakingsverzoek in. De behandeling van de zaak is daarmee geschorst.

2.Het verzoek en de gronden daarvan

Het verzoek tot wraking is – kort en zakelijk weergegeven – gebaseerd op de volgende ter zitting van 17 augustus 2023 mondeling nader toegelichte gronden.
De rechter heeft de raadsman voortdurend buiten de communicatie met de officier van justitie gehouden. Die heeft hij pas ontvangen nadat hij daar expliciet om heeft gevraagd. Toen is gebleken dat de rechter de aanhef ‘Hi [voornaam 2] ’ vervolgens bewust in haar bericht aan de raadsman heeft weggelaten. Hierdoor heeft de rechter de verdediging op het verkeerde been gezet en het openbaar ministerie op meerdere momenten bevoordeeld. De rechter vindt het tutoyeren tussen rechter en officier van justitie kennelijk geen zwaarwegende aanwijzing voor partijdigheid. Daarbij is van belang dat buiten medeweten van de verdediging tot tweemaal toe aan het openbaar ministerie een inhoudelijke visie op de beelden is gevraagd. Bovendien is onduidelijk gebleven of de verdediging over dezelfde beelden beschikt. Daar wordt slechts van uitgegaan door de bevestiging door de officier van justitie. Tot op heden weet de raadsman niet of hij over dezelfde beelden beschikt. Daarbij is van belang dat een en ander plaats heeft gevonden tegen de achtergrond van de algemene situatie dat rechters en officieren van justitie op dezelfde wijze de rechtbank en een rechtszaal binnenkomen, samen lunchen in de kantine, van dezelfde parkeergarage en dienstingang gebruik maken en samen borrels en feestjes hebben. Vooringenomenheid is ondertussen een onderdeel van het DNA van de rechterlijke macht, aldus de raadsman.
Deze feiten en omstandigheden kunnen ieder afzonderlijk, maar zeker in samenhang, niet anders worden uitgelegd dan dat hierdoor bij verzoeker de subjectief en objectief te rechtvaardigen grond wordt gegeven voor de vrees dat het de rechter aan onpartijdigheid ontbreekt. Het verzoek tot wraking dient dan ook te worden toegewezen, aldus verzoeker.

3.Het standpunt van de rechter

De rechter heeft niet in de wraking berust. Zij heeft naar voren gebracht dat regelmatig camerabeelden aan een strafdossier worden toegevoegd en de rechtbank daar dan ter voorbereiding kennis van neemt. De rechter mocht volstaan met de weergave van de reactie van de officier van justitie aan haar over de beelden met daarbij het weglaten van de aanhef ‘Hi [voornaam 2] ’. Dat is geen zwaarwegende aanwijzing voor het aannemen van partijdigheid bij haar als rechter en daaruit kan ook niet een objectief gerechtvaardigde vrees zijn ontstaan dat zij als rechter vooringenomen is. Zij heeft de officier van justitie gevraagd of de verdediging de beelden ook had ontvangen, hetgeen hij heeft bevestigd. Daarmee is zij juist nagegaan of de verdediging in dezelfde positie verkeerde als de rechtbank. De verdediging is daarmee niet op het verkeerde been gezet. Ook is niet om een inhoudelijke visie gevraagd, maar is de officier van justitie slechts een vraag gesteld over de beelden om inzicht te krijgen welke onderdelen van de zeer grote bestanden beelden bevatten waarop iets te zien zou zijn voor de beoordeling van de zaak. Dit om te voorkomen dat er urenlange beelden zouden moeten worden bekeken waarop bijvoorbeeld alleen een lege stoep te zien is. De reactie van de officier van justitie, welke vrijwel direct is doorgezonden aan de raadsman, komt voor zijn rekening. Van enige vooringenomenheid is geen sprake geweest, aldus de rechter. Het verzoek dient volgens haar dan ook te worden afgewezen.

4.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie laat in zijn schriftelijke reactie weten dat hem niet is gebleken van omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Op het verzoek van de rechtbank welke camerabeelden precies van belang zijn is door hem beperkt en – op de aanhef na – zakelijk gereageerd. Daarop is dan nog een korte mailwisseling gevolgd over de vraag of de verdediging eveneens over de beelden beschikte. In deze mailwisseling kan op geen enkele manier het door de verdediging gesuggereerde ‘beïnvloedende onderonsje’ worden gezien. Er is door hem in het geheel geen inhoudelijke visie op de beelden gegeven, aangezien hij de rechtbank slechts heeft geïnformeerd over de relevante bestanden en tijdstippen, inclusief een summiere beschrijving. Op geen enkel moment heeft hij beoogd buiten de zitting om de voorzitter ‘op het spoor van het OM te zetten’, terwijl overigens ook op geen enkele manier uit de reacties van de voorzitter redelijkerwijs is af te leiden dat het door hun communicatie wel beklonken zou zijn. Dat de in zijn mail gekozen aanhef informeel was, komt volledig voor zijn rekening en maakt het voorgaande niet anders.

5.De beoordeling van het verzoek

Op grond van het bepaalde in artikel 512 van het Wetboek van Strafvordering, dient in een wrakingsprocedure te worden onderzocht of er sprake is van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
Daarbij staat voorop dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen die een zwaarwegende aanwijzing vormen dat een rechter jegens een procespartij partijdig is, althans dat de bij die partij daarvoor bestaande vrees objectief gerechtvaardigd is. Het (subjectieve) standpunt van verzoeker daarover is belangrijk, maar niet doorslaggevend; de vrees voor partijdigheid moet objectief gerechtvaardigd zijn. De wrakingskamer zal het wrakingsverzoek dan ook aan de hand van deze maatstaf beoordelen.
Naar het oordeel van de wrakingskamer leveren de door de raadsman genoemde feiten en omstandigheden geen grond op voor een dergelijke zwaarwegende aanwijzing van vooringenomenheid.
De raadsman doet diverse aannames en veronderstelt zaken die zijns inziens de partijdigheid van de rechter zouden raken Deze aannames en veronderstellingen vinden naar het oordeel van de wrakingskamer echter geen enkele steun in de e-mailconversaties. Nadat de rechtbank zonder enige toelichting van het openbaar ministerie een grote hoeveelheid camerabeelden heeft toegezonden gekregen, heeft de rechter in het kader van de voorbereiding getracht enige duidelijkheid te krijgen op welke tijdstippen de beelden van belang zouden kunnen zijn voor beoordeling van de zaak. Er is daarbij geen sprake geweest van het door de rechter vragen naar inhoudelijke visies, zoals door de raadsman is betoogd. Van enige bevoordeling van het openbaar ministerie of benadeling van verdachte is geen sprake. Bovendien, zoals ook door de rechter ter zitting uitgelegd, zou de raadsman uiteraard op de zitting indien gewenst de gelegenheid hebben gekregen om opmerkingen te maken over de beelden of te wijzen op bepaalde andere fragmenten of tijdstippen. Ook zou dan aan de orde kunnen worden gesteld of alle partijen daadwerkelijk over dezelfde beelden beschikken. De rechter mocht tot dat moment vertrouwen op de mededeling van de officier van justitie dat de verdediging over dezelfde beelden beschikte.
Toegegeven moet worden dat de raadsman niet vooraf of gelijktijdig is betrokken bij het stellen van de vraag om een toelichting op de beelden en de daaruit volgende communicatie. De rechter heeft echter wel vrijwel direct na kennisneming van die toelichting van de officier van justitie op de beelden deze op eigen initiatief doorgezonden naar de raadsman. Dat de rechter de officier van justitie in de berichten heeft aangesproken met ‘ [voornaam 1] ’ is wellicht minder zakelijk en dat zij diens aanhef ‘Hi [voornaam 2] ’ heeft weggelaten maakt het bericht minder volledig, maar deze omstandigheden kunnen naar het oordeel van de wrakingskamer niet betekenen dat daarmee de schijn van partijdigheid objectief is gerechtvaardigd.
Hetgeen overigens door de raadsman is aangevoerd en de bewoordingen die hij daartoe bezigt, geven blijk van een kennelijk bij hem diepgeworteld wantrouwen jegens de rechterlijke macht en het openbaar ministerie. Dat wantrouwen is echter geen grond voor wraking.
Gelet op het voorgaande zal het verzoek tot wraking dan ook worden afgewezen.
BESLISSING:
De rechtbank:
- wijst het verzoek tot wraking af;
- bepaalt dat de zaak met parketnummer 13/202018-22 wordt voortgezet in de stand waarin deze zich ten tijde van het indienen van het verzoek tot wraking bevond.
Aldus gegeven door mr. A.W.J. Ros, voorzitter, mrs. R.H. Mulderije en C.P.E. Meewisse, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 29 augustus 2023 in tegenwoordigheid van mr. P. Tanis, griffier.
Tegen deze beslissing staat geen voorziening open.