ECLI:NL:RBAMS:2023:6686
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie wegens overlijden verdachte
Op 11 oktober 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 29 januari 2019 in Amsterdam ongeveer 59,13 kilogram cocaïne aanwezig had. De verdachte, geboren in 1993 en zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, was niet aanwezig tijdens de zitting. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. A. Keulers, en de waarnemend raadsman, mr. M.L. van Gaalen. Tijdens de zitting werd vastgesteld dat de verdachte op 16 mei 2022 was overleden, wat leidde tot de vraag van de ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in de vervolging. De rechtbank overwoog dat op grond van artikel 69 van het Wetboek van Strafrecht het recht tot strafvervolging vervalt door de dood van de verdachte. Gezien deze omstandigheden heeft de rechtbank besloten om het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk te verklaren in de vervolging van de verdachte. Deze beslissing werd genomen in het belang van de rechtsgang en de waarborging van de rechten van de verdachte, die niet meer in staat is om zich te verdedigen. Het vonnis werd uitgesproken door de meervoudige kamer van de rechtbank, onder leiding van voorzitter mr. J.P.W. Helmonds, en in aanwezigheid van de andere rechters.