ECLI:NL:RBAMS:2023:6679

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
24 augustus 2023
Publicatiedatum
25 oktober 2023
Zaaknummer
AMS 22/4685
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van arbeidsongeschiktheid en verzoek om erkenning van volledig herstel in het kader van de Wet WIA

In deze zaak heeft eiseres, werkzaam bij de [naam gemeente], verzocht om erkenning van volledig herstel na een ziekmelding op 7 oktober 2019. Het UWV heeft echter vastgesteld dat eiseres per 4 oktober 2021 slechts 30,79% arbeidsongeschikt is, waardoor zij geen recht heeft op een WIA-uitkering. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, maar het UWV heeft het besluit gehandhaafd. De rechtbank heeft het beroep van eiseres op 17 augustus 2023 behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van het UWV.

De rechtbank heeft de medische en arbeidskundige grondslagen van het UWV beoordeeld, waaronder rapporten van een verzekeringsarts en een arbeidsdeskundige. Eiseres betwistte de juistheid van de vastgestelde arbeidsongeschiktheid en stelde dat onjuistheden in de rapporten van de verzekeringsarts en arbeidsdeskundige stonden. De rechtbank concludeert echter dat het UWV terecht heeft geoordeeld dat eiseres 30,79% arbeidsongeschikt is, en dat er geen reden is om te twijfelen aan de medische belastbaarheid zoals vastgesteld door de verzekeringsarts.

De rechtbank verklaart het beroep van eiseres ongegrond, wat betekent dat zij geen gelijk krijgt in haar verzoek om erkenning van volledig herstel. De proceskosten van eiseres worden niet vergoed, en de uitspraak is gedaan door mr. M.A. Broekhuis, rechter, in aanwezigheid van mr. C.J. Kroon, griffier. Eiseres heeft de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze uitspraak bij de Centrale Raad van Beroep binnen zes weken na verzending.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
Inloopteam bestuursrecht
zaaknummer: AMS 22/4685

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] , uit [plaats] , eiseres

( [gemachtigde eiseres] ),
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen(hierna: het UWV), verweerder
( [gemachtigde verweerder] ).

Inleiding

Het UWV heeft beslist dat eiseres geen recht heeft op een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA), omdat zij minder dan 35%, namelijk 30,79%, arbeidsongeschikt is.
In bezwaar is het UWV bij dit besluit gebleven.
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen deze beslissing op bezwaar (het bestreden besluit) van 24 augustus 2022.
De rechtbank heeft het beroep op 17 augustus 2023 met behulp van een beeldverbinding op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, de gemachtigde van eiseres en de gemachtigde van het UWV.

Wat ging aan deze procedure vooraf

1. Eiseres heeft zich op 7 oktober 2019 ziekgemeld voor haar werk als [functie] bij de [naam gemeente] , waar zij werkzaam was voor 35,86 uur per week. Na een wachttijd van 104 weken heeft het UWV, na medisch en arbeidskundig onderzoek, de besluiten genomen die in de inleiding zijn genoemd.

Wat vindt het UWV

2. Het UWV vindt dat eiseres 30,79% arbeidsongeschikt is en heeft daarom besloten eiseres per 4 oktober 2021 geen WIA-uitkering toe te kennen.
3. Het UWV heeft de medische grondslag van het bestreden besluit gebaseerd op het rapport van een verzekeringsarts bezwaar en beroep (verzekeringsarts B&B) van 5 augustus 2022. De medische belastbaarheid van eiseres is opgenomen in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 5 augustus 2022.
4. Het UWV heeft de arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit gebaseerd op het rapport van een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep (arbeidsdeskundige B&B) van
19 augustus 2022
.

Wat vindt eiseres

5. Eiseres is het niet eens met het UWV. Zij wil geen WIA-uitkering, maar erkenning van volledig herstel. Volgens eiseres staan er onjuistheden in de rapporten van de verzekeringsarts B&B en de arbeidsdeskundige B&B. Ter zitting heeft eiseres verduidelijkt dat het arbeidsongeschiktheidspercentage van 30,97 belemmert dat haar werkgever haar aan het werk zette en zet. Eiseres wil duidelijk maken dat zij er alles aan doet en heeft gedaan om in haar werk te hervatten.

Wat vindt de rechtbank

6. De vraag is of het UWV terecht stelt dat eiseres 30,79% arbeidsongeschikt is. De rechtbank moet die vraag beantwoorden aan de hand van wat eiseres daartegen in heeft gebracht. Belangrijk punt is dat het gaat om de situatie op 4 oktober 2021.
7. De rechtbank vindt dat het UWV terecht heeft beslist dat eiseres per 4 oktober 2021 30,79% arbeidsongeschikt is. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Medische grondslag van het bestreden besluit
8. De rechtbank is van oordeel dat de verzekeringsarts B&B de medische belastbaarheid van eiseres op inhoudelijk overtuigende wijze en zonder tegenstrijdigheden heeft gemotiveerd. De punten in het rapport die eiseres onjuistheden noemt, zoals bijvoorbeeld de basis (vrijwillig of in het kader van re-integratie) van de werkzaamheden die zij sinds oktober 2021 bij haar werkgever uitvoert, maken dat niet anders.
9. De rechtbank vindt dat de verzekeringsarts B&B voldoende heeft gemotiveerd waarom niet (meer of) minder beperkingen zijn aangenomen. Omdat eiseres haar standpunt niet met (bijvoorbeeld) medische informatie heeft onderbouwd, ziet de rechtbank dan ook geen aanleiding te twijfelen aan de medische belastbaarheid van eiseres zoals de verzekeringsarts B&B die heeft vastgesteld.
10. De rechtbank vindt dat het UWV terecht heeft geoordeeld dat eiseres op 4 oktober 2021 in staat moet worden geacht arbeid te verrichten als daarbij rekening wordt gehouden met de beperkingen die de verzekeringsarts B&B heeft vastgesteld. Ter voorlichting van eiseres benadrukt de rechtbank dat dit oordeel niets zegt over de huidige situatie/ beperkingen van eiseres.
Arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit
11. Uitgaande van de juistheid van de medische beperkingen die bij eiseres zijn vastgesteld, ziet de rechtbank in wat eiseres heeft aangevoerd geen reden om de geschiktheid van de geduide functies in twijfel te trekken. De punten in het rapport die eiseres onjuistheden noemt, deels veroorzaakt door de proceshouding van de gemachtigde van eiseres in bezwaar, maken dat niet anders.

Conclusie en gevolgen

12. Het UWV heeft terecht besloten dat eiseres per 4 oktober 2021 30,79% arbeidsongeschikt is.
13. Het beroep van eiseres is ongegrond. Dit betekent dat zij geen gelijk krijgt. Omdat eiseres in beroep geen gelijk krijgt, worden de door haar gemaakte proceskosten of het betaalde griffierecht niet vergoed.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan op 24 augustus 2023 door mr. M.A. Broekhuis, rechter, in aanwezigheid van mr. C.J. Kroon, griffier.
griffier
rechter
De uitspraak is verzonden op
en zal binnen een week na deze datum openbaar gemaakt worden door publicatie op rechtspraak.nl.

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.