Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres] , uit [plaats] , eiseres
Inleiding
Wat ging aan deze procedure vooraf
Wat vindt het UWV
.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft eiseres, werkzaam bij de [naam gemeente], verzocht om erkenning van volledig herstel na een ziekmelding op 7 oktober 2019. Het UWV heeft echter vastgesteld dat eiseres per 4 oktober 2021 slechts 30,79% arbeidsongeschikt is, waardoor zij geen recht heeft op een WIA-uitkering. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, maar het UWV heeft het besluit gehandhaafd. De rechtbank heeft het beroep van eiseres op 17 augustus 2023 behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van het UWV.
De rechtbank heeft de medische en arbeidskundige grondslagen van het UWV beoordeeld, waaronder rapporten van een verzekeringsarts en een arbeidsdeskundige. Eiseres betwistte de juistheid van de vastgestelde arbeidsongeschiktheid en stelde dat onjuistheden in de rapporten van de verzekeringsarts en arbeidsdeskundige stonden. De rechtbank concludeert echter dat het UWV terecht heeft geoordeeld dat eiseres 30,79% arbeidsongeschikt is, en dat er geen reden is om te twijfelen aan de medische belastbaarheid zoals vastgesteld door de verzekeringsarts.
De rechtbank verklaart het beroep van eiseres ongegrond, wat betekent dat zij geen gelijk krijgt in haar verzoek om erkenning van volledig herstel. De proceskosten van eiseres worden niet vergoed, en de uitspraak is gedaan door mr. M.A. Broekhuis, rechter, in aanwezigheid van mr. C.J. Kroon, griffier. Eiseres heeft de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze uitspraak bij de Centrale Raad van Beroep binnen zes weken na verzending.