ECLI:NL:RBAMS:2023:66

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
9 januari 2023
Publicatiedatum
10 januari 2023
Zaaknummer
C/13/726971 / FA RK 22-7943
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening in een echtscheidingsprocedure met betrekking tot de verdeling van de echtelijke woning en zorgregeling voor minderjarige kinderen

Op 9 januari 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende voorlopige voorzieningen in een echtscheidingsprocedure. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. M. Bakker, heeft op 20 december 2022 een verzoek ingediend om bij uitsluiting gerechtigd te zijn tot het gebruik van de echtelijke woning en om de zorg voor hun minderjarige kind, [minderjarige 1], aan haar toe te vertrouwen. De man heeft zich niet laten bijstaan door een advocaat en heeft verweer gevoerd tegen het verzoek van de vrouw.

Tijdens de mondelinge behandeling op 4 januari 2023 hebben partijen overeenstemming bereikt over een voorlopige regeling. Deze regeling houdt in dat de vrouw van zondagavond 18:00 uur tot woensdagavond 18:00 uur in de woning verblijft, terwijl de man gedurende de rest van de week in de woning verblijft. Deze regeling is tot stand gekomen met inachtneming van de ijshockeytrainingen en -wedstrijden van [minderjarige 1], die door de man worden begeleid. Daarnaast is afgesproken dat de kosten voor openbaar vervoer voor woon-werkverkeer in de periode van 9 januari tot en met 6 februari 2023 gelijkelijk tussen partijen worden gedeeld.

De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat de spanningen tussen partijen zodanig hoog zijn opgelopen dat zij niet langer samen in de woning kunnen verblijven. De rechtbank heeft het gewijzigde verzoek van de vrouw toegewezen en benadrukt dat het van groot belang is dat beide partijen zich strikt houden aan de overeengekomen regeling. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. E.W.K. Bosman.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rekestnummer: C/13/726971 / FA RK 22-7943
Beschikking van 9 januari 2023 betreffende voorlopige voorzieningen
in de zaak van:
[de vrouw] ,
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen: de vrouw,
advocaat mr. M. Bakker te Eemnes,
tegen
[de man] ,
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen: de man.

1.De procedure

1.1.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de ingekomen stukken, te weten het verzoek van de vrouw, ingekomen op 20 december 2022.
1.2.
De zaak is behandeld tijdens de mondelinge behandeling achter gesloten deuren op 4 januari 2023. Gehoord zijn: partijen en de advocaat van de vrouw. De man heeft zich niet laten bijstaan door een advocaat.

2.De feiten

2.1.
Partijen zijn met elkaar gehuwd te Noordwijk op 11 juni 1999.
2.2.
Partijen hebben tezamen het navolgende minderjarige kind:
[minderjarige 1], hierna te noemen: [minderjarige 1] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum 1] 2006.
2.3.
Partijen hebben voorts een jongmeerderjarig kind, te weten:
[minderjarige 2], hierna te noemen [minderjarige 2] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum 2] 2002.

3.Het verzoek en het verweer

3.1.
De vrouw heeft in eerste instantie verzocht te bepalen dat zij bij uitsluiting zal zijn gerechtigd tot het gebruik van de echtelijke woning en dat [minderjarige 1] aan haar wordt toevertrouwd.
De man heeft hiertegen verweer gevoerd.
3.2.
Tijdens de mondelinge behandeling hebben partijen overeenstemming bereikt over een voorlopige regeling waarbij zij om en om bij de kinderen in de woning zullen verblijven.
Zij hebben afgesproken dat de vrouw wekelijks van zondagavond 18:00 uur tot woensdagavond 18:00 uur in de woning verblijft en de man gedurende de rest van de week.
Deze regeling is tot stand gekomen rekening houdende met de begeleiding van [minderjarige 1] tijdens zijn ijshockeytrainingen en -wedstrijden door de man, welke trainingen en wedstrijden wekelijks vanaf woensdagavond plaatsvinden.
Tevens is aan de orde gekomen dat wanneer de man niet in de woning verblijft hij zal moeten verblijven bij zijn ouders in [plaats 1] dat op ruim twee uur reistijd van de woning van partijen ligt. De man heeft laten weten inmiddels een nieuwe baan in [plaats 2] te hebben waarbij hij vanaf 9 januari 2023 eerst vier weken lang in training moet waarbij het noodzakelijk is dat de man dagelijks in persoon aanwezig is. Aangezien de man als gevolg van de door partijen overeengekomen regeling van maandag tot en met woensdag zal moeten reizen vanuit [plaats 1] naar zijn werk in [plaats 2] , hebben partijen aanvullend afgesproken dat kosten voor het openbaar vervoer voor woon-werkverkeer die door hen worden gemaakt in de periode 9 januari tot en met 6 februari 2023 gelijkelijk tussen hen zullen worden gedeeld. De man heeft daarbij toegezegd dat hij waar mogelijk vanuit huis zal werken en met zijn werkgever zal overleggen of hij zijn reiskosten vergoed kan krijgen.
Tot slot hebben partijen afgesproken dat hun auto bij de woning zal blijven.
Partijen zijn het erover eens dat deze regeling ingaat op woensdag 11 januari 2023.
3.3.
De vrouw heeft vervolgens haar verzoek gewijzigd conform deze regeling. Haar verzoek tot toevertrouwing van [minderjarige 1] aan haar heeft zij ingetrokken, zodat hierop niet meer hoeft te worden beslist.

4.De beoordeling

4.1.
Tijdens de mondelinge behandeling is het de rechtbank duidelijk geworden dat er veel speelt tussen partijen en dat tussen hen de spanningen zodanig hoog zijn opgelopen dat zij, mede in het belang van hun beider kinderen, niet langer samen in de woning kunnen verblijven zodat hiertoe een voorziening moet worden getroffen.
Tevens is duidelijk geworden dat de woning van partijen inmiddels te koop staat.
4.2.
De rechtbank zal het gewijzigde verzoek van de vrouw toewijzen. De overeengekomen regeling zal voor beide partijen de nodige aanpassing vergen. Echter, de rechtbank is van mening dat deze regeling in het belang van de kinderen is en dit een passende voorziening betreft. Wel is het van groot belang dat beide partijen zich strikt houden aan voornoemde regeling en hiervan niet afwijken.
Dit brengt bijvoorbeeld ook mee – zoals tijdens de mondelinge behandeling is besproken – dat als partijen op de wisseldag later dan 18:00 uur bij de woning terugkeren, zij van te voren alvast hun spullen hebben meegenomen zodat zij de woning niet hoeven te betreden als de ander hierin al weer de intrek genomen heeft.

5.De beslissing

De rechtbank:
5.1.
bepaalt dat, met ingang van 11 januari 2023, de vrouw wekelijks van zondagavond 18:00 uur tot woensdagavond 18:00 uur en de man van woensdagavond 18:00 uur tot zondagavond 18:00 uur, bij uitsluiting gerechtigd zal zijn tot het gebruik van de echtelijke woning aan de [adres] , waarbij de kosten voor openbaar vervoer voor woon-werkverkeer in de periode 9 januari 2023 tot en met 3 februari 2023 gelijkelijk tussen partijen worden gedeeld.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.M. Breugem, rechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. E.W.K. Bosman, griffier, op 9 januari 2023.