Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum 1] 2006.
Rechtbank Amsterdam
Op 9 januari 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende voorlopige voorzieningen in een echtscheidingsprocedure. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. M. Bakker, heeft op 20 december 2022 een verzoek ingediend om bij uitsluiting gerechtigd te zijn tot het gebruik van de echtelijke woning en om de zorg voor hun minderjarige kind, [minderjarige 1], aan haar toe te vertrouwen. De man heeft zich niet laten bijstaan door een advocaat en heeft verweer gevoerd tegen het verzoek van de vrouw.
Tijdens de mondelinge behandeling op 4 januari 2023 hebben partijen overeenstemming bereikt over een voorlopige regeling. Deze regeling houdt in dat de vrouw van zondagavond 18:00 uur tot woensdagavond 18:00 uur in de woning verblijft, terwijl de man gedurende de rest van de week in de woning verblijft. Deze regeling is tot stand gekomen met inachtneming van de ijshockeytrainingen en -wedstrijden van [minderjarige 1], die door de man worden begeleid. Daarnaast is afgesproken dat de kosten voor openbaar vervoer voor woon-werkverkeer in de periode van 9 januari tot en met 6 februari 2023 gelijkelijk tussen partijen worden gedeeld.
De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat de spanningen tussen partijen zodanig hoog zijn opgelopen dat zij niet langer samen in de woning kunnen verblijven. De rechtbank heeft het gewijzigde verzoek van de vrouw toegewezen en benadrukt dat het van groot belang is dat beide partijen zich strikt houden aan de overeengekomen regeling. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. E.W.K. Bosman.