ECLI:NL:RBAMS:2023:654

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
3 februari 2023
Publicatiedatum
9 februari 2023
Zaaknummer
13.324281.21
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beslissing RC
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing rechter-commissaris inzake onderzoekswensen in strafzaak met betrekking tot Sky ECC

Op 3 februari 2023 heeft de rechter-commissaris in de Rechtbank Amsterdam een beslissing genomen op verzoeken van de verdediging in een strafzaak die verband houdt met het gebruik van Sky ECC. De verdachte, geboren in 1991, heeft via zijn raadsman, mr. C.C. Polat, verzocht om verschillende onderzoeksmaatregelen, waaronder het horen van getuigen en het verkrijgen van datasets. De verdediging heeft verzocht om te wachten op de antwoorden van de Hoge Raad op prejudiciële vragen die zijn gesteld in een ander onderzoek, genaamd Shifter. De rechter-commissaris heeft echter besloten dat er geen reden is om de behandeling van de zaak aan te houden in afwachting van deze antwoorden, aangezien de zaak nog niet is afgerond en er al pro forma zittingen zijn gepland.

De rechter-commissaris heeft de verzoeken van de verdediging om getuigen te horen, waaronder mede-verdachten, beoordeeld. Het verzoek om [getuige 3] te horen is afgewezen omdat deze getuige niet belastend heeft verklaard over de verdachte. De verzoeken om de gebruikers van de Sky-IDs te horen zijn eveneens afgewezen, omdat de verdediging niet voldoende heeft onderbouwd waarom deze getuigen van belang zijn voor de zaak. De rechter-commissaris heeft ook geoordeeld dat de datasets, die al door het Openbaar Ministerie zijn verstrekt, niet verder hoeven te worden behandeld.

De beslissing van de rechter-commissaris is gedeeltelijk toegewezen, waarbij het horen van [getuige 1] en [getuige 2] is toegestaan, terwijl de overige verzoeken zijn afgewezen. Deze beslissing is genomen in het belang van een tijdige afdoening van de zaak en met inachtneming van de belangen van de samenleving.

Uitspraak

Rechtbank Amsterdam

rechter-commissaris in strafzaken
zittingsplaats Amsterdam
parketnummer : 13.324281.21
datum : 3 februari 2023
Beslissing op een verzoek van de verdachte om onderzoekshandelingen te verrichten
(artikel 182 lid 1 Wetboek van Strafvordering)
in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte]
geboren op [geboortedag] 1991 te [geboorteplaats 1]
raadsman mr. C.C. Polat

Procedure

Verwijzing rechtbank op de PF zitting van 18 november 2022:
De rechtbank heeft de zaak verwezen naar de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank, om een beslissing te nemen op de zaaksinhoudelijke en (eventueel) Sky/ECC-inhoudelijke onderzoekswensen van de verdediging en voorts al datgene te verrichten wat zij in het belang van het onderzoek acht.
Verzoeken
De verdediging verzoekt (bij brief 30 november 2022 en wijziging van het verzoek bij brief van 30 januari 2023) de antwoorden van de Hoge Raad op de prejudiciële vragen van rechtbank Noord-Nederland in onderzoek Shifter af te wachten. Hoewel dit verzoek is gericht aan ‘Uw Rechtbank’ gaat de rechter-commissaris ervan uit dat bedoeld is dit verzoek aan haar te richten.
De verdediging verzoekt voorts het horen van de volgende getuigen:
- [getuige 1] , geboren op [geboortedatum 1] te [geboorteplaats 2] , thans gedetineerd, verdere gegevens bekend bij politie en/of justitie.
- [getuige 2] , geboren op [geboortedatum 2] te [geboorteplaats 3] , verdere gegevens bekend bij politie en/of justitie.
- [getuige 3] , geboren op [geboortedatum 3] te [geboorteplaats 4] , laatstelijk woonachtig aan de Nederlandse [adres] , verdere gegevens bekend bij politie en/of justitie.
- de gebruikers van een aantal in het verzoek genoemde Sky-id’s, onder wie [naam 1] en [naam 2]
De verdediging gaat ervan uit dat bij het merendeel van de SKY-ID’s de persoon erachter is geïdentificeerd en wenst in het bezit de komen van de pv’s identificatie met daarin de identiteitsgegevens van de persoon die volgens het OM achter het desbetreffende SKY-ID schuilgaat.
De verdediging wenst de meest recente update van de datasets te ontvangen.
Reactie OM
Het Openbaar Ministerie verzoekt bij brieven van 12 januari 2023 en 2 februari 2023 niet te wachten op beantwoording door de Hoge Raad van de in onderzoek Shifter gestelde prejudiciële vragen.
Het Openbaar Ministerie verzet zich niet tegen het verstrekken de datasets.
Tot slot dienen naar de visie van het Openbaar Ministerie alle getuigenverzoeken te worden afgewezen.

Beoordeling

Ten aanzien van de prejudiciële vragen:
Twee rechtbanken hebben prejudiciële vragen gesteld aan de Hoge Raad die onder meer betrekking hebben op de toepassing van het vertrouwensbeginsel en/of de reikwijdte daarvan (rechtbank Noord-Nederland inzake onderzoek Shifter en rechtbank Overijssel inzake onderzoek Elrits). De rechter-commissaris onderkent dat niet valt uit te sluiten dat de beantwoording van prejudiciële vragen door de Hoge Raad van belang is voor deze zaak. De rechter-commissaris ziet evenwel geen aanleiding de beoordeling van de overige onderzoekswensen aan te houden in afwachting van de beantwoording door de Hoge Raad van de reeds gestelde vragen. De rechter-commissaris wijst dit verzoek af en overweegt daartoe als volgt.
Geen rechtsregel dwingt tot het aanhouden van de behandeling van de zaak om het enkele feit dat prejudiciële vragen zijn gesteld of zullen worden gesteld. Bij een aanhoudingsverzoek moeten alle belangen worden meegewogen, zo ook het belang van de samenleving bij de voortzetting en een tijdige afdoening van deze zaak.
Daar komt bij dat onderhavig strafrechtelijk onderzoek nog niet is afgerond en er nog enige tijd zal verstrijken tot aan de inhoudelijke behandeling - er staan nog twee pro forma behandelingen gepland -, tijd waarin mogelijk al antwoorden van de Hoge Raad zijn te verwachten.
De rechter-commissaris ziet tot slot een vergelijking met de gang van zaken bij lopende cassatieprocedures. Zolang de Hoge Raad nog geen andersluidende beslissing heeft gegeven, baseren rechtbanken zich op de bestaande jurisprudentie en gaan zij in het algemeen door met de inhoudelijke behandeling van zaken, en zeker met het voorbereidend onderzoek, en houden zij deze niet aan. In dit verband is van belang dat de Hoge Raad al in andere zaken uitspraken heeft gedaan over de toepassing van het vertrouwensbeginsel en/of de reikwijdte daarvan.
Ten aanzien van het horen van de mede-verdachten [getuige 1] en [getuige 2] als getuige:
De rechter-commissaris is van oordeel dat de verdediging gezien de verdenking belang heeft bij het horen van de mede-verdachten [getuige 1] en [getuige 2] als getuige. Voordat de getuigen zullen worden opgeroepen zal aan de getuigen worden gevraagd wat hun proceshouding zal zijn tijdens het verhoor. Indien zij op voorhand aangeven zich op hun verschoningsrecht te zullen gaan beroepen, zullen de getuigen niet worden opgeroepen voor verhoor.
Ten aanzien van het horen van [getuige 3] als getuige:
Deze persoon heeft niet belastend verklaard over [verdachte] en het verzoek om hem te horen moet dan ook deugdelijk worden gemotiveerd. Dat is niet gebeurd en dit verzoek zal dan ook worden afgewezen. De motivering van de verdediging houdt in dat [getuige 3] uit eigen wetenschap en waarneming kan verklaren over het reilen en zeilen in de loods, een en ander in samenhang bezien met de vermeende voorbereidingshandelingen waarvan verdachte wordt beschuldigd. [getuige 3] heeft verklaard dat hij nooit heeft gezien dat [getuige 1] mensen mee heeft genomen naar de loods en ook overigens volgt uit het dossier niet dat [verdachte] in de loods is geweest. Dit wordt hem door de officier van justitie ook niet verweten; het voorhanden hebben van de daar aangetroffen wapens staat ook enkel bij [getuige 1] op de tenlastelegging. Dit alles brengt mee dat niet valt in te zien welk belang verdachte heeft bij het stellen van vragen aan [getuige 3] . Het verzoek wordt afgewezen.
Ten aanzien van het horen van de gebruikers van de genoemde Sky-IDs als getuige:
De rechter-commissaris stelt voorop dat verzoeken tot het horen van tegencontacten van een digitaal platform, zoals hier aan de orde, ook met inachtneming van de Keskin-jurisprudentie, nader door de verdediging dienen te worden onderbouwd (ECLl:NL:HR:2022:177). De uitlatingen van deze personen kunnen niet worden aangemerkt als een buiten de aanwezigheid van verdediging afgelegde getuigenverklaring, waarvoor zou gelden dat geen nadere onderbouwing van het belang bij het oproepen en horen van betreffende persoon mag worden verlangd.
Ter onderbouwing heeft de verdediging aangevoerd dat deze personen moeten worden gehoord om zo de betrouwbaarheid van de identificatie van verdachte als gebruiker van Sky/ECC nader te kunnen toetsen. Bovendien dienen voornoemde getuigen te worden gehoord over de betrokkenheid en vermeende rol van de gebruiker van het Sky toestel dat aan verdachte wordt toegedicht, aldus de verdediging.
Deze onderbouwing volstaat niet en de rechter-commissaris zal het verzoek dan ook afwijzen.
De identificatie van verdachte als gebruiker van Sky/ECC heeft niet plaatsgevonden aan de hand van verklaringen van de gevraagde personen. De verdediging heeft geen bezwaren opgeworpen tegen de wél in het proces-verbaal ter identificatie van verdachte genoemde bevindingen en conclusies en ook niet tegen de processen-verbaal waarin de inhoud van gesprekken is weergegeven en door de politie geduid. De verdediging heeft niet laten weten over welke in die processen-verbaal genoemde feiten en omstandigheden de verzochte getuigen iets zouden kunnen verklaren. De verdediging ontkent nadrukkelijk dat verdachte de gebruiker is van de aan hem toegewezen Sky-ID. Ook om die reden valt niet in te zien welk belang hij erbij heeft mensen vragen te stellen over gesprekken waaraan hij dus naar eigen zeggen geen deel aan had.
Ten aanzien van de verzochte datasets:
Nu de zaak reeds op (een pro forma) zitting is geweest is het ingevolge artikel 33 jo 315 Sr aan de rechtbank te beslissen op het verzoek om kennisneming van alle processtukken. Ingevolge artikel 149a lid 2 jo 137 Sv zijn daaronder begrepen de datasets. De rechter-commissaris zal dan ook niet op beslissen op het verzoek ten aan zien van de datasets. Overigens heeft de officier van justitie de datasets reeds verstrekt aan de raadsman.

Beslissing

De rechter-commissaris:
Wijst het verzoek gedeeltelijk toe en beslist tot het verrichten van de volgende onderzoekshandelingen, het horen van:
- [getuige 1] , geboren op [geboortedatum 1] te [geboorteplaats 2] ,
- [getuige 2] , geboren op [geboortedatum 2] te [geboorteplaats 3] .
Wijst de overige verzoeken af.
Deze beslissing is op 3 februari 2023 genomen door mr. M.J.E. Geradts, rechter-commissaris.