ECLI:NL:RBAMS:2023:6520

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
20 oktober 2023
Publicatiedatum
18 oktober 2023
Zaaknummer
10485558 / CV EXPL 23 6286
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kantonzaak over betaling van facturen en toepasselijkheid van algemene voorwaarden tussen Bio Control Group Services B.V. en Inbox Storage B.V.

In deze kantonzaak, gewezen door de Rechtbank Amsterdam op 20 oktober 2023, staat de vraag centraal of er een overeenkomst tot stand is gekomen tussen Bio Control Group Services B.V. en Inbox Storage B.V. en of de algemene voorwaarden van Bio Control van toepassing zijn. Bio Control, gespecialiseerd in plaagdierenbestrijding, heeft diensten geleverd aan Inbox, dat opslagruimte verhuurt. De partijen hebben in 2019 een overeenkomst gesloten, maar er is onduidelijkheid over de voortzetting en de voorwaarden van deze overeenkomst na 2020.

Bio Control vordert betaling van openstaande facturen, terwijl Inbox in reconventie terugbetaling eist van een bedrag dat zij onverschuldigd zou hebben betaald. De rechtbank oordeelt dat er op 18 november 2020 een nieuwe overeenkomst tot stand is gekomen, ondanks het ontbreken van een schriftelijke bevestiging. De kantonrechter stelt vast dat de algemene voorwaarden van Bio Control van toepassing zijn, omdat Inbox deze heeft aanvaard door de offerte te ondertekenen.

De rechtbank oordeelt dat Inbox de facturen tot en met november 2022 moet betalen, maar niet de facturen tot november 2023, omdat Bio Control geen werkzaamheden meer heeft verricht na augustus 2022. De vordering van Bio Control tot schadevergoeding voor niet-geretourneerde lokaasdepots wordt afgewezen, omdat er geen tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst is vastgesteld. De proceskosten worden toegewezen aan Bio Control, terwijl de vordering van Inbox in reconventie wordt afgewezen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

afdeling privaatrecht
Zaaknummer en rolnummer: 10485558 / CV EXPL 23 6286
Uitspraak: 20 oktober 2023
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van:
Bio Control Group Services B.V.,
gevestigd in Rotterdam,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
gemachtigde Nova Legal B.V. in Groningen,
t e g e n
Inbox Storage B.V.,
gevestigd in Amstelveen,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
gemachtigde [gemachtigde] .
Partijen worden hierna aangeduid als Bio Control en Inbox.
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 24 april 2023, met producties,
  • het schriftelijk antwoord van Inbox, met een eis in reconventie en een productie,
  • het tussenvonnis van 20 juni 2023, waarin een mondelinge behandeling is bevolen,
  • de nagekomen producties 13 t/m 20 van Bio Control,
  • de zittingsaantekeningen van de mondelinge behandeling van 23 augustus 2023 en de spreekaantekeningen van Bio Control.
Daarna is vonnis bepaald.
GRONDEN VAN DE BESLISSING

1.Feiten en omstandigheden

1.1.
Bio Control is een specialist in het bestrijden van plaagdieren. Inbox verhuurt opslagruimte. Bio Control heeft voor Inbox diensten uitgevoerd in haar loodsen op het gebied van plaagdierenbestrijding.
1.2.
Bij de stukken bevindt zich een service-contract van 17 oktober 2019 van Bio Control Group, voor één jaar à € 1.331,- per jaar. Het service-contract is digitaal ondertekend door René [naam 1] , operations manager bij Inbox.
Onder opmerking 6 staat:
“Onze algemene handelsvoorwaarden zijn als bijlage toegevoegd aan dit contract en terug te vinden op ongedierteservice.nl. Ik (opdrachtgever) verklaar mijn akkoord met de toepasselijkheid van de voorwaarden op deze opdrachtbevestiging.”
1.3.
De algemene voorwaarden van Bio Control luiden, voor zover relevant, als volgt:
“(…)
Artikel 3 De Overeenkomst
1. De Overeenkomst komt pas tot stand door ondertekening van de offerte of middels een opdrachtbevestiging. (…)
Artikel 6 Eigendomsvoorbehoud
1. Alle middelen geplaatst door Bio Control Group blijven in het eigendom van Bio Control Group. (…)
Artikel 14 Opschorting, ontbinding en tussentijdse opzegging van de Overeenkomst
1. Bio Control Group is bevoegd de nakoming van de verplichtingen op te schorten of de Overeenkomst te ontbinden, indien de Opdrachtgever de verplichtingen uit de Overeenkomst niet, niet volledig of niet tijdig nakomt, dan wel dat Bio Control Group goede grond heeft te vrezen dat de Opdrachtgever in die verplichtingen zal tekortschieten. (…)
3. Indien de Opdrachtgever zijn uit de Overeenkomst voortvloeiende verplichtingen niet nakomt en deze niet-nakoming ontbinding rechtvaardigt, dan is Bio Control Group gerechtigd de Overeenkomst terstond en met directe ingang te ontbinden zonder enige verplichting zijnerzijds tot betaling van enige schadevergoeding of schadeloosstelling, terwijl de Opdrachtgever, uit hoofde van wanprestatie, wel tot schadevergoeding of schadeloosstelling is verplicht. (…)
Artikel 18 Duur abonnement
1. Een abonnement wordt aangegaan voor de duur van één jaar tenzij anders vermeld.
2. Na het eindigen van de periode genoemd in lid 1 van dit artikel wordt het abonnement stilzwijgend verlengd, steeds met een periode van het abonnement.
Artikel 19 Betaling van het abonnement(…)
10. Indien betalingen drie maanden uitblijven, eindigt de Overeenkomst. De betalingen van de resterende maanden dient Opdrachtgever nog wel te voldoen en worden direct opeisbaar. (…)”.
1.4.
Bij de stukken bevindt zich een offerte van 18 november 2020 van Bio Control die gericht is aan ‘Inbox Storage t.a.v. [naam 1] ’. Het betreft een onderhoudscontract voor drie loodsen voor een onbeperkt aantal bezoeken per jaar. Onderaan de offerte staat: “Op al onze aanbiedingen en leveringen zijn onze algemene voorwaarden van toepassing. Deze kunt u lezen en downloaden van onze website.”
1.5.
Bij e-mail van 26 april 2022 heeft [gemachtigde] van Inbox het volgende gestuurd aan [naam 2] (hierna: [naam 2] ) van Bio Control:
“We hebben een jaar een redelijk intensief pakket gehad, ook nodig tav Bodegraven. Ik denk, dat we gezien het pand nu wel kunnen downgraden. Heb je daar voorstellen voor of kan ik ergens de pakketten lezen?”
1.6.
Inbox heeft de facturen aan Bio Control tot en met 2021 voldaan. Vanaf januari 2022 heeft zij de facturen van Bio Control niet meer betaald.
1.7.
Bij e-mail van 2 januari 2023 heeft [naam 2] van Bio Control het volgende, voor zover relevant, geschreven aan [naam 3] van Inbox:
“(…) Onderwerp: Ingebrekestelling!!!
(…) Uit onze administratie is gebleken blijkt dat wij geen betalingen meer van u hebben mogen ontvangen sins januari 2022, na het leveren van onze diensten en producten. Per september hebben wij onze werkzaamheden geschorst tot er betaling(en) binnen kwam. Helaas hebben wij tot op heden nog geen betaling(en) mogen ontvangen en daar waar wij geprobeerd hebben om met automatische incasso de facturen alsnog betaald te krijgen, worden alle automatische incasso’s zonder reden van opgave terug getrokken. Inmiddels staat er een bedrag op van
€ 5.103,70bij ons open voor de periode januari 2022 tot en met januari 2023. Wij verzoeken u met klem dit bedrag
VANDAAGaan ons te voldoen (…)”.
[gemachtigde] heeft op dezelfde dag op deze e-mail gereageerd en gevraagd naar mogelijkheden om de overeenkomst te downgraden.
[naam 2] reageert later die dag:
“(…) Met betrekking tot het downgrade van uw abonnement. Wij hebben elkaar hierover gesproken bij het ophalen van onze kantoorspullen. Toen hebben [naam 4] en ik u verteld dat downgraden kan maar wel als de overeenkomst verlopen is. Op 18 november 2020 zijn wij een nieuwe overeenkomst aangegaan in verband met de toen aanwezige ratten en muizenpopulatie in uw organisatie. Dat zou betekenen dat wij vanaf 18 november 2022 de overeenkomst kunnen downgraden. (…)”
En weer iets later:
“(…) Voor het Downgraden moeten we een afspraak plannen. Dit gaat dan met terugwerkende kracht in vanaf november 2022. Onze werkzaamheden bevriezen na 3 maanden niet betalen. Dit hebben we opgeschort naar 8 maanden bij Inbox Storage, omdat betaling wel altijd heeft plaats gevonden. Op het moment dat het bedrag binnen is, heeft u weer recht op de door ons verrichte werkzaamheden.
De status nu is: On-Hold werkzaamheden tot het betaald is. Als de betaling binnen is kunnen wij onze werkzaamheden voort zetten en kunnen we nieuwe afspraken maken.(…)”
1.8.
Bij e-mail van 22 januari 2023 heeft [naam 2] het volgende gestuurd aan [naam 3] :
“ (…) Wij hebben u de afgelopen twee weken enkele keren via Whatsapp en per voicemail verzocht om contact met ons op te nemen om te zoeken naar een oplossing voor de nog reeds openstaande facturen en onze overeenkomst van opdracht. Helaas hebben wij niks van meer van u vernomen. Via deze email delen wij u mede dat wij overeenkomst van opdracht per 22 januari stoppen doordat u al meer dan een jaar niet aan uw financiële verplichting voldoet in de bijlage van deze email vindt u, zoals omschreven in artikel 14 ons factuur tot einde opdracht. (…) Op basis van dit artikel doen wij u onze eindnota van € 3.754,87 onder factuurnummer [fact.nr.] toezenden. (…)”.
1.9.
Bij brief van 8 maart 2023 heeft Nova Incasso namens Bio Control Inbox voor de laatste keer verzocht het openstaande bedrag, inmiddels € 12.397,68, te voldoen binnen vijf dagen.

2.Het geschil

In conventie
2.1.
Bio Control vordert dat Inbox bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis wordt veroordeeld tot betaling van € 12.078,95, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf de dag van de dagvaarding, althans een door de rechtbank in goede justitie vast te stellen bedrag. Dit bedrag is blijkens de toelichting gebaseerd op:
€ 10.809,96 aan hoofdsom;
€ 883,10 aan buitengerechtelijke incassokosten;
€ 385,90 aan wettelijke handelsrente, berekend tot dag van de dagvaarding;
Daarnaast vordert Bio Control de proces- en nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
2.2.
Bio Control legt aan de vordering ten grondslag dat Inbox de overeenkomst van 18 november 2020 niet is nagekomen. Inbox heeft sinds januari 2022 de maandelijkse vergoeding aan Bio Control niet meer betaald. Op grond van de algemene voorwaarden heeft Bio Control daarom de overeenkomst ontbonden en is Inbox niet alleen de openstaande facturen maar ook de facturen tot het einde van het contract, te weten tot 18 november 2023, verschuldigd. Bio Control verwijst daarbij naar de artikelen 14 lid 1 en lid 3, artikel 18 lid 2 en artikel 19 lid 10. Als Bio Control daarin niet gevolgd wordt vordert zij € 8.494,02 aan vergoeding van de gederfde inkomsten door de vroegtijdige beëindiging van de overeenkomst. Daarnaast vordert Bio Control vervangende schadevergoeding voor de 116 lokaasdepots die Inbox, in strijd met artikel 6 lid 1 van de algemene voorwaarden, niet heeft geretourneerd. Het gaat om een bedrag van € 2.315,94.
In reconventie
2.3.
Inbox vordert terugbetaling van € 6.689 van Bio Control.
2.4.
Inbox legt hieraan het volgende ten grondslag. Inbox heeft dit bedrag onverschuldigd aan Bio Control betaald. Na de oorspronkelijke overeenkomst uit 2019 is er geen nieuwe overeenkomst tot stand gekomen. Dat kan volgens de algemene voorwaarden alleen schriftelijk, daarvan is hier geen sprake. Inbox is in 2019, 2020 en 2021 op basis van de oorspronkelijke overeenkomst een bedrag van in totaal € 3.438 verschuldigd aan Bio Control, op basis van € 1.331 per jaar, voor de periode van 17 oktober 2019 tot 28 april 2022. Inbox heeft al € 10.127 voldaan. Het teveel betaalde moet dus worden terugbetaald.
In conventie en reconventie
2.5.
De standpunten van partijen zijn hier verkort weergegeven. Partijen voeren over en weer verweer. Op hun stellingen wordt hierna, voor zover van belang, verder ingegaan.

3.Beoordeling

In conventie en in reconventie
3.1.
Tussen partijen is niet in geschil dat in 2019 een overeenkomst tussen beiden tot stand is gekomen. Partijen verschillen van mening over de vraag of op 18 november 2020 een nieuwe overeenkomst tot stand is gekomen en Inbox op basis daarvan gehouden is de maandfacturen voor 2022 en 2023 te voldoen. Omdat deze vragen zowel in conventie als in reconventie spelen, worden ze gezamenlijk besproken.
Op 18 november 2020 is een nieuwe overeenkomst tussen partijen tot stand gekomen
3.2.
Bio Control stelt dat Inbox gehouden is te betalen. Zij stelt dat partijen in november 2020 een overeenkomst hebben gesloten op grond waarvan Bio Control ongediertewerkzaamheden zou verrichten voor Inbox en Inbox daarvoor maandelijks zou betalen. Er is een offerte van 18 november 2020, waarop [gemachtigde] van Inbox mondeling akkoord heeft gegeven.
3.3.
Inbox wordt niet gevolgd in haar stelling dat de overeenkomst niet tot stand zou zijn gekomen, omdat een schriftelijke bevestiging ontbreekt. De eis van schriftelijkheid, zoals in artikel 3.1 van de algemene voorwaarden (die op de overeenkomst van toepassing zijn, zie verderop) is naar zijn aard bedoeld om te voorkomen dat onduidelijkheid bestaat over het wel of niet zijn aangegaan van een overeenkomst. In dit geval is geen sprake van onduidelijkheid. Inbox betwist niet dat er in november 2020 mondeling een overeenkomst tot stand is gekomen. Uit de gedragingen van partijen blijkt bovendien dat zij beiden in de veronderstelling waren dat sprake was van een overeenkomst; Bio Control heeft daarvoor diensten geleverd, Inbox heeft het bestaan van de overeenkomst niet betwist. Onder die omstandigheden komt Inbox geen beroep toe op het ontbreken van een schriftelijke overeenkomst. De overeenkomst van 18 november 2020 heeft de oorspronkelijk overeenkomst uit 2019 dus vervangen.
Conclusie in reconventie
3.4.
De vordering van Inbox in reconventie wordt op basis van het voorgaande afgewezen.
De algemene voorwaarden zijn van toepassing en worden niet vernietigd
3.5.
Inbox heeft betwist dat de algemene voorwaarden van Bio Control van toepassing zijn op de overeenkomst van 18 november 2020. Inbox heeft ze namelijk niet aanvaard. Zouden de algemene voorwaarden wel op de overeenkomst van toepassing zijn, dan zouden ze moeten worden vernietigd, omdat Inbox daarvan geen kennis heeft kunnen nemen. De algemene voorwaarden zijn niet eenvoudig online beschikbaar. Dit leidt ertoe dat de voorwaarden met betrekking tot de jaarlijkse verlenging, de ontbinding en de verschuldigdheid van de kosten bij ontbinding niet gelden. Er is niet jaarlijks verlengd en Inbox is niet gehouden de vordering te voldoen.
3.6.
Bio Control beroept zich op de toepasselijkheid van haar algemene voorwaarden bij de overeenkomst van 18 november 2020, zodat zij moet stellen en zo nodig bewijzen dat deze algemene voorwaarden op die overeenkomst van toepassing zijn. Omdat Inbox betwist dat zij eenvoudig kennis heeft kunnen nemen van de algemene voorwaarden draagt Bio Control ook daarvan de stelplicht en bewijslast. Bio Control heeft in dit kader gesteld dat haar algemene voorwaarden wel eenvoudig, via Google en haar website, toegankelijk zijn. Bovendien zijn de algemene voorwaarden aan Inbox verstrekt bij de ondertekening van de overeenkomst in 2019, aldus Bio Control.
3.7.
De kantonrechter stelt het volgende voorop. Voor de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden is voldoende dat de wederpartij ze heeft aanvaard, ook als de wederpartij de inhoud (feitelijk) niet kende. Daarnaast zijn algemene voorwaarden op grond van artikel 6:233 onderdeel b van het Burgerlijk Wetboek (BW) vernietigbaar, als de gebruiker de wederpartij geen redelijke mogelijkheid heeft gegeven om daarvan kennis te nemen. Artikel 6:234 BW bepaalt dat de gebruiker van de algemene voorwaarden de wederpartij de bedoelde mogelijkheid heeft geboden, als de algemene voorwaarden voor of bij het sluiten van de overeenkomst ter hand zijn gesteld (verstrekt). Een redelijke uitleg van artikel 6:234 BW brengt mee dat een partij zich niet op de vernietigbaarheid van de algemene voorwaarden kan beroepen als zij ten tijde van het sluiten van de overeenkomst daarmee bekend was of geacht kon worden daarmee bekend te zijn (de zogenaamde bekendheidsuitzondering).
3.8.
De kantonrechter is van oordeel dat voldoende is komen vast te staan dat Inbox de algemene voorwaarden van Bio Control heeft aanvaard. Immers op de offerte van 18 november 2020 is een verwijzing naar de algemene voorwaarden opgenomen. Omdat niet in geschil is dat mondeling akkoord is gegeven op deze offerte, zijn daarmee ook de algemene voorwaarden aanvaard en zijn deze dus van toepassing op de overeenkomst.
3.9.
Vervolgens is het de vraag of de algemene voorwaarden vernietigbaar zijn. In dit geval doet de bekendheidsuitzondering zich voor. Bio Control heeft namelijk gesteld dat haar algemene voorwaarden in 2019, als onderdeel van de toen gesloten overeenkomst, per e-mail zijn gestuurd naar de werkmail van [naam 1] van Inbox. Dit is niet weersproken door Inbox. Inbox heeft weliswaar aangevoerd dat [naam 1] destijds niet bevoegd was die overeenkomst te tekenen, maar zij erkent dat in 2019 een overeenkomst tot stand is gekomen. Daar is ook feitelijk uitvoering aangegeven. Op basis hiervan wordt vastgesteld dat aan Inbox bij het sluiten van de eerdere overeenkomst in 2019 de algemene voorwaarden van Bio Control zijn verstrekt. Omdat Bio Control heeft gesteld dat de algemene voorwaarden sindsdien niet inhoudelijk zijn gewijzigd en Inbox dit niet voldoende gemotiveerd heeft betwist, wordt Inbox geacht bekend te zijn geweest met de algemene voorwaarden ten tijde van het sluiten van de overeenkomst op 18 november 2020.
3.10.
Het beroep van Inbox op de vernietiging van de algemene voorwaarden slaagt dus niet. Dit betekent dat de algemene voorwaarden van Bio Control onverkort van toepassing zijn op de overeenkomst van 18 november 2020.
Inbox moet de facturen tot en met 18 november 2022 betalen
3.11.
Nu is vastgesteld dat partijen op 18 november 2020 een overeenkomst hebben gesloten en daarop de algemene voorwaarden van Bio Control van toepassing zijn, wordt toegekomen aan de kern van de vordering van Bio Control; moet Inbox de gevorderde facturen van januari 2022 tot en met november 2023 betalen?
3.12.
Bio Control heeft aangevoerd dat Inbox in januari 2022 is opgehouden te betalen, terwijl zij op basis van de overeenkomst gehouden was maandelijkse termijnen te betalen. De overeenkomst is in november 2022 stilzwijgend voor een jaar verlengd op grond van de algemene voorwaarden. Op grond van diezelfde algemene voorwaarden heeft Bio Control in januari 2023 de overeenkomst ontbonden, waarbij Inbox de rest van de termijnen tot en met november 2023 verschuldigd bleef.
3.13.
Dit standpunt van Bio Control wordt niet gevolgd, omdat de uitkomst daarvan naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn. Daarvoor zijn de volgende omstandigheden relevant. Tussen partijen is niet in geschil dat Bio Control in elk geval na augustus 2022 geen werkzaamheden meer ten behoeve van Inbox heeft verricht. Bovendien heeft Inbox in april 2022 al aangegeven het contract te willen downgraden. Toch heeft Bio Control de overeenkomst per november 2022 stilzwijgend verlengd met een jaar. Daarnaast zou de overeenkomst, als Bio Control toepassing had gegeven aan artikel 19 lid 10 van haar algemene voorwaarden (zie onder 1.3), per april 2022 zijn geëindigd. Gezien deze omstandigheden is het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar als Inbox de facturen tot en met november 2023 zou moeten betalen. De kantonrechter matigt de betalingsverplichting daarom in zoverre dat Inbox aan Bio Control de maandelijkse bijdrage tot en met november 2022 moet betalen.
3.14.
De conclusie is dat Inbox de gevorderde facturen voor abonnementsgelden moet betalen van januari 2022 tot en met november 2022. Het gaat dus om elf maanden van € 364,55 per maand. Het totaal te betalen bedrag is dan € 4.010,05. De daarover gevorderde wettelijke handelsrente wordt toegewezen vanaf de vervaldata van de afzonderlijke facturen.
Geen schadevergoeding voor de lokaasdepots
3.15.
De vordering van Bio Control tot betaling van vervangende schadevergoeding voor de 116 lokaasdepots wordt afgewezen. Voor toewijzing van een vordering tot vervangende schadevergoeding is vereist dat sprake is van een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst. In dit geval heeft Inbox betwist dat sprake is van een tekortkoming in de nakoming. Zij heeft erop gewezen dat de lokaasdepots bij haar staan en dat Bio Control deze gewoon kan ophalen. Gelet op deze betwisting heeft Bio Control onvoldoende onderbouwd dat sprake is van een tekortkoming. Artikel 6 lid 1 van de algemene voorwaarden bepaalt alleen dat het eigendom van de lokaasdepots bij Bio Control blijft. Dat wordt ook niet betwist door Inbox. Genoemde bepaling houdt echter geen verplichting in voor Inbox om de lokaasdepots terug te brengen naar Bio Control. De kantonrechter gaat ervan uit dat partijen er in goed overleg voor zorgen dat de lokaasdepots terug gaan naar Bio Control.
Conclusie in conventie
3.16.
Gezien het voorgaande wordt de vordering van Bio Control aan hoofdsom toegewezen tot € 4.010,05. De rest van de gevorderde hoofdsom wordt afgewezen.
Buitengerechtelijke incassokosten
3.17.
Bio Control maakt aanspraak op € 886,75 aan buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter stelt vast dat het Besluit vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten van toepassing is. Bio Control heeft met de brief van 8 maart 2023 voldoende gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. De stelling van Inbox dat Bio Control verzuimd heeft haar van onderbouwing van de vordering te voorzien, doet daar niet aan af. De buitengerechtelijke kosten worden toegewezen tot het wettelijke tarief dat aansluit bij de toegewezen hoofdsom, te weten € 526,00. De wettelijke rente hierover zal worden toegewezen op de wijze zoals hierna onder de beslissing is vermeld.
Proceskosten in conventie
3.18.
Omdat Inbox gedeeltelijk ongelijk krijgt en Bio Control een procedure bij de rechtbank heeft moeten starten om de toegewezen facturen voldaan te krijgen, wordt Inbox veroordeeld in de proceskosten van Bio Control.
Deze worden aan de zijde van Bio Control, op basis van de toegewezen hoofdsom, begroot op
- explootkosten € 106,73
- griffierecht € 1.384,00
- salaris gemachtigde
€ 528,00(= € 264,00 × 2 punten)
Totaal € 2.018,73
De daarover gevorderde wettelijke rente zal als onweersproken worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing is vermeld.
3.19.
Daarnaast wordt Inbox veroordeeld in de nakosten. Dit zijn kosten die standaard worden toegewezen aan de partij die (grotendeels) in het gelijk is gesteld (in dit geval Bio Control), als vergoeding voor advocaatkosten en eventuele betekeningskosten die ontstaan na het wijzen van dit vonnis. Onder de beslissing staat om welke bedragen het gaat.
Proceskosten in reconventie
3.20.
Inbox wordt als de in het ongelijk gestelde partij ook veroordeeld in de proceskosten in reconventie. Deze kosten worden aan de zijde van Bio Control begroot op nihil omdat er geen conclusie van antwoord in reconventie is geweest en die vordering op de zitting is besproken.
BESLISSING
De kantonrechter:
in conventie
I. veroordeelt Inbox om aan Bio Control te betalen een bedrag van € 4.010,05, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in 6:119a BW, vanaf de respectievelijke vervaldata van de hiervoor onder 3.19 toegewezen facturen tot de dag van volledige betaling,
II. veroordeelt Inbox om aan Bio Control te betalen een bedrag van € 526,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf veertien dagen na betekening van dit vonnis,
III. veroordeelt Inbox in de proceskosten, aan de zijde van Bio Control tot op heden begroot op € 2.018,73, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf veertien dagen na betekening van dit vonnis,
IV. veroordeelt Inbox in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 132 aan salaris gemachtigde, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat Inbox niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
V. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
VI. wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
VII. wijst het gevorderde af,
VIII. veroordeelt Inbox in de proceskosten van Bio Control, tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Huber, kantonrechter, bijgestaan door mr. P. Palanciyan, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 20 oktober 2023.
De griffier De kantonrechter