3.3.Oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van het in zaak A onder 1 tenlastegelegde:
Urban Arrow (framenummer [framenummer 1] )
[aangever 1] heeft aangifte gedaan van diefstal van zijn bakfiets, merk Urban Arrow, framenummer [framenummer 1] . Deze bakfiets is tussen 11 april 2023 te 23:00 uur en 12 april 2023 te 13:30 uur weggenomen vanaf [straatnaam 4] te Amsterdam.
De gestolen Urban Arrow bakfiets werd op 12 april 2023 aangetroffen in een parkeergarage gelegen aan [straatnaam 2] te Amsterdam.
De in de parkeergarage aangetroffen bakfiets Urban Arrow met framenummer [framenummer 1] is op 13 april 2023 aan aangever teruggegeven.
Op camerabeelden van deze parkeergarage is te zien dat op 12 april 2023 rond 04:04 uur een persoon op de Urban Arrow bakfiets aan komt fietsen en deze in de parkeergarage tussen de daar geparkeerde auto’s neerzet. Vervolgens verlaat deze persoon de parkeergarage weer.
Twee verbalisanten, te weten [verbalisant 2] en [verbalisant 1] , hebben op de camerabeelden verdachte [verdachte] herkend als de persoon die de Urban Arrow bakfiets in de parkeergarage heeft neergezet.
Beide verbalisanten hebben in hun proces-verbaal van herkenning stills opgenomen, waarop volgens hen verdachte is te zien. In het digitale dossier, dat een ingescande versie van het papieren dossier betreft, is de kwaliteit van deze stills van een middelmatige kwaliteit, maar er zijn wel gezichtskenmerken van de betreffende persoon waarneembaar, terwijl ook de kleding goed in beeld is. Met betrekking tot het in zaak A onder 2 tenlastegelegde zijn camerabeelden, opgenomen met dezelfde camera van de parkeergarage [straatnaam 2] , aan het dossier toegevoegd. Deze beelden dateren eveneens van 12 april 2023, echter nu rond 19:40 uur. De rechtbank constateert dat deze beelden van een bijzonder goede kwaliteit zijn en dat op deze beelden veel details zijn waar te nemen. De rechtbank gaat er dan ook vanuit dat de camerabeelden op basis waarvan de herkenningen hebben plaatsgevonden helderder en gedetailleerder zijn dan de stills in het digitale dossier. De beelden zijn dan ook in beginsel geschikt om een herkenning op te kunnen baseren. Anders dan de raadsvrouw leest de rechtbank de processen-verbaal van herkenning zo dat beide verbalisanten ook de bewegende beelden en niet alleen stills hebben gezien, hetgeen de betrouwbaarheid van de herkenningen ten goede komt.
Van belang is hoe goed de herkenner de verdachte kent. Hoe beter men de verdachte (visueel) kent, hoe minder visuele informatie nodig is voor een betrouwbare herkenning. Daarbij geldt dat de visuele kennis waardevoller is als deze is ontstaan uit ontmoetingen in levende lijve dan wanneer deze van een foto of andere beelden afkomstig is. Beide verbalisanten kennen verdachte goed en hebben hem meermalen in persoon ontmoet.
Anders dan de verdediging acht de rechtbank deze herkenningen dan ook valide en bruikbaar voor het bewijs.
De rechtbank acht bewezen dat verdachte degene is geweest die op 12 april 2023 de gestolen Urban Arrow bakfiets voorhanden heeft gehad. Verdachte heeft midden in de nacht in een parkeergarage waartoe hij geen legitieme toegang had een kort daarvoor gestolen bakfiets geplaatst. Verdachte heeft hierover geen verklaring afgelegd. Onder deze omstandigheden moet verdachte tenminste bewust de aanmerkelijke kans hebben aanvaard dat deze bakfiets van diefstal afkomstig was. De rechtbank acht daarom opzetheling bewezen.
Vrijspraak Seat Ibiza (kenteken [kenteken 3] ).
Aangever [aangever 2] had op 14 april 2023 zijn Seat Ibiza met kenteken [kenteken 3] via [autoverhuurder] verhuurd aan [persoon 1] . In deze auto zat een gps-tracker. [persoon 1] berichtte [aangever 2] in de avond van 14 april 2023 dat de sleutel van de auto uit zijn broekzak was verdwenen en dat de auto weg was. Met behulp van de gps-tracker werd de auto op 15 april 2023 aangetroffen op [straatnaam 5] te Badhoevedorp. Op de auto bleken andere kentekenplaten met kentekennummer [kenteken 4] te zijn bevestigd. Deze kentekenplaten stonden op naam van verdachte [verdachte] en hadden ophoogcode 1. In het dashboardkastje lag een kentekenbewijs en een tenaamstelling, eveneens op naam van verdachte [verdachte] . [persoon 1] kon in verband met zijn psychische toestand niet uitgebreid worden gehoord.
Verdachte heeft verklaard dat hij er op 15 april 2023 achter kwam dat de nummerplaten van zijn eigen Seat Ibiza met kenteken [kenteken 4] waren verwijderd en dat zijn kentekenbewijs uit de auto was gestolen. Hij zou vervolgens een vriend hebben gevraagd om nieuwe kentekenplaten voor hem aan te vragen. Hij zou slechts één keer nieuwe nummerplaten voor deze auto hebben aangevraagd. Dit lijkt niet te stroken met informatie van de RDW (Dienst Wegverkeer). Volgens deze dienst zijn op 14 april 2023 voor de Seat Ibiza van verdachte kentekenplaten met ophoogcode 1 en op 22 april 2023 kentekenplaten met ophoogcode 2 uitgegeven. Bij de politie is geen aangifte bekend betreffende de diefstal van de kentekenplaten en het kentekenbewijs van verdachte.
De rechtbank constateert dat het dossier veel vragen met betrekking tot de weggenomen Seat Ibiza onbeantwoord laat. Hoewel de door verdachte afgelegde verklaring op onderdelen ongeloofwaardig is en in strijd met de waarheid lijkt te zijn, kan niet met voldoende zekerheid worden vastgesteld dat verdachte op enig moment daadwerkelijk beschikkingsmacht over de gestolen Seat Ibiza heeft gehad. Het bewijs daartoe is ontoereikend. De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken van de ten laste gelegde heling van de Seat Ibiza.
Urban Arrow (framenummer [framenummer 2] )
[aangever 3] heeft aangifte gedaan van diefstal van zijn bakfiets merk Urban Arrow, framenummer [framenummer 2] . Deze bakfiets is in de nacht van 21 april 2023 weggenomen vanaf [straatnaam 6] te Amsterdam.
Op 21 april 2023 rond 16.45 uur bevonden verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] zich in de parkeergarage aan [straatnaam 2] . In de garage stond een rode motor die als gestolen stond geregistreerd. Op deze motor werd plaatsbepalingsapparatuur bevestigd. In de garage stond ook de Urban Arrow bakfiets met framenummer [framenummer 2] , waarvan het slot was opengeslepen. Verbalisant [verbalisant 1] wilde ook op de bakfiets plaatsbepalingsapparatuur bevestigen maar op dat moment kwam een man naar de bakfiets gelopen. Deze man reed vervolgens op de bakfiets de parkeergarage uit. Verbalisanten herkenden deze man als verdachte [verdachte] .
Verbalisant [verbalisant 2] heeft die middag om 17.15 uur waargenomen dat verdachte [verdachte] op de bakfiets bij diens woning aankwam en aldaar de bakfiets achter de woning in de bosjes verstopte.
Verdachte heeft ter terechtzitting erkend dat hij de bakfiets vanuit de parkeergarage naar de bosjes achter zijn woning heeft verplaatst. Hij had ook gezien dat het slot van de bakfiets geforceerd was.
De rechtbank acht bewezen dat verdachte op 21 april 2023 de gestolen Urban Arrow bakfiets voorhanden heeft gehad. Verdachte heeft gezien dat het slot van de bakfiets verbroken was, zodat het voor hem, op het moment dat hij met de bakfiets wegfietste vanuit de parkeergarage, duidelijk moet zijn geweest dat de bakfiets gestolen was. Aldus heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan opzetheling.
Vrijspraak Phat Four
Tegelijkertijd werd in deze bosjes ook een Phat Four met framenummer [framenummer 3] aangetroffen. Deze elektrische fiets is in de nacht van 20 op 21 april 2023 gestolen vanaf [straatnaam 7] te Amsterdam.
Omdat verdachte de gestolen Urban Arrow in de bosjes achter zijn woning heeft verstopt ligt het voor de hand dat verdachte ook de Phat Four daar heeft geplaatst, maar omdat het om een openbare plek gaat kan het ook zijn dat een ander die daar heeft geplaatst. De rechtbank is van oordeel dat het dossier onvoldoende bewijs bevat om met voldoende zekerheid te kunnen vaststellen dat verdachte daadwerkelijk beschikkingsmacht over deze fatbike heeft gehad. De rechtbank acht daarom niet bewezen dat verdachte de gestolen Phat Four voorhanden heeft gehad, zodat verdachte van dit onderdeel van de tenlastelegging zal worden vrijgesproken.
Cortina U1
[aangever 4] heeft aangifte gedaan van diefstal van zijn fiets van het merk en type Cortina U1, met framenummer [framenummer 4] . Deze fiets is tussen 28 mei 2023 en 6 juni 2023 te 14:00 uur weggenomen vanuit een parkeergarage behorende bij een appartementencomplex aan [straatnaam 8] te Amsterdam.
Op 6 juni 2023 werd in de boxruimte behorende bij de woning [adres 1] te [woonplaats] , de woning van verdachte, deze Cortina U1 fiets aangetroffen. Het hoefijzerslot van de fiets was doorgeslepen.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij de fiets naar zijn woning heeft meegenomen en in de boxruimte heeft geplaatst. Hij had gezien dat het hoefijzerslot open was, terwijl er geen sleutel in het slot zat.
Gezien deze omstandigheden acht de rechtbank bewezen dat verdachte de Cortina U1 fiets op 6 juni 2023 voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen wist dat deze fiets van diefstal afkomstig was. Aldus heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan opzetheling.
BMW R1200 (motor)(chassisnummer [chassisnummer 1] )
Ducati Monster (motor)(chassisnummer [chassisnummer 2] )
BMW 169 (motor)(chassisnummer [chassisnummer 3] )
[aangever 5] heeft aangifte gedaan van diefstal van zijn motor, een BMW R1200 GS Adventure met kenteken [kenteken 5] en
chassisnummer [chassisnummer 1]. Deze motor is op 20 maart 2023 of 21 maart 2023 weggenomen vanaf [straatnaam 9] te Amsterdam.
[aangever 6] heeft aangifte gedaan van diefstal van een motor, een Ducati, type Monster 1100 met kenteken [kenteken 6] en chassisnummer [chassisnummer 2] .
Deze motor is tussen 25 november 2022 en 3 maart 2023 weggenomen uit de parkeergarage van het World Fashion Centre te Amsterdam.
[aangever 7] heeft aangifte gedaan van diefstal van zijn motor, een BMW 169, met kenteken [kenteken 7] en chassisnummer [chassisnummer 3] . Deze motor is tussen 1 februari 2023 en 9 februari 2023 weggenomen vanaf het voetpad van [straatnaam 10] te Amsterdam.
Op 13 juni 2023 werden in een door verdachte [verdachte] gehuurde opslagruimte bij [verhuurder opslagruimte] in Amsterdam de drie gestolen motoren aangetroffen.
Verdachte huurde deze opslagruimte vanaf 17 oktober 2022. De code van de opslagruimte is op een gegeven moment door [verhuurder opslagruimte] geblokkeerd omdat verdachte de huur voor de opslagruimte niet had betaald.
Uit de door [verhuurder opslagruimte] verstrekte loggegevens blijkt dat de opslagruimte tot en met 26 april 2023 veelvuldig is bezocht en daarna niet meer, met uitzondering van één gelogde toegang tot de box op 9 juni 2023. De rechtbank stelt vast dat de toegangscode tot de opslagruimte kennelijk op 26 april 2023 of kort daarna is geblokkeerd.
In de opslagruimte is een postpakket geadresseerd aan verdachte aantroffen, met een pakbon van 20 maart 2023. Op deze pakbon is vermeld dat het pakket op 22 maart 2023 zou worden afgeleverd op het woonadres van verdachte. Er kan daarom vanuit worden gegaan dat verdachte in ieder geval ook na 20 maart 2023 zelf in de opslagruimte is geweest. Een medewerker van [verhuurder opslagruimte] heeft verklaard dat verdachte en [persoon 2] vaak bij [verhuurder opslagruimte] aanwezig waren. Nadat de code niet meer geldig was heeft [persoon 2] zelf een box gehuurd. Ook in deze box zijn goederen van verdachte aangetroffen. De rechtbank neemt als vaststaand aan dat verdachte tot het moment dat de toegangscode werd geblokkeerd zelf van de door hem gehuurde opslagruimte gebruik heeft gemaakt en dus op de hoogte was van de goederen die in deze opslagruimte aanwezig waren en daar ook beschikkingsmacht over had.
De rechtbank gaat er vanuit dat de gestolen motoren in de opslagruimte zijn gezet voor het moment dat de toegangscode was geblokkeerd. Daarna hadden verdachte en zijn vrienden immers geen toegang meer tot die opslagruimte.
Tijdens zijn verhoor bij de politie op 4 juli 2023 is verdachte voorgehouden dat er drie gestolen motoren in zijn box waren aangetroffen. Verdachte heeft hierop geantwoord “Was van een tijdje geleden. Ik was er al maanden niet geweest”. Wanneer hem wordt voorgehouden om welke specifieke motoren het gaat, zegt hij dat het hem niets zegt. De rechtbank ziet in deze verklaring van verdachte bij de politie niettemin een bevestiging dat hij wel degelijk op de hoogte was van de aanwezigheid van drie gestolen motoren in de opslagruimte. Dat de motoren mogelijk nog op 9 juni 2023 in de opslagruimte zijn geplaatst, zoals door de verdediging is betoogd, acht de rechtbank dan ook onaannemelijk.
De rechtbank acht bewezen dat verdachte de drie gestolen motoren op 13 juni 2023 voorhanden heeft gehad, terwijl hij bij het voorhanden krijgen van deze motoren – op enig moment in de periode tussen de diefstal van de motoren en het blokkeren van de toegangscode van de opslagruimte – wist dat deze motoren van diefstal afkomstig waren. Aldus heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan opzetheling.
Ten aanzien van het in zaak A onder 2 tenlastegelegde:
BMW F650 GS motor (kenteken [kenteken 1] )
[aangever 8] heeft aangifte gedaan van diefstal van zijn motor, een rode BMW type F650 GS, met kenteken [kenteken 1] . Deze motor is in de periode tussen 12 april 2023 en 17 april 2023 weggenomen uit een parkeergarage van het appartementencomplex waar hij woonachtig is aan [straatnaam 1] te Amsterdam.
Op camerabeelden van deze parkeergarage is te zien dat de motor in de vroege ochtend van 12 april 2023 wordt weggenomen. Korte tijd later is op camerabeelden van de nabijgelegen parkeergarage aan [straatnaam 2] te Amsterdam te zien dat dezelfde man de motor in de garage plaatst en vervolgens de parkeergarage verlaat.
Verdachte heeft ter terechtzitting bekend dat hij degene is geweest die de motor heeft gestolen. De rechtbank acht het feit bewezen, met dien verstande dat verdachte de diefstal alleen en niet samen met een ander of anderen heeft gepleegd.
Ten aanzien van het in zaak A onder 3 tenlastegelegde:
BMW F800 GS motor (kenteken [kenteken 2] )
[aangever 9] heeft aangifte gedaan van diefstal van zijn motor, een BMW F800 GS met kenteken [kenteken 2] . Deze motor is tussen 17 april 2023 te 20:45 uur en 18 april 2023 te 09:15 uur weggenomen vanaf de binnenplaats van het appartementencomplex aan [straatnaam 11] te Amsterdam. De motor stond op het stuurslot en was tevens afgesloten met een kettingslot door het voorwiel.
Op camerabeelden van de parkeergarage aan [straatnaam 11] is te zien dat op 18 april 2023 om 04:12 uur twee personen de parkeergarage inlopen en enkele minuten later de parkeergarage weer uitrennen. Om 5:02 uur lopen ze weer de garage in. Anderhalve minuut later komen ze naar buiten, waarbij te zien is dat één van de mannen een kettingslot in zijn handen heeft.
Om 05:05 uur lopen de mannen opnieuw de garage binnen. Twee minuten later lopen ze weer naar buiten, waarbij één van hen (NN1) een grijze motor van het merk BMW naar buiten duwt. De andere man (NN2) heeft een motorhoes vast. De mannen lopen vervolgens in de richting van de Schipluidenlaan.
Op camerabeelden van de nabijgelegen parkeergarage aan [straatnaam 2] is om 05:09 uur te zien dat NN1 met de grijze motor bij de toegangsdeur van de garage in beeld komt en dat NN2 met de motorhoes achter hem loopt.
Op andere beelden in de parkeergarage, enkele minuten later, is te zien dat de beide mannen de motor tussen de aldaar geparkeerde voertuigen plaatsen en dat zij vervolgens uit beeld verdwijnen.
Verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] hebben na het zien van de beelden NN1 herkend als verdachte [verdachte] .
Anders dan de verdediging acht de rechtbank deze herkenningen valide en bruikbaar voor het bewijs. De rechtbank verwijst in dit verband naar hetgeen zij hiervoor, onder het kopje
Urban Arrow (framenummer [framenummer 1] ),heeft overwogen, in het bijzonder waar het betreft de kwaliteit van de camerabeelden in de parkeergarage van [straatnaam 2] . De met deze camera opgenomen beelden zijn van een zeer goede kwaliteit en daarom in beginsel geschikt om een herkenning op te baseren. Hoewel de tekst van de betreffende processen-verbaal van herkenning niet uitblinkt in helderheid en ruimte laat voor interpretatie, leest de rechtbank het zo dat beide verbalisanten niet alleen de stills van de camerabeelden maar ook de bewegende camerabeelden hebben bekeken en dat hun herkenningen mede daarop zijn gebaseerd. Dat verbalisant [verbalisant 2] de bewegende beelden heeft gezien is evident nu hij immers het proces-verbaal van onderzoek camerabeelden van 18 april 2023 betreffende de camerabeelden van de parkeergarage aan [straatnaam 2] (blz. 141) heeft opgemaakt.
De camerabeelden van de parkeergarage aan [straatnaam 11] zijn van beduidend slechtere kwaliteit. Vastgesteld kan echter worden dat de mannen die de grijze motor uit de parkeergarage aan [straatnaam 11] naar buiten hebben gebracht, dezelfde mannen zijn als de mannen die de grijze motor enkele minuten later in de nabijgelegen parkeergarage aan [straatnaam 2] hebben geplaatst. De signalementen komen overeen, terwijl de tijdspanne tussen beide momenten redelijkerwijs geen ander scenario toelaat. De rechtbank acht dan ook bewezen dat verdachte, samen met een ander, op 18 april 2023 de BMW F800 GS heeft gestolen, waarbij zij het kettingslot en het stuurslot van deze motor hebben geforceerd.
Ten aanzien van het in zaak B tenlastegelegde:
(lok)bakfiets
Verbalisant [verbalisant 4] heeft namens de politie aangifte gedaan van diefstal van een lokbakfiets van het merk Urban Arrow. De bakfiets stond deugdelijk afgesloten op [straatnaam 3] te Amsterdam.
De lokbakfiets was voorzien van een tracker.
Op 4 juli 2023 omstreeks 04:25 uur kwam er een melding dat de lokfiets in beweging was. Verbalisant [verbalisant 3] zag rond 04:33 uur de bakfiets met daarop een persoon rijden op de Laan van Hesperiden. De persoon op de bakfiets was in het zwart gekleed en had een capuchon op. Hij fietste over de fietsbrug in de richting van het Piet Kranenbergpad. Een andere eenheid zag dat de bakfiets richting het Olympic hotel bewoog. Bij het Olympic hotel zag verbalisant [verbalisant 3] de bakfiets op de grond liggen, midden op het fietspad. Ongeveer 20 meter van de bakfiets vandaan, bij een opening in de heg, stond een man die overeenkwam met de persoon die op de gestolen bakfiets reed. Dit bleek verdachte te zijn. Verdachte is om 4.35 uur aangehouden. Afgezien van andere politie-eenheden waren er geen andere personen in de buurt. In de opening van de heg waar verdachte stond, lag een rugtas met daarin een slotentrekker, een slijptol en een fietsaccu.
Een bewoner in [straatnaam 3] heeft op camerabeelden van een in deze straat aanwezige parkeergarage gezien dat op 4 juli 2023 vanaf 04:22 uur een volledig in het zwart geklede persoon met een bakfiets de parkeergarage is ingelopen, waarbij hij het achterwiel optilde. Nadat deze persoon aan de fiets had gerommeld verliet hij rond 04:29 uur met de bakfiets de parkeergarage.
Verbalisant [verbalisant 5] heeft geconstateerd dat de persoon op de camerabeelden dezelfde kleding droeg als verdachte bij zijn aanhouding. Ook de rugtas van het merk The North Face lijkt dezelfde te zijn.
De rechtbank is van oordeel dat op basis van de bewijsmiddelen er geen twijfel over kan bestaan dat verdachte degene is geweest die de lokbakfiets in de parkeergarage in [straatnaam 3] heeft geplaatst, aldaar het slot van de bakfiets heeft verbroken en vervolgens op de gestolen bakfiets is weggereden. De verklaring van verdachte dat hij toevallig op dat moment ter plaatse was, acht de rechtbank in het licht van de bewijsmiddelen ongeloofwaardig.
De rechtbank acht aldus het feit bewezen.