Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Amtsgericht Bamberg(Duitsland) (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
Amtsgericht Bambergvan 12 juni 2023 met referentie
1 Gs 1475/23.
4.Genoegzaamheid
Bayerisches Landeskriminalamtvan 23 augustus 2023 is bovendien vermeld dat de opgeëiste persoon samen met een ander ‘het topniveau van de bende’ vormt. Voor zover het verweer erop neerkomt dat de feitsomschrijving ontoereikend zou zijn om te kunnen bepalen welke lidstaat rechtsmacht heeft, overweegt de rechtbank dat dit geen vereiste is als bedoeld in artikel 2 OLW.
5.Strafbaarheid: feit vermeld op bijlage 1 bij de OLW
6.De garantie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, OLW
7.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 13 OLW
Bayerisches Landeskriminalamtvan 23 augustus 2023 blijkt dat de opgeëiste persoon in Nederland de overdracht van drugs aan koeriers voor zijn rekening genomen zou hebben. Het is daarom niet vanzelfsprekend dat het dossier zich in Duitsland bevindt. Het is de vraag door wie de opgeëiste persoon in Nederland is geobserveerd en of er bijvoorbeeld sprake is geweest van een
Joint Investigation Teamof parallelle opsporing.
8.Slotsom
9.Toepasselijke wetsbepalingen
10.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan het
Amtsgericht Bamberg(Duitsland) voor het feit zoals dat is omschreven in onderdeel e) van het EAB.