Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- het procesdossier (inhoudende: de dagvaarding van 17 september 2021, met producties, en het verstekvonnis van 27 oktober 2021) in de zaak C/13/707578 / HA ZA 21-847,
- de verzetdagvaarding van 23 maart 2022, met producties,
- het tussenvonnis van 20 april 2022 waarin een mondelinge behandeling is gelast,
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 11 mei 2022, waar een getuige is gehoord en [eiseres] mondeling is opgedragen verder bewijs te leveren,
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 28 juni 2022,
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 7 september 2022,
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 12 december 2022,
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 8 mei 2023,
- de conclusie na enquête zijdens [eiseres] ,
- de conclusie van antwoord na enquête zijdens [gedaagde] .
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
“(…) het aan [gedaagde] geleende geld voor 40.000 euro afkomstig was van haar mans broers en zussen en voor 20.000 euro bestemd als crematiegeld voor haar moeder.”.