Op 11 oktober 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). Het EAB, uitgevaardigd door de regionale rechtbank in Kielce, Polen, op 22 september 2022, verzocht om de aanhouding en overlevering van de opgeëiste persoon, geboren in 1982 in Polen. De behandeling van het EAB vond plaats op 27 september 2023, waarbij de opgeëiste persoon aanwezig was, bijgestaan door zijn raadsman, mr. A.M.J. Joris, en een tolk in de Poolse taal. De rechtbank heeft de termijn voor de uitspraak met 30 dagen verlengd.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de opgeëiste persoon de juiste persoonsgegevens heeft verstrekt en de Poolse nationaliteit bezit. De raadsman heeft aangevoerd dat er geen weigeringsgronden zijn en heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Het EAB vermeldt een vonnis van de lokale rechtbank in Staszów van 9 augustus 2019, waarbij de opgeëiste persoon een vrijheidsstraf van 6 maanden is opgelegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW) en dat er geen weigeringsgronden zijn die aan de overlevering in de weg staan.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat de overlevering kan worden toegestaan, aangezien het feit waarvoor de overlevering wordt verzocht, ook naar Nederlands recht strafbaar is. De rechtbank heeft de overlevering van de opgeëiste persoon aan Polen toegestaan, conform de bepalingen van de OLW. Deze uitspraak is gedaan door de voorzitter en twee rechters in aanwezigheid van griffiers en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open, zoals bepaald in artikel 29, tweede lid, OLW.