ECLI:NL:RBAMS:2023:6365

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
4 oktober 2023
Publicatiedatum
12 oktober 2023
Zaaknummer
23-008474
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Rekestprocedure
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing klaagschrift ex artikel 552a Sv inzake inbeslaggenomen goederen in een witwaszaak

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 4 oktober 2023 uitspraak gedaan in een klaagschrift van klager, die verdacht wordt van witwassen van meerdere auto’s en grote geldbedragen. Het klaagschrift betreft de teruggave van in beslag genomen goederen, waaronder een Porsche, een Volkswagen, een laptop, twee telefoons, een edentifier en een geldbedrag van € 62.235,-. De rechtbank heeft de verschillende verzoeken van klager beoordeeld. Ten aanzien van de Volkswagen oordeelde de rechtbank dat deze niet op naam van klager staat, maar op naam van zijn zoon, en verklaarde het klaagschrift ongegrond. Voor de laptop en de edentifier werd klager niet-ontvankelijk verklaard, omdat deze goederen al aan hem waren teruggegeven. Wat betreft de Porsche, de telefoons en het geldbedrag oordeelde de rechtbank dat het niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter deze goederen later zal verbeurd verklaren. Daarom verzet het strafvorderlijk belang zich tegen opheffing van het beslag, en werd het beklag ongegrond verklaard. De rechtbank besloot ook niet te oordelen over andere verzoeken van klager, omdat deze buiten het bestek van de procedure vallen. De beslissing werd genomen door een meervoudige strafkamer, en klager kan binnen veertien dagen beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Team Strafrecht
Parketnummer : 13-195939-22
RK-nummer : 23-008474
datum : 4 oktober 2023
beslissing van de meervoudige strafkamer op het beklag op grond van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:

[klager]

geboren op [geboortedag] 1966 in [geboorteplaats] ,
woonplaats kiezend op het kantoor van mr. H.E. Berman, [adres 1] ),
klager, tevens beslagene.

Feiten

Uit het proces-verbaal van bevindingen doorzoeking locatie [adres 2] van 11 januari 2023 blijkt dat op 10 januari 2023 de volgende goederen in beslag zijn genomen:
  • een laptop met goednummer 6287097 (hierna: de laptop);
  • twee telefoons met goednummers 6287051 en 6287056 (hierna: de telefoons);
  • een geldbedrag van in totaal € 62.235,- (goednummer onbekend) (hierna: het geldbedrag).
Daarnaast is een edentifier (goednummer onbekend) (hierna: de edentifier) in beslag genomen.
Uit het proces-verbaal inbeslagname auto’s van 11 januari 2023 blijkt dat op 10 januari 2023 de volgende goederen in beslag zijn genomen:
  • de auto van het merk Porsche, type Cayenne, met kenteken [kenteken] (hierna: de Porsche) met goednummer 6110892;
  • de auto van het merk Volkswagen Golf met kenteken [kenteken] (hierna: de Volkswagen) met goednummer 6041416.
Alle goederen zijn in beslag genomen in het strafrechtelijk onderzoek tegen klager. Op de zitting van 20 september 2023 heeft de officier van justitie bevestigd dat de goederen op grond van artikel 94 Sv in beslag zijn genomen.

Procedure

Het klaagschrift is op 3 april 2023 ter griffie van deze rechtbank ontvangen.
Op 28 juni 2023 heeft een openbare raadkamerzitting over het klaagschrift plaatsgevonden. Het onderzoek is op deze zitting geschorst voor onbepaalde tijd.
Het Openbaar Ministerie heeft op 20 september 2023 schriftelijk zijn standpunt kenbaar gemaakt.
De rechtbank heeft op 20 september 2023 het klaagschrift in het openbaar behandeld.
De rechtbank heeft klager, zijn raadsvrouw mr. H.E. Berman en de officier van justitie
mr. C. Staal, gehoord.

Beklag

Het klaagschrift strekt tot teruggave van de in beslag genomen goederen, te weten de laptop, de telefoons, de edentifier, een onbepaald geldbedrag, de Porsche en de Volkswagen. Alle aankopen en het geldbedrag zijn door klager te verantwoorden. Klager en zijn vrouw exploiteerden een rijschool ( [naam rijschool] ) en ook heeft klager inkomsten uit de verkoop van vliegtickets. In 2019 heeft klager een geldlening afgesloten van € 15.000,-. De Porsche heeft klager aangeschaft door het inruilen van een oude auto en een bijbetaling. Klager, zijn zoon en zijn dochter hebben allen een geldbedrag ontvangen van € 9.500,- van de heer [persoon 1] ten behoeve van de aanschaf van graafmachines. Klager is de eigenaar van de diverse goederen, dan wel moet deze bewaren en/of besteden conform de aan hem verstrekte opdracht. Klager zal door het voortduren van het beslag onevenredig worden benadeeld. Geen strafvorderlijk belang verzet zich tegen het opheffen van het beslag en daarom wordt verzocht de goederen te retourneren aan klager.
In aanvulling op het klaagschrift heeft de raadsvrouw op de zitting van 28 juni 2023 het volgende aangevoerd. Ten aanzien van de Volkswagen vraagt zij het beslag niet-ontvankelijk te verklaren. Met betrekking tot het geld en de Porsche is klager ontvankelijk nu hij voor de helft eigenaar is.
In aanvulling op het klaagschrift heeft de raadsvrouw op de zitting van 20 september 2023 het volgende aangevoerd. Ten aanzien van de Volkswagen en de telefoons refereert de verdediging zich aan het oordeel van de rechtbank. Ten aanzien van het geldbedrag en de Porsche is voldoende aangetoond dat deze goederen een legale herkomst hebben en dat verbeurdverklaring niet in de rede ligt. De raadsvrouw heeft daarnaast gespecificeerd dat het verzoek tot teruggave ziet op het gehele geldbedrag van € 62.235,-.

Standpunt van het Openbaar Ministerie

Op de zitting van 28 juni 2023 heeft het Openbaar Ministerie zich op het standpunt gesteld dat de laptop en de edentifier terug mogen naar klager. Ten aanzien van de Volkswagen, de Porsche en een deel van het geldbedrag is klager niet-ontvankelijk in zijn beklag.
In zijn schriftelijke standpunt en op de zitting van 20 september 2023 verzet de officier van justitie zich tegen teruggave van de inbeslaggenomen goederen aan de klager en verzoekt het klaagschrift ongegrond te verklaren. De officier van justitie heeft zich daarbij op het standpunt gesteld dat het niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend, verbeurdverklaring van deze goederen zal bevelen. Klager wordt verdacht van witwassen (door underground banking) en het vermoeden bestaat dat de goederen geen rechtmatige herkomst hebben.

De beoordeling

De rechtbank is bevoegd.
Het klaagschrift is tijdig ingediend en klager is ontvankelijk in het klaagschrift.
Bij de beoordeling stelt de rechtbank voorop dat het onderzoek naar aanleiding van een klaagschrift als bedoeld in artikel 552a Sv een summier karakter draagt. Dat betekent dat van de rechtbank niet kan worden gevergd ten gronde in de mogelijke uitkomst van een nog te voeren hoofdzaak te treden.
De rechtbank overweegt over het klaagschrift als volgt:
In geval van een beklag tegen een op grond van artikel 94 Sv gelegd beslag dient de rechtbank eerst te beoordelen of het belang van strafvordering het voortduren van het beslag vordert. Als het strafvorderlijk belang voortduring van het beslag vordert, wordt geen teruggave gelast. Als geen strafvorderlijk belang aan teruggave in de weg staat, vindt teruggave plaats aan de beslagene, tenzij een ander redelijkerwijs als rechthebbende ten aanzien van dat voorwerp moet worden beschouwd.
Het belang van strafvordering verzet zich tegen teruggave als het veiligstellen van de belangen waarvoor artikel 94 Sv de inbeslagneming toelaat, het voortduren van het beslag nodig maakt. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer dat voorwerp kan dienen om de waarheid aan de dag te brengen, -ook in een zaak betreffende een ander dan de klager-, wanneer dat voorwerp kan dienen om wederrechtelijk verkregen voordeel aan te tonen of als niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend, de verbeurdverklaring of de onttrekking aan het verkeer van dat voorwerp zal bevelen.
De rechtbank overweegt ten aanzien van de verschillende goederen met inachtneming van het voorgaande het volgende.
Volkswagen
Uit de stukken is gebleken dat de Volkswagen niet op naam staat van klager, maar op naam van [persoon 2] , een zoon van klager.
De rechtbank is (vooralsnog) van oordeel dat niet klager, maar een ander redelijkerwijs als rechthebbende ten aanzien van de Volkswagen moet worden beschouwd. Het klaagschrift zal ten aanzien van de Volkswagen ongegrond worden verklaard.
Edentifier en laptop
De rechtbank is van oordeel dat klager niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn klacht ten aanzien van de laptop en de edentifier, omdat deze goederen al aan klager zijn teruggegeven. Hierdoor is het belang van klager bij een beslissing ten aanzien van beide goederen komen te vervallen.
Porsche, telefoons en geldbedrag
Uit de stukken en hetgeen op de zitting van 20 september 2023 is besproken, is het volgende gebleken. Klager wordt verdacht van het witwassen van de Porsche, van de andere auto’s en van meerdere geldbedragen waaronder een geldbedrag van € 62.235,-.
Uit het proces-verbaal van bevindingen van 23 juni 2023 blijkt dat noch op de rekening van klager, noch op de rekening van zijn partner [persoon 3] , noch op rekening van [naam rijschool] of [naam bedrijf] , transacties te vinden zijn die de aanschaf van de Porsche zouden verantwoorden. De aanschaf van de Porsche zou in het meest gunstige geval hebben kunnen plaatsvinden door € 3.000,- naast de geldlening van € 15.000 bij te betalen. Anders dan de raadsvrouw, acht de rechtbank dat voldoende in het proces-verbaal toegelicht. Uit de gegevens van de Belastingdienst van zowel klager als zijn partner volgt dat dit bedrag niet op legale wijze ter beschikking zou zijn. [3]
Daarnaast vindt de verbalisant het (vooralsnog) niet aannemelijk dat een deel van het geldbedrag, namelijk € 19.000,- zonder specifiek doel na 460 dagen nog in het bezit zou zijn van verdachte.
De bij de Belastingdienst opgegeven inkomsten uit exploitatie van de rijschool en de historische transactiegegevens van de bankrekening van de rijschool kunnen de aanschaf van de in beslag genomen Porsche of het bezit van het in beslag genomen geldbedrag niet verklaren.
Uit de stukken blijkt dat er op de telefoons chatberichten zijn aangetroffen die mogelijk te maken hebben met de tenlastegelegde feiten in de strafzaak van klager. In de chatberichten wordt onder andere gesproken over grote geldbedragen die gebracht, gehaald, gegeven of betaald moesten worden. Ook gaan chatberichten over vliegtickets die mogelijk met contant geld betaald worden.
Op grond van bovenstaande is de rechtbank van oordeel dat het niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend, de inbeslaggenomen voorwerpen verbeurd zal verklaren of zal onttrekken aan het verkeer. De rechtbank is dan ook van oordeel dat het strafvorderlijk belang zich verzet tegen opheffing van het beslag. Het beklag zal daarom ten aanzien van de Porsche, de telefoons en het geldbedrag ongegrond worden verklaard.
Op de overige in het klaagschrift genoemde verzoeken, namelijk het verzoek tot afgifte van de KVI’s en het dossier beslist de rechtbank niet, omdat die buiten het bestek van deze procedure vallen. Klager is niet-ontvankelijk in deze verzoeken.

De beslissing

De rechtbank:
  • verklaart het beklag ten aanzien van de Volkswagen, de Porsche, de telefoons en het geldbedrag
  • verklaart klager ten aanzien van de edentifier en de laptop
  • verklaart verzoeker
Deze beslissing is gegeven door
mr. N.J. Koene, voorzitter,
mrs. M.A.E. Somsen en M. Nieuwenhuijs, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. F.H. van der Pol, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 4 oktober 2023.
Tegen de beslissing van deze rechtbank staat voor klager beroep in cassatie bij de Hoge Raad open,
in te stellen bij de griffie van deze rechtbank,
binnen veertien (14) dagen na betekening van deze beschikking.

Voetnoten

1.Een proces-verbaal van bevindingen doorzoeking locatie [adres 2] met nummer PL1300-2022156050 van 11 januari 2023, p. ZD01 01 0075 – ZD01 01 0079. Totale geldbedrag blijkt uit het proces-verbaal van relaas ten behoeve van voorgeleiding verdachte [klager] , p. A 005 -A 0020.
2.Een proces-verbaal van bevindingen inbeslagname auto’s met nummer PL 1300:2022156050 van 11 januari 2023, p ZD01 01 0083-ZD01 01 0084.
3.Een proces-verbaal van bevindingen Onderzoek klaagschrift verdachte [klager] met nummer 2022156050 van 23 juni 2023, p. 1-11.