ECLI:NL:RBAMS:2023:6332

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
11 oktober 2023
Publicatiedatum
12 oktober 2023
Zaaknummer
C/13/732467 / HA ZA 23-373
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Auteursrechtinbreuk op dyslexie lettertype door uitgeverij Gottmer

In deze zaak vorderden Dyslexie Font B.V. en de bedenker van het dyslexie lettertype, aangeduid als [eiser 2], dat uitgeverij Gottmer inbreuk maakte op hun auteursrecht door het gebruik van het dyslexie lettertype in de kinderboekenserie 'Blitz!'. De rechtbank Amsterdam heeft op 11 oktober 2023 uitspraak gedaan in deze civiele zaak. De eisers stelden dat Gottmer het dyslexie lettertype zonder toestemming had gebruikt, terwijl Gottmer betwistte dat zij het dyslexie lettertype gebruikte en stelde dat zij een ander lettertype had gebruikt dat vrij van het internet was verkregen.

De rechtbank beoordeelde of het dyslexie lettertype auteursrechtelijke bescherming geniet. Het oordeel was dat het dyslexie lettertype onvoldoende creatieve keuzes vertoonde en derhalve niet als auteursrechtelijk beschermd werk kon worden aangemerkt. De rechtbank concludeerde dat de negen door de eisers genoemde elementen van het lettertype voornamelijk technisch waren en niet voldoende origineel om auteursrechtelijke bescherming te rechtvaardigen. Hierdoor werden alle vorderingen van Dyslexie Font c.s. afgewezen.

De rechtbank veroordeelde Dyslexie Font c.s. in de proceskosten van Gottmer, vastgesteld op € 8.676,00, te vermeerderen met wettelijke rente. De beslissing werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Gottmer het recht had om de kosten te vorderen, zelfs als Dyslexie Font c.s. in beroep zou gaan.

Uitspraak

RECHTBANK Amsterdam

Civiel recht
Zaaknummer: C/13/732467 / HA ZA 23-373
Vonnis van 11 oktober 2023
in de zaak van

1.DYSLEXIEFONT B.V.,

gevestigd te Utrecht,
hierna te noemen: Dyslexiefont B.V.,
2.
[eiser 2],
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen: [eiser 2] ,
eisende partijen,
hierna samen te noemen: Dyslexie Font c.s.,
advocaat: mr. H. Maatjes te Amsterdam,
tegen
GOTTMER UITGEVERSGROEP B.V.,
gevestigd te Haarlem,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Gottmer,
advocaat: mr. I.M.C.A. Reinders Folmer te Amsterdam.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 23 maart 2023,
- de akte overlegging producties van Dyslexie Font c.s. van 19 april 2023,
- de conclusie van antwoord, met producties,
- het tussenvonnis van 26 juli 2023, waarin de mondelinge behandeling is bepaald,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 29 augustus 2023, met de daarin genoemde stukken,
- de brief van mr. De Leeuwe van 4 september 2023 naar aanleiding van het proces-verbaal,
- de brief van mr. Maatjes van 5 september 2023 naar aanleiding van het proces-verbaal.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser 2] heeft in 2008, in het kader zijn afstudeeronderzoek, een ontwerp voor een lettertype vervaardigd gericht op mensen met dyslexie (hierna: het dyslexie font). [eiser 2] heeft dit definitieve ontwerp vanaf 2008 beschikbaar gemaakt om te downloaden via zijn eigen website.
2.2.
In 2013 is Dyslexie Font B.V. opgericht door [eiser 2] en [naam 1] . Voor de exploitatie van het lettertype heeft [eiser 2] een licentie verstrekt aan Dyslexie Font B.V. Via de website van Dyslexie Font B.V. kan online een licentie worden afgenomen om het dyslexie font te gebruiken.
2.3.
Gottmer is een zelfstandige uitgeverij van onder meer kinderboeken. Gottmer geeft de kinderboekenserie ‘Blitz!’ van schrijfster Rian Visser uit. De eerste uitgave van Blitz! was in april 2013 en de meest recente is van 11 november 2022. Er zijn in totaal bij Gottmer acht uitgaven verschenen van Blitz!.
2.4.
Op 17 februari 2023 heeft Dyslexie Font c.s. rechtstreeks contact opgenomen met Gottmer om aan te geven dat Gottmer het dyslexie font gebruikt maar Dyslexie Font c.s. geen uitgeverslicentie in haar systeem kan terugvinden.
2.5.
Gottmer heeft gereageerd en aangegeven dat zij geen gebruik maakt van het dyslexie font maar van een vrij van het internet verkregen lettertype, namelijk ‘Lexia-high-beta’ en ‘Eulexia’.

3.Het geschil

3.1.
Dyslexie Font c.s. vordert om bij vonnis – samengevat – voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. te verklaren voor recht dat Gottmer inbreuk maakt op de intellectuele eigendomsrechten van Dyslexie Font c.s. door haar handelswijze zoals toegelicht in de dagvaarding;
II. te verklaren voor recht dat Gottmer inbreuk maakt op de persoonlijkheidsrecht van [eiser 2] door haar handelswijze zoals toegelicht in de dagvaarding;
III. Gottmer te veroordelen tot vergoeding van de door Dyslexie Font c.s. geleden schade nader op te maken bij staat en de zaak daartoe te verwijzen naar de schadestaatprocedure;
IV. Gottmer op grond van artikel 1019h Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) te veroordelen in de volledige proceskosten en nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
3.2.
Dyslexie Font c.s. legt aan haar vorderingen het volgende ten grondslag. Ten eerste stelt zij dat het lettertype dyslexie font een auteursrechtelijk beschermd werk is omdat [eiser 2] de negen kenmerkende elementen van dit lettertype heeft bedacht, bij het ontwerpen hiervan hij creatieve keuzes heeft gemaakt en de vormgeving van het lettertype niet uitsluitend technisch is bepaald.
Dyslexie Font c.s. stelt vervolgens dat Gottmer inbreuk maakt op dit auteursrecht omdat de kinderboekenserie Blitz!, die zij uitgeeft, is voorzien van een lettertype dat – nagenoeg – identiek is aan het dyslexie font. Alle (negen) onderscheidende kenmerkende elementen, die door [eiser 2] zijn bedacht, waaruit het dyslexie font is opgebouwd, zijn namelijk in het door Gottmer gebruikte lettertype overgenomen. Hierdoor is de totaalindruk tussen beide lettertypes gelijk en is sprake van een auteursrechtinbreuk.
Dyslexie Font c.s. stelt als gevolg van deze auteursrechtinbreuk schade te hebben geleden, bestaande uit misgelopen licentievergoeding. Ook is sprake van schending van de persoonlijkheidsrechten van [eiser 2] omdat het lettertype dyslexie font openbaar is gemaakt, dan wel verveelvoudigd zonder naamsvermelding.
3.3.
Gottmer voert verweer. Gottmer concludeert tot niet-ontvankelijkheid van Dyslexie Font c.s., dan wel tot afwijzing van de vorderingen, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van Dyslexie Font c.s. in de kosten van deze procedure. Gottmer voert hiertoe primair aan dat het dyslexie font geen auteursrechtelijke bescherming toekomt. Subsidiair, indien het dyslexie font wel auteursrechtelijk beschermd is dan is de beschermingsomvang gering. Dyslexie Font c.s. kan zich dan alleen verzetten tegen identieke kopieën. In dit geval verschilt het lettertype dat Gottmer heeft gebruikt in de boeken van Blitz! dusdanig van het dyslexie font dat geen sprake is van auteursrechtinbreuk.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De vraag is of Gottmer inbreuk maakt op een auteursrecht van [eiser 2] met het lettertype wat zij gebruikt in de Blitz! boekenserie. Daarvoor dient eerst te worden vastgesteld of het dyslexie font van [eiser 2] wel een auteursrechtelijk beschermd werk is.
Auteursrechtelijke bescherming
4.2.
Het werk waar het in deze zaak om gaat is ‘het dyslexie font’. Dat bestaat uit het totaal, de verzameling, van alle letters die onder deze benaming zijn ontworpen.
4.3.
Om als auteursrechtelijk werk beschermd te kunnen zijn in de zin van artikel 10 Auteurswet (Aw), moet het voortbrengsel oorspronkelijk zijn, in die zin dat het een eigen intellectuele schepping van de maker is die de persoonlijkheid van de maker weerspiegelt en tot uiting komt door de vrije creatieve keuzes van de maker bij de totstandkoming van het werk. [1] Ook een verzameling of bepaalde selectie van op zichzelf niet beschermde elementen kan een (oorspronkelijk) werk zijn in de zin van de Aw. [2] Daarbuiten valt in elk geval al hetgeen een vorm heeft die zo banaal of triviaal is, dat daarin geen creatieve arbeid van welke aard ook valt aan te wijzen. [3] De keuzes van de maker mogen niet louter een technisch effect dienen of te zeer het resultaat zijn van een door technische uitgangspunten beperkte keuze; de verschillende manieren om een idee uit te voeren zijn dan zodanig beperkt dat het idee samenvalt met de uitdrukking ervan en de auteur onmogelijk uitdrukking kan geven aan zijn creatieve geest en tot een resultaat kan komen dat een eigen intellectuele schepping vormt. [4] Of aan voornoemde maatstaf is voldaan, dient beoordeeld te worden naar de situatie op het moment waarop het voortbrengsel tot stand is gebracht. Voorts geldt dat de enkele omstandigheid dat het werk of bepaalde elementen daarvan, passen binnen een bepaalde mode, stijl of trend niet betekent dat het werk of deze elementen zonder meer onbeschermd zijn. Onderzocht moet worden of de vormgeving van de (combinatie van de) verschillende elementen zodanig is dat aangenomen kan worden dat met het ontwerp door de maker op een voldoende eigen wijze uiting is gegeven aan de vigerende stijl, trend of mode. [5]
4.4.
In beginsel kan een lettertype voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komen als er bij de vormgeving van de letters bepaalde creatieve keuzes worden gemaakt.
4.5.
Dyslexie Font c.s. voert aan dat het dyslexie font een uniek ontwerp kent, waarbij de vormen van de letters die op elkaar lijken op subtiele wijze zijn aangepast, bijvoorbeeld het langer maken van de stokken en staarten van sommige letters. Dyslexie Font c.s. stelt dat het dyslexie font is opgebouwd uit de volgende, unieke elementen:
zwaardere onderkant; het zwaartepunt van de letters ligt laag,
geen letter is gelijk; de vorm van op elkaar lijkende letters is aangepast,
betere spatiëring; de afstand tussen verschillende letters en woorden is vergroot,
langere stokken en staarten; letters met stokken en staarten worden langer gemaakt,
hoofdletters en leestekens zijn vetter gemaakt,
schuinere letters; sommige letters worden schuiner neergezet dan andere letters,
grotere openingen; de openingen van diverse letters zijn vergroot,
verschillende hoogtes; letters die op elkaar lijken, krijgen verschillende hoogtes om deze ieder een eigen karakter mee te geven,
hogere x-hoogte; de hoogte van letters is – vergeleken met de breedte – vergroot.
4.6.
Deze elementen zijn inderdaad in het dyslexie font waarneembaar. Maar Gottmer heeft terecht aangevoerd dat dit algemene elementen zijn waar elk dyslexie lettertype aan voldoet. De elementen zijn technisch bepaald, omdat ze ervoor zorgen dat mensen met dyslexie de tekst beter kunnen lezen. Gottmer heeft dit met de onderzoeken die zij heeft overgelegd voldoende onderbouwd en aangetoond. Dit heeft Dyslexie Font c.s. zelf eigenlijk ook bevestigd doordat Dyslexie Font c.s. stelt dat alle negen hiervoor genoemde elementen er voor zorgen dat letters minder makkelijk worden gespiegeld of verwisseld, waardoor teksten beter leesbaar worden.
Dat en welke creatieve keuzes [eiser 2] heeft gemaakt bij het ontwerp van het dyslexie font is onvoldoende onderbouwd. Dyslexie Font c.s. heeft bijvoorbeeld niet aangevoerd of, waar en waarom bij een bepaalde letter, naast de elementen die nodig zijn voor een betere leesbaarheid, voor een bepaalde ronding, hoek of lengte is gekozen. Met andere woorden, Dyslexie Font c.s. heeft niet gesteld of aangevoerd waarom voor déze vorm van de letters is gekozen, los van de negen (technisch bepaalde) elementen. Het feit dát er een keuzemogelijkheid is, geeft geen doorslag in de vraag of er daadwerkelijk creatieve keuzes zijn gemaakt.
4.7.
Hoewel de overige weren geen bespreking meer behoeven, merkt de rechtbank op dat de beschermingsomvang gering zou zijn als het dyslexie font wel als een auteursrechtelijk beschermd werk zou worden aangemerkt. Het is maar zeer de vraag of Gottmer met het door haar gebruikte lettertype daarop inbreuk maakt.
4.8.
Het bewijsaanbod dat Dyslexie Font c.s. heeft gedaan is onvoldoende concreet, zodat daaraan voorbij zal worden gegaan. Dyslexie Font heeft zich niet beroepen op feiten die, indien bewezen, tot een ander oordeel zouden kunnen leiden.
4.9.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat het dyslexie font geen, althans onvoldoende, blijk geeft van creatieve keuzes omdat de negen hiervoor genoemde elementen louter technisch zijn bepaald. Dit betekent dat het dyslexie font geen auteursrechtelijke bescherming toekomt.
Slotsom en kosten
4.10.
Het bovenstaande leidt tot de conclusie dat alle vorderingen van Dyslexie Font c.s. worden afgewezen.
4.11.
Dyslexie Font c.s. zal daarom hoofdelijk in de proceskosten worden veroordeeld. Gottmer maakt aanspraak op vergoeding van volledige proceskosten op de voet van artikel 1019h Rv.
4.12.
Niet in geschil is dat artikel 1019h Rv in de onderhavige zaak van toepassing is.
Dyslexie Font c.s. stelt dat het tarief voor eenvoudige bodemzaken van toepassing is en Gottmer stelt dat het voor tarief normale bodemprocedure van toepassing is.
Juridisch gezien gaat de zaak over een overzichtelijke auteursrechtinbreuk, waarbij verschillende verweren zijn gevoerd, maar die voor het overige geen ingewikkelde juridische geschilpunten omvat. De zaak kwalificeert daarom als een eenvoudige zaak. De rechtbank sluit daarom aan bij het tarief voor een eenvoudige bodemzaak. Dit betekent dat een maximumtarief van € 8.000,- geldt. De door Gottmer gespecificeerde proceskosten ter hoogte van € 17.342,94 overstijgen dit maximumtarief, zodat deze slechts tot € 8.000 zullen worden toegewezen.
De proceskosten aan de zijde van Gottmer worden daarom als volgt vastgesteld:
- griffierecht
676,00
- salaris advocaat
8.000,00
Totaal
8.676,00
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten zal worden toegewezen als in de beslissing vermeld.
4.13.
De gevorderde veroordeling in de nakosten is toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.
4.14.
De veroordeling wordt (deels) hoofdelijk uitgesproken. Dat betekent dat iedere veroordeelde kan worden gedwongen het hele bedrag te betalen. Als de één (een deel) betaalt, hoeft de ander dat (deel van het) bedrag niet meer te betalen.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst de vorderingen van Dyslexie Font c.s. af,
5.2.
veroordeelt Dyslexie Font c.s. hoofdelijk in de proceskosten, aan de zijde van Gottmer tot dit vonnis vastgesteld op € 8.676,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van deze uitspraak tot de dag van volledige betaling,
5.3.
veroordeelt Dyslexie Font c.s. hoofdelijk in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
- € 173,00 aan salaris advocaat,
- te vermeerderen met € 90,00 aan salaris advocaat en met de explootkosten als Dyslexie Font c.s. niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis hebben voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden,
- en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de nakosten met ingang van de vijftiende dag na betekening van deze uitspraak tot de dag van volledige betaling,
5.4.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.H.J. Konings, rechter, bijgestaan door mr. E.H. van Kolfschooten, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 11 oktober 2023.

Voetnoten

1.HvJEG 16 juli 2009, ECLI:EU:C:2009:465, C-5/08 (Infopaq I) en HvJEU 1 december 2011, ECLI:EU:C:2011:798, C-145/10 ( [partij] )
2.Hoge Raad 22 februari 2013, ECLI:NL:HR:2013:BY1529 (Stokke / H3)
3.Hoge Raad 30 mei 2008, ECLI:NL:HR:2008:BC2153 ( [partij] )
4.Hoge Raad 16 juni 2006, ECLI:NL:HR:2006:AU8940, (Lancôme / Kecofa)
5.Hoge Raad 22 februari 2013, ECLI:NL:HR:2013:BY1529 (Stokke / H3)