Uitspraak
uitspraak van de voorzieningenrechter van 11 oktober 2023 in de zaak tussen
[verzoekers] , uit Amsterdam, verzoekers
het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam, het college
Inleiding
Waar gaat de procedure over?
en
. Het college heeft daarbij overwogen dat dit deel van de [adres 2] opnieuw is ingericht naar een ontwerp met parkeervrije inrichting zonder scheiding tussen de strook langs het water, rijbaan en trottoir. Het wegdeel is eenrichtingsverkeer, uitgezonderd fiets, en dat blijft zo na de herinrichting. Er wordt gewerkt aan een circulatieplan om voornamelijk bestemmingsverkeer over dit deel van de [adres 2] te laten rijden. De [adres 2] is op dit deel nu al relatief verkeersluw. Voor het ontwerp heeft consultatie met de buurt plaatsgevonden door middel van twee bewonersavonden en een digitale enquête waarbij bewoners konden stemmen. Volgens het college weegt het voordeel voor de leefbaarheid en verkeersveiligheid door de aanwijzing als erf zwaarder dan het eventuele nadeel in langere reistijden. Er mag in het vervolg nog maar 15 kilometer per uur gereden worden in plaats van 30 kilometer per uur.
Voor verzoekers is van groot belang dat in de (directe) omgeving van hun woningen te alle tijde een leefbare en toegankelijke woon-, werk-, leef- en parkeeromgeving en een verkeersveilige (parkeer)situatie behouden blijft. Verzoekers menen dat onvoldoende rekening is gehouden met hun belangen en dat het verkeersbesluit tot onevenredig nadelige gevolgen zal leiden in verhouding met de te dienen doelen.
De wijze van participatie is onzorgvuldig geweest. De uitgevoerde enquête is geen representatieve weergave van de voorkeuren van de buurt. In 2019 bestond er evident een grote meerderheid voor het gedeeltelijk behouden van de parkeerplaatsen.
Het verkeersbesluit is in strijd met het gemeentelijk beleid (Beleidskader Puccinimethode, Handboek Rood, Standaard voor het Amsterdamse Straatbeeld, Handboek Groen, Standaard voor het Amsterdamse Straatbeeld en het Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 – 2021). Kort gezegd is de gracht volgens verzoekers te smal om voldoende ruimte te kunnen bieden voor het goed kunnen vormgeven van een erf. Verder zal na de herinrichting nog steeds doorgaand autoverkeer over de gracht rijden.
Verzoekers vrezen verder dat de voorgenomen plantafstand van de nieuwe bomen (10 meter) onvoldoende is.
Het bestreden besluit leidt tot onevenredig nadelige gevolgen voor de verkeersveiligheid en voor de omwonenden wat betreft parkeren en veiligheid. Mogelijke, redelijke alternatieven zijn niet voldoende onderzocht.
Het plan uit 2019 voorzag in een afname van 60 naar 23 autoparkeerplaatsen. Door het opheffen van alle parkeerplaatsen wordt het voor verzoekers vrijwel onmogelijk in de nabije omgeving op acceptabele loopafstand van hun huis te parkeren. Nu geen reële parkeeralternatieven worden geboden, bijvoorbeeld in de nabij gelegen parkeergarages (oa. Nieuwezijds Kolk garage), zal de voorgestane opheffing van alle parkeerplaatsen een onevenredige inbreuk op de (parkeer)rechten van de bewoners tot gevolg hebben, ook voor de bewoners van de omliggende grachten en straten.
Beoordeling door de voorzieningenrechter
Afspraken over de bezwaarfase
“het wegdeel eenrichtingsverkeer is, uitgezonderd fiets, en dat dit zo blijft na de herinrichting”.Dit impliceert dat fietsers in beide richtingen mogen fietsen. Op de zitting bracht het college naar voren dat ook voor fietsers eenrichtingsverkeer zal gelden. Het college heeft toegezegd in de bezwaarfase duidelijkheid te geven over de verplichte rijrichting van bestuurders in het erf, specifiek de fietsers.
Overwegingen ten aanzien van het verkeersbesluit