Beoordeling
6. Hago Zorg stelt - kort samengevat - dat [verweerder] , door zijn re-integratieverplichtingen niet na te komen, verwijtbaar heeft gehandeld dan wel dat daardoor de verhoudingen tussen partijen ernstig zijn verstoord en niet van Hago Zorg kan worden gevergd dat zij de arbeidsovereenkomst voortzet dan wel dat sprake is van andere omstandigheden die daarvoor zorgen. Tot slot beroept Hago Zorg zich op een combinatie van deze gronden.
7. [verweerder] was tijdens de indiening van het verzoekschrift arbeidsongeschikt, zodat in beginsel het opzegverbod tijdens ziekte van artikel 7:670 lid 1 BW geldt. Aangezien Hago Zorg haar verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst baseert op het niet nakomen door [verweerder] van zijn re-integratieverplichtingen en zijn houding en gedrag tijdens de ziekte- en re-integratieperiode houdt het verzoek verband met omstandigheden waarop het opzegverbod betrekking heeft, zodat de uitzondering van artikel 671b lid 6 sub a niet aan de orde is. Dat sprake is van omstandigheden die van dien aard zijn dat de arbeidsovereenkomst in het belang van [verweerder] behoort te eindigen, de uitzondering van sub b, is gesteld noch gebleken.
8. Hago Zorg heeft voldaan aan de in dit verband geldende voorwaarden van artikel 7:671b lid 5 BW, nu zij zowel het loon (meerdere keren) heeft gestaakt en voorts beschikt over een verklaring van een deskundige als bedoeld in artikel 7:629a BW (zie 1.8). Zij is dan ook ontvankelijk in haar verzoek tot ontbinding voor zover gebaseerd op de e-grond.
9. Wanneer komt vast te staan dat [verweerder] zonder deugdelijke grond zijn verplichtingen als bedoeld in artikel 7:660a BW niet is nagekomen, heeft hij verwijtbaar gehandeld en bestaat een redelijke grond voor ontbinding. [verweerder] kan zich in dat geval niet beroepen op het opzegverbod.
10. Niet ter discussie staat dat [verweerder] onvoldoende gevolg heeft gegeven aan de door Hago Zorg en de bedrijfsarts gegeven redelijke voorschriften, dat hij niet voldoende heeft meegewerkt aan door hen getroffen maatregelen en dat hij regelmatig de passende arbeid niet heeft verricht waartoe Hago Zorg hem in de gelegenheid heeft gesteld.
11. De vraag is of voor dat (ernstig) verzaken van zijn re-integratieverplichtingen een deugdelijk grond was, zoals [verweerder] aanvoert. Volgens [verweerder] is zijn alcoholverslaving dermate ernstig dat hij niet meer op normaal niveau kan functioneren. Elke dag staat bij hem in het teken van zijn verslaving, met steeds slechter cognitief functioneren tot gevolg. Hij begrijpt steeds minder en kan steeds slechter inschatten en beoordelen wat van hem als zieke werknemer wordt verwacht. Het telkens afzeggen en niet nakomen van afspraken maakt volgens [verweerder] deel uit van de gebruikelijke symptomen van een ernstige verslaving.
12. In de enige door Hago Zorg in het geding gebrachte verslagen van haar bedrijfsarts (van 20 maart 2023 en 26 juni 2023) is slechts summier en in algemene bewoordingen en termen uiteengezet wat de belastbaarheid is van [verweerder] . In het verslag van maart 2023, dus ruim een jaar na de ziekmelding, heeft de bedrijfsarts nog geschreven dat hem de oorzaak voor het verzuim van [verweerder] niet duidelijk was en dat hij medische informatie zou opvragen om een beter beeld van de belastbaarheid en prognose te krijgen. In juni 2023 vermeldt de bedrijfsarts dat [verweerder] ‘herstellende is van een medische situatie’ en ‘behandeling heeft’ en dat ‘de prognose redelijk gunstig lijkt’. Het gaat er in deze niet om dat de bedrijfsarts zijn medische diagnose met de werkgever had moeten delen, omdat dat immers niet zomaar kan en mag, maar wel moeite moet doen om de juiste diagnose te stellen, door door te vragen, zich te verdiepen in de kwestie en zo nodig medische gegevens bij behandelaars op te vragen. Uit de verslagen is niet op te maken dat de bedrijfsarts dat heeft gedaan en dat hij bij de klachten en symptomen van [verweerder] voor ogen heeft gehad dat hij een (ernstige) alcoholverslaving had, met alle gevolgen (en beperkingen) van dien. Dat blijkt evenmin uit andere stukken die Hago Zorg heeft overgelegd, waaronder de verklaring van de bedrijfsarts van Hago Zorg van
11 september 2023, die is afgelegd na bestudering van het medisch dossier van [verweerder] . De bedrijfsarts verklaart slechts, zonder verdere toelichting, dat hij bekend was met de kern van het dossier en dat hij bij zijn eerdere oordeel over de belastbaarheid en mogelijkheden tot re-integratie van [verweerder] blijft. Overigens wordt in het verzoekschrift ook nergens gesproken over een alcoholverslaving.
13. Een heel ander beeld komt naar voren uit de medische informatie die de bedrijfsarts van ISS, de andere werkgever van [verweerder] , heeft verstrekt. Ten eerste heeft deze na de ziekmelding van [verweerder] gegevens opgevraagd bij zijn behandelaars (de huisarts, verschillende afdelingen van het Amsterdam UMC en het BovenIJ Ziekenhuis). Uit die gegevens, waarop in verband met de privacy van [verweerder] niet in detail kan worden ingegaan, is op te maken dat [verweerder] ten tijde van de ziekmelding bij Hago Zorg aan alcohol verslaafd was en dat de verslaving in ieder geval tot de opname in de Jellinekkliniek in april 2023 zeer ernstig was en de (fysieke) gevolgen ervan groot. Verder blijkt uit de verslagen van de bedrijfsarts dat ook wanneer [verweerder] zich in periodes juist onthield van alcoholgebruik, dat eveneens zorgde voor (ernstige) lichamelijke stoornissen en uitval van functies. Daarvoor is [verweerder] in april 2023 ook opgenomen geweest op de acute opname afdeling van het AMC.
14. Dit alles heeft Hago Zorg niet weersproken. Ook dat [verweerder] , zoals hij zelf aanvoert, lijdt aan levercirrose, hartritmestoornis en trombocytopenie (bloedstollingsproblemen) en gemiddeld een keer per maand epileptische aanvallen vanwege alcoholonthouding heeft is niet betwist. Verder heeft [verweerder] de WIA-aanvraag van 3 augustus 2023 overgelegd, met daarbij de eindevaluatie van de bedrijfsarts van ISS. Die schrijft dat [verweerder] (nog) niet werkt omdat er geen benutbare mogelijkheden zijn en [verweerder] (op dat moment) is opgenomen.
15. Uit de overgelegde stukken, de toelichting daarop en hetgeen ter zitting is gebleken, is voldoende duidelijk geworden dat het [verweerder] vanwege de aard en de ernst van de alcoholverslaving, die hij nu probeert het hoofd te bieden, niet te verwijten valt dat hij afspraken met betrekking tot zijn re-integratie (veelvuldig) niet is nagekomen. Dat de problematiek wezenlijk verder gaat dan de beperkingen die de bedrijfsarts van Hago Zorg in zijn adviezen heeft vastgesteld, zoals [verweerder] stelt, is voldoende aangetoond en had (ook) moeten en kunnen worden onderkend door (de bedrijfsarts van) Hago Zorg, mede gezien de informatie die de behandelaars op zijn verzoek ook aan hem zouden hebben verstrekt. Hago Zorg stelt weliswaar dat zij wist van de alcoholverslaving en daarop heeft geacteerd, maar dat blijkt niet uit de brieven die aan [verweerder] zijn gestuurd als hij afspraken niet nakwam. Hago Zorg is steeds teruggevallen op een strenge toon en loonstops, terwijl die over het algemeen weinig effect hebben bij een werknemer met een dermate ernstige verslaving als die van [verweerder] .
16. Gezien het voorgaande kan niet geconcludeerd worden dat [verweerder] zonder deugdelijke grond zijn verplichtingen van artikel 7:660a BW niet is nagekomen. Dat betekent dat het verzoek tot ontbinding op de e-grond wordt afgewezen.
17. Verder wordt overwogen dat een eventuele (ernstige) verstoring van de arbeidsverhouding, als die er al is en als die al duurzaam is, is terug te voeren op de ziekte van [verweerder] . In dat geval geldt als gezegd het opzeg- (of beter: ontbindings-) verbod. Ook de combinatie van omstandigheden als bedoeld in artikel 7:671b BW juncto artikel 7:669 lid 1 sub i BW kan Hago Zorg om dezelfde reden niet baten.
18. Conclusie is dat het verzoek tot ontbinding wordt afgewezen. Nu de arbeidsovereenkomst niet wordt ontbonden, wordt niet toegekomen aan het (subsidiaire) tegenverzoek van [verweerder] tot toekenning van een transitievergoeding.
19. Bij deze uitkomst van de procedure wordt Hago Zorg met de proceskosten belast.