Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
beschikking van de kantonrechter
de publiekrechtelijke rechtspersoon Academisch Medisch Centrum
Ondernemingsraad van AMC
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Feiten
Voor 1053 = 49,3%
Onthouding van stemming 8 = 0,03%
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft het Academisch Medisch Centrum (AMC) verzocht om toestemming van de kantonrechter om Goede Vrijdag als collectieve vrije dag te laten vervallen. In plaats daarvan wil AMC 7,2 extra vrije uren toekennen aan medewerkers die in vaste roosterdienst werken. De ondernemingsraad (OR) van AMC heeft zijn instemming geweigerd, omdat de meerderheid van de medewerkers Goede Vrijdag als vrije dag wil behouden. AMC stelt dat de OR onredelijk heeft gehandeld door geen instemming te verlenen en dat de wijziging noodzakelijk is voor de harmonisatie van arbeidsvoorwaarden binnen Amsterdam UMC, waar ook VUmc deel van uitmaakt.
De kantonrechter heeft de argumenten van beide partijen afgewogen. AMC heeft aangegeven dat de wijziging van belang is voor de continuïteit van de werkprocessen en dat onderbezetting rondom Goede Vrijdag een probleem vormt. De OR heeft echter betoogd dat de wijziging niet noodzakelijk is en dat de achterbanraadpleging tegen de wijziging was. De kantonrechter oordeelt dat de belangen van AMC zwaarder wegen dan die van de OR. De OR heeft niet voldoende onderbouwd waarom de wijziging onredelijk zou zijn en heeft de belangen van de onderneming niet adequaat meegewogen.
Uiteindelijk verleent de kantonrechter AMC toestemming om het voorgenomen besluit door te voeren, waarmee Goede Vrijdag niet langer een collectieve vrije dag is voor de medewerkers van AMC. De OR wordt niet in de kosten van de procedure veroordeeld, wat betekent dat AMC de wijziging kan doorvoeren zonder dat de OR financieel belast wordt.